Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Alleen een tomaat in het keukenkastje Lees meer over Alleen een tomaat in het keukenkastje Alleen een tomaat in het keukenkastje
Ondervoeding is een veelvoorkomend en ernstig probleem, onder anderen voor kwetsbare ouderen. Het heeft aanzienlijke gevolgen voor hun gezondheid en de ervaren kwaliteit van leven (figuur 1). Ook in de ouderenzorg verschuift de aandacht steeds meer van ‘zorg en ziekte’ naar ‘gedrag en gezondheid’, wat de verpleegkundige rol als gezondheidsbevorderaar onderstreept. Aandacht voor (onder)voeding en daarbij klinisch redeneren is van essentieel belang om de situatie van een oudere gestructureerd en objectief in kaart te brengen, waarna de juiste, passende zorg kan worden ingezet. Dit is ook van belang om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Voor goed klinisch redeneren is kennis van anatomie, fysiologie en pathologie noodzakelijk. Door tijdsdruk en de vele andere taken van de (wijk)verpleegkundige, is er niet altijd tijd voor het verder ontwikkelen van deze belangrijke vaardigheid. Dit kan passende zorg in gevaar brengen. In dit artikel gaan we aan de hand van een casus in op het belang van klinisch redeneren en multidisciplinaire samenwerking bij ondervoeding.
Dementia Care Mapping Lees meer over Dementia Care Mapping Dementia Care Mapping
Voor mensen met dementie die niet (meer) zelfstandig thuis kunnen wonen, is een kleinschalige zorglocatie een mogelijkheid. In deze kleinschalige zorglocaties kiest men vaak voor een persoonsgerichte visie op zorg verlenen en is er een ‘open-deuren-beleid'. De verpleegkundige heeft in zo’n woonzorglocatie dikwijls een leidinggevende, ondersteunende en coachende taak. In dit artikel wordt, aan de hand van een casus, beschreven op welke manier Dementia Care Mapping (DCM) wordt toegepast bij een bewoner met dwaalgedrag, en welke rol de verpleegkundige hierin heeft.
CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct Lees meer over CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct
Patiënten met een herseninfarct door een cardiale emboliebron hebben vaker ernstigere symptomen, een hoger risico op een recidief herseninfarct en een slechtere functionele uitkomst dan patiënten met een herseninfarct door een andere oorzaak. Deze patiëntengroep heeft doorgaans een indicatie voor anticoagulantia in plaats van trombocytenaggregatieremmers. De huidige diagnostiek naar een cardiale emboliebron in Nederland bestaat uit een ECG, ritmemonitoring en cardiale beeldvorming door middel van transthoracale echografie. In de praktijk wordt de echo regelmatig niet, of pas dagen tot weken na het herseninfarct verricht met een groot risico op diagnostische vertraging. Een CT-scan van het hart als onderdeel van het acute scanprotocol is een modaliteit die kan leiden tot snellere en betere detectie van een cardiale emboliebron. Wereldwijd groeit het aantal ziekenhuizen dat CT-hart implementeert in hun acute scanprotocol. Met de toenemende ervaring kan de waarde van de CT-hart steeds beter ingeschat worden en lijkt het een veelbelovende modaliteit voor het optimaliseren van de beroertezorg. Er moeten echter nog stappen worden ondernomen om de waarde te evalueren in het kader van value-based healthcare, zoals het minimaliseren van scantijden en het scholen van zorgpersoneel.
De DIEP-lap: een anesthesiologisch perspectief op perfusie Lees meer over De DIEP-lap: een anesthesiologisch perspectief op perfusie De DIEP-lap: een anesthesiologisch perspectief op perfusie
De deep inferior epigastric perforator (DIEP)-lap is uitgegroeid tot een hoeksteen binnen de reconstructieve mammachirurgie. Dit artikel heeft tot doel de anatomische en fysiologische grondslagen van de DIEP-lapreconstructies te verhelderen, de verschillende stadia van transplantatie te belichten en het anesthesiologisch dilemma rondom vasopressoren uitgebreid te behandelen. Met aandacht voor de meest recente literatuur worden praktische aanbevelingen geformuleerd voor het perioperatieve management van deze patiënten.
Help, ik heb heupslijtage! Lees meer over Help, ik heb heupslijtage! Help, ik heb heupslijtage!
Coxartrose treft 500 miljoen mensen wereldwijd met een vrouw-manverhouding van 2:1. De meest voorkomende oorzaak is ouderdomsslijtage, ook bij de werkende populatie. In dit artikel worden wetenschappelijk ondersteunde conservatieve behandelingen zoals instructie, oefentherapie en medicatie beschreven, net als de operatieve behandeling met (on)gecementeerde prothesen en hun kwaliteit, verschillende operatieve technieken met hun voor- en nadelen en mogelijke complicaties. Tot slot worden de te verwachten resultaten en de – steeds korter wordende – medische revalidatie besproken. Soms kan re-integratie al na een paar werken starten vanuit de thuissituatie en is kantoorwerk snel hervat, terwijl re-integratie op locatie bij zwaar fysiek werk maanden op zich kan laten wachten. In dit artikel wordt de wetenschappelijke gewogen waarde van de interventies meegenomen.
Werkgerelateerde risicofactoren voor coxartrose Lees meer over Werkgerelateerde risicofactoren voor coxartrose Werkgerelateerde risicofactoren voor coxartrose
De komende jaren neemt het aantal individuen met heupartrose in de beroepsbevolking (coxartrose) sterk toe in Nederland en in de rest van de wereld. Een van de belangrijke beïnvloedbare risicofactoren is de lichamelijke zwaarte van het werk. Voor preventie is het noodzakelijk kennis te hebben wat die kenmerken van dat zware werk zijn. Dit artikel beschrijft die specifieke risicofactoren als onderdeel van het zes-stappenplan van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en op basis van de onlangs herziene beroepsziekteregistratierichtlijn voor heupartrose.