Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct Lees meer over CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct CT-hart tijdens de acute opvang bij het herseninfarct
Patiënten met een herseninfarct door een cardiale emboliebron hebben vaker ernstigere symptomen, een hogere kans op een recidief herseninfarct en een slechtere functionele uitkomst dan patiënten met een herseninfarct door een andere oorzaak. Deze patiëntengroep heeft doorgaans een indicatie voor anticoagulantia in plaats van trombocytenaggregatieremmers. De huidige diagnostiek naar een cardiale emboliebron in Nederland bestaat uit een ECG, ritmemonitoring en cardiale beeldvorming middels transthoracale echocardiografie. In de praktijk wordt de echo regelmatig niet, of pas dagen tot weken na het herseninfarct verricht met een groot risico op een diagnostisch delay. Een CT-scan van het hart als onderdeel van het acute scanprotocol is een modaliteit die kan leiden tot snellere en betere detectie van een cardiale emboliebron. Wereldwijd groeit het aantal ziekenhuizen dat CT-hart implementeert in hun acute scanprotocol. Met de toenemende ervaring kan de waarde van de CT-hart steeds beter ingeschat worden en lijkt het een veelbelovende modaliteit voor het optimaliseren van de beroertezorg. Er moeten echter nog stappen worden ondernomen om de waarde te evalueren in het kader van value-based healthcare, zoals het minimaliseren van scantijden en het scholen van zorgpersoneel.
Medicatie bij hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF) Lees meer over Medicatie bij hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF) Medicatie bij hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF)
Hartfalen is een snelgroeiend probleem voor de volksgezondheid met een geschatte prevalentie van > 37,7 miljoen personen wereldwijd. De prevalentie en incidentie van hartfalen zijn hoog, 20-30% van de bevolking krijgt gedurende het leven te maken met hartfalen. Hartfalen blijft een dodelijke ziekte: slechts 35% overleeft vijf jaar na de eerste diagnose. Medicatie is de hoeksteen van de behandeling van hartfalen. Inmiddels zijn er vier medicatiegroepen die de mortaliteit, het aantal ziekenhuisopnames verminderen en kwaliteit van leven verbeteren bij hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF): de fantastic four.
De mogelijkheden en beperkingen van PK-PD-modellen Lees meer over De mogelijkheden en beperkingen van PK-PD-modellen De mogelijkheden en beperkingen van PK-PD-modellen
Bij het toedienen van intraveneuze anesthetica, zoals propofol en remifentanil, kan ervoor gekozen worden de infuuspompen in te stellen op ml/uur of kan gebruikgemaakt worden van target-controlled infusion (TCI). Bij TCI wordt gebruikgemaakt van een simulatie, waarbij bepaalde patiëntgegevens, zoals lengte, gewicht, leeftijd en geslacht, gecombineerd worden met een wiskundig model dat de farmacokinetiek en farmacodynamiek (PK-PD) voorspelt. Het gebruik van TCI kan duidelijke voordelen hebben. Voor optimaal gebruik is het belangrijk goed te snappen hoe TCI werkt en welke gevolgen bepaalde keuzes hebben. In dit artikel komen de algemene principes van farmacokinetiek, farmacodynamiek en PK-PD-modellen aan de orde. Ook bespreken we de belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de meest gebruikte PK-PD-modellen en infusie met ml/uur voor propofol en remifentanil.
Robuuste zorg voor kwetsbare ouderen Lees meer over Robuuste zorg voor kwetsbare ouderen Robuuste zorg voor kwetsbare ouderen
Dit artikel laat zien hoe intraprofessioneel samenwerken – samenwerken tussen artsen uit de eerste en tweede lijn – van cruciaal belang is voor goede ouderenzorg. Aan de hand van een praktijkcasus (meneer Van Vliet) en onderbouwd met leertheorieën zoals boundary crossing en gesuperviseerd werkplekleren, wordt duidelijk hoe samenwerking ook een leerproces is. Vier persoonlijke leerdrivers staan centraal: nieuwsgierigheid, motivatie, mindset en veerkracht. Leren samenwerken gebeurt vooral op de werkplek en vraagt om bewustwording, feedback en gezamenlijke reflectie. Het artikel benadrukt het belang van veilige dialogen tussen aios en supervisor en biedt tools zoals het leerkompas en voorbeelden uit de module Transmuraal intraprofessioneel leren samenwerken. Supervisiegesprekken, overdrachten en werkdocumenten zoals verwijsbrieven worden gezien als krachtige leermomenten. Door deze gericht te benutten, kunnen aiossen hun samenwerking verbeteren, de zorg effectiever maken en bijdragen aan een robuuste zorgketen voor kwetsbare ouderen.
Medicatie-geïnduceerde longziekten Lees meer over Medicatie-geïnduceerde longziekten Medicatie-geïnduceerde longziekten
Medicatie-geïnduceerde longziekten zijn een steeds vaker voorkomende bijwerking van diverse geneesmiddelen. Ze worden vooral gezien bij gebruik van (nieuwere) oncologische middelen zoals immuuntherapie, maar ook van bijvoorbeeld klassieke chemotherapeutica, immunosuppressiva bij auto-immuunziekten, amiodaron bij hartritmestoornissen of nitrofurantoïne bij urineweginfecties. De radiologische presentatie varieert van diffuus matglas (niet-specifieke interstitiële pneumonie), consolidaties (organiserende pneumonie) tot fibrose of zeldzamere patronen zoals hypersensitiviteitspneumonitis. Het stellen van de klinische diagnose is uitdagend door aspecifieke symptomen en vereist uitsluiting van infectie, hartfalen en andere oorzaken. Beeldvorming is hierbij een essentieel instrument. De behandeling bestaat uit het (meestal tijdelijk) staken van de verdachte medicatie en eventueel corticosteroïden, te bepalen in multidisciplinaire besluitvorming. De ernst van het longbeeld bepaalt de prognose, die varieert van volledig herstel tot een hoge mortaliteit bij diffuse alveolaire schade. Alertheid bij nieuwe longafwijkingen is cruciaal, waarbij de radioloog een belangrijke signalerende rol heeft.
Praten over intimiteit en seksualiteit bij ongeneeslijke kanker Lees meer over Praten over intimiteit en seksualiteit bij ongeneeslijke kanker Praten over intimiteit en seksualiteit bij ongeneeslijke kanker
Mensen met ongeneeslijke kanker ervaren vaak veranderingen in psychosociale behoeften, waaronder veranderingen in intimiteit en seksualiteit. Zowel de ziekte, de behandeling, als de daaraan gekoppelde fysieke en psychische problemen kunnen leiden tot veranderingen in bijvoorbeeld sociale contacten, werk en de relatie met de partner. Gesprekken over deze veranderingen vinden echter beperkt plaats, terwijl dit een belangrijk onderdeel is van persoonsgerichte zorg. Vooral gesprekken over veranderingen in intimiteit en seksualiteit worden nauwelijks gevoerd; verpleegkundigen vinden deze onderwerpen vaak ongemakkelijk.