AccreDidact Doktersassistent

Praktijkgerichte nascholing voor de doktersassistent

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van AccreDidact Doktersassistent?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van AccreDidact Doktersassistent

Gesorteerd op nieuw - oud
Suïcidaliteit Lees meer over Suïcidaliteit Suïcidaliteit
Suïcidaliteit komt regelmatig voor in de huisartsenpraktijk en kan zich voordoen bij verschillende psychiatrische aandoeningen, maar ook zonder een ‘harde’ diagnose. Suïcide is een zeldzame maar ingrijpende uitkomst van suïcidaal gedrag, met grote impact op nabestaanden en hulpverleners. Gemiddeld plegen vijf personen per dag suïcide, waarmee het doodsoorzaak nummer 1 is bij mensen van 10 tot 30 jaar. Het beoordelen van suïcidaliteit is geen exacte wetenschap. Hard wetenschappelijk bewijs ontbreekt, waardoor klinische ervaring, intuïtie en goede communicatie cruciaal zijn. Het pluis/niet-pluisgevoel speelt hierbij een belangrijke rol. De doktersassistent is vaak het eerste aanspreekpunt, wat het belang van triage en alertheid benadrukt. Deze e-learning, gebaseerd op de multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Suïcidaal Gedrag (2012), de generieke module (2018) en de NHG-Standaard Depressie, vertaalt deze kennis naar de praktijk. Onderwerpen zijn: Algemene principes en beoordeling van suïcidaliteit Vormen van suïcidaliteit en handelen bij acute en chronische situaties Communicatie en begeleiding Specifieke aandacht voor de HAP Handelwijze na een suïcide en omgang met nabestaanden Praktische handvatten helpen u risicovolle situaties tijdig te signaleren en adequaat te handelen.
Soa's Lees meer over Soa's Soa's
Seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) komen veel voor en kunnen, ook zonder klachten, schadelijke gevolgen hebben als ze niet worden behandeld. Huisartsen spelen een cruciale rol: ruim 60% van de soa-consulten vindt plaats in de huisartsenpraktijk. Tijdens zo’n consult beoordeelt de arts het risico op een soa, bepaalt of testen nodig zijn en stelt indien nodig een behandeling in. Voorlichting over veilige seks en partnerwaarschuwing vormen daarbij belangrijke onderdelen. Het aantal hiv-besmettingen is de afgelopen jaren sterk gedaald, mede dankzij voorlichting, condoomgebruik, vroege opsporing en behandeling. Sinds 2016 is PrEP (Pre-Expositie-Profylaxe) beschikbaar in Europa. Patiënten met een hoog risico op hiv kunnen hiervoor bij een CSG terecht; anderen via de huisarts. Goede begeleiding bij PrEP-gebruik is essentieel. Deze e-learning bestaat uit twee blokken: Blok A behandelt epidemiologie, symptomen, beloop en diagnostiek van soa’s. Blok B richt zich op behandeling, preventie, voorlichting, PrEP en PEP.
Polyfarmacie Lees meer over Polyfarmacie Polyfarmacie
Door medische vooruitgang gebruiken steeds meer patiënten langdurig meerdere geneesmiddelen. Dit vergroot het risico op polyfarmacie – het chronisch gebruik van vijf of meer geneesmiddelen – met mogelijke gevolgen zoals bijwerkingen, interacties en verminderde therapietrouw. Polyfarmacie komt vooral voor bij aandoeningen als angina pectoris, hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes mellitus, maagklachten en slaapstoornissen. Veelgebruikte middelen zijn onder andere bloedverdunners (60%), bètablokkers (47%), ACE-remmers (31%), cholesterolverlagers (44%) en bloedglucoseverlagende middelen (19%). In deze e-learning staat de aanpak van polyfarmacie centraal. U leert hoe vaak polyfarmacie voorkomt, wat de risico’s zijn en hoe u deze tijdig kunt signaleren en verminderen. Daarbij is aandacht voor medicatieoverdracht, therapietrouw en risicovolle situaties.
Huidproblemen door beestjes Lees meer over Huidproblemen door beestjes Huidproblemen door beestjes
De huid vormt een essentiële barrière tegen schadelijke invloeden van buitenaf. Toch weten sommige beestjes deze barrière te doorbreken. In deze nascholing richten we ons op insecten, spinachtigen, veelpotigen, wormen, neteldieren en stekelhuidigen die huidproblemen bij de mens kunnen veroorzaken. We bespreken geen virussen, bacteriën, schimmels of gewervelde dieren. Sommige beestjes bijten of steken om zich te voeden, anderen verdedigen zich met gif of stekels, en weer anderen belanden per ongeluk op of in de menselijke huid. De gevolgen variëren van jeuk tot ernstige ziekten zoals malaria of de pest. Daarnaast komen ook therapeutisch gebruikte beestjes aan bod, zoals bloedzuigers en vliegenmaden. In de huisartsenpraktijk krijgt u regelmatig vragen over insectenbeten, teken, hoofdluis of schurft. Deze e-learning helpt u bij het herkennen, behandelen en voorkomen van huidproblemen veroorzaakt door beestjes, evenals bij het geven van gerichte voorlichting en advies aan patiënten.
Kinderziekten Lees meer over Kinderziekten Kinderziekten
Kinderziekten komen veel voor bij kinderen tussen de 1 en 6 jaar. Denk aan waterpokken, de vijfde en zesde ziekte: besmettelijke aandoeningen die vaak gepaard gaan met huiduitslag en/of koorts. Ouders nemen hierover regelmatig contact op met de huisartsenpraktijk. Ziekten zoals de bof, mazelen en rodehond kwamen dankzij het Rijksvaccinatieprogramma nauwelijks meer voor, maar door de dalende vaccinatiegraad zien we deze ziekten, evenals kinkhoest, weer terugkeren. Kennis van symptomen, besmettelijkheid en meldplicht is dan ook essentieel. In deze nascholing staan de kenmerken, klachten, behandeling en voorlichting rond kinderziekten centraal. Blok A behandelt kinderziekten met huiduitslag, zoals waterpokken, mazelen en hand-voet-mondziekte. Blok B gaat in op overige ziekten zoals de bof, kinkhoest en hersenvliesontsteking, en bespreekt acute situaties zoals pseudokroep, koortsstuipen en RS-virusinfectie. De e-learning sluit af met alarmsignalen en een overzicht van adviezen aan ouders. Zo bent u beter voorbereid op herkenning en begeleiding bij kinderziekten in uw dagelijkse praktijk.
Oogaandoeningen met een rood oog Lees meer over Oogaandoeningen met een rood oog Oogaandoeningen met een rood oog
Elke week melden zich in de huisartsenpraktijk gemiddeld twee tot drie patiënten met oogklachten. Deze klachten kunnen uiteenlopen van irritatie door een vuiltje of droogte tot infecties, ontstekingen of visusdaling. In de meeste gevallen is de oorzaak onschuldig, maar soms is er sprake van een ernstige aandoening. Het is daarom belangrijk dat u als doktersassistent alarmsymptomen tijdig herkent. Let hierbij vooral op pijn, visusdaling en lichtschuwheid (fotofobie) – signalen die altijd nagevraagd moeten worden bij oogklachten. In deze nascholing worden de meest voorkomende oogklachten besproken. U leert hoe u veelvoorkomende problemen zelfstandig kunt afhandelen of een passende behandeling kunt adviseren. De e-learning biedt daarmee praktische handvatten om met meer zelfvertrouwen en kennis oogklachten te beoordelen in de huisartsenpraktijk.