Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Splanchnicustrombose is een complexe aandoening met een groot risico op morbiditeit en mortaliteit, zowel door de trombose zelf, het sterk verhoogde risico op bloedingscomplicaties onder antistollingsbehandeling, als de eventueel onderliggende aandoening. De behandeling van splanchnicustrombose vindt plaats door middel van antistolling, al dan niet in combinatie met een radiologische of chirurgische interventie. In dit nascholingsartikel worden de verschillende diagnostische methodes om splanchnicustrombose vast te stellen besproken, en wordt ingegaan op de behandeling met trombolytica als last resort. Het betreft een selecte groep met ernstige gevallen van acute splanchnicustrombose waarbij er levensbedreigende complicaties, zoals darmischemie en leverfalen, optreden en de conventionele therapie gefaald heeft of technisch onmogelijk is. We geven een overzicht van de relevante (inter)nationale richtlijnen en evalueren zowel de literatuur waarop deze richtlijnen (ten dele) gebaseerd zijn, als de literatuur die we vonden via een systematische search. In lijn met een deel van de richtlijnen concluderen we dat trombolyse kan worden overwogen bij een selecte groep patiënten. Hoewel er geen consensus is over het type trombolyse, de dosis en de toedieningsduur proberen we op basis van de beschikbare literatuur een relatie met de uitkomsten te beschrijven. Een multidisciplinaire benadering, met betrokkenheid van vasculaire, chirurgische, MDL-en interventieradiologische expertise, is essentieel voor een succesvolle behandeling.

Als zorgverlener kom je in contact met patiënten van verschillende achtergronden en met verschillende identiteiten. Taal heeft veel invloed op de patiëntrelatie. Door inclusieve taal te gebruiken kun je een veilige plek creëren voor genderdiverse patiënten. Dit artikel laat zien hoe je inclusieve communicatie kunt toepassen en hoe dit bijdraagt aan persoonsgerichte zorg, waardoor niet alleen transgender en non-binaire patiënten, maar alle patiënten zich erkend voelen.

Arbeidsdermatologie heeft zich vooral de laatste jaren ontwikkeld tot een levendig en interessant specialisme met een heel sterk interdisciplinair karakter. Het omvat meer dan alleen werkgerelateerd handeczeem. Onder andere de erkenning van werkgerelateerde huidkanker bij buitenwerkers, zoals basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom, laat de diversiteit van huidziekten zien die een sterk verband met het werk hebben. Ook de steeds verder toenemende prevalentie van atopische dermatitis geeft nieuwe arbeidsdermatologische uitdagingen. Zo stijgt het aantal mensen die op basis van een atopische aanleg problemen ondervinden van atopisch handeczeem, dat kan worden verergerd door factoren op het werk. Er moet ook rekening worden gehouden met cofactoren, zoals chronische infecties en psychische aandoeningen. Aan de andere kant konden recent nieuwe inzichten in pathogenese van werkgebonden huidklachten en individuele risicofactoren gewonnen worden, waaruit nog zeer potente nieuwe behandelmogelijkheden ter beschikking zijn gekomen. Deze nieuwere systeemtherapieën kunnen worden gebruikt om handeczeem en andere werkgerelateerde huidziekten aanzienlijk beter te kunnen behandelen. Zo omvat bijvoorbeeld de recente Europese richtlijn voor handeczeem een reeks verschillende nieuwe topische en systemische therapieën.

Wat houdt de vraag in of een postictale psychose bestaat? Dat er een klinisch beeld is met kenmerken die duidelijk vast te stellen zijn? Dat er een eenduidig pathofysiologisch substraat bekend is? ’Postictale psychose’ staat niet als zodanig gedefinieerd in de DSM-5 en er zijn, binnen de neurologie en psychiatrie, geen officieel erkende diagnostische criteria. Toch lijkt er wel een consensus te zijn over de klinische kenmerken. Met betrekking tot de pathofysiologie is dat in veel mindere mate het geval. De semiologie van de aanvallen en de risicofactoren voor het optreden van een postictale psychose lijken een bijdrage te leveren aan inzicht in de etiologie. Bij een ‘diagnose’ die vooralsnog slechts valt onder de rubriek ‘bestaat het?’ zal het niet verwonderen dat ook de behandeling berust op niet meer dan expert opinion.

In dit artikel bespreken we de prevalentie van verslaving onder zorgprofessionals, de specifieke risicofactoren en drempels die hen belemmeren om hulp te zoeken, en hoe problematisch middelengebruik op een vertrouwelijke en effectieve manier bespreekbaar gemaakt kan worden. Tot slot wordt het steunpunt van ABS-zorgprofessionals belicht, waar zorgprofessionals met problematisch middelengebruik en verslaving anoniem en laagdrempelig terechtkunnen voor ondersteuning en behandeling.

Stress is een automatische reactie van het brein op bedreigingen: vroeger voor overleving, nu bij werkdruk en sociale spanningen. Bij stress spelen drie pijlers een belangrijke rol. De amygdala fungeert als alarmsysteem en activeert de stressreactie, de thalamus filtert sensorische prikkels en de prefrontale kwab reguleert rationeel denken, maar schakelt uit bij hoge stress, wat leidt tot impulsief gedrag. Door inzicht in deze pijlers kunnen we stress beter begrijpen en beheersen. We leren bewuster omgaan met prikkels, stressreacties reguleren en de gap tussen stimulus en respons benutten om rationelere keuzes te maken. Dit helpt bij stressmanagement in zowel werk- als sociale situaties.