Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons Lees meer over Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons Vanishing white matter: een ziekte van de cellulaire stressrespons
Vanishing white matter (VWM) wordt veroorzaakt door varianten in genen die coderen voor het eiwitcomplex eIF2B. Dit complex heeft een centrale rol in de cellulaire stressrespons. De ziekte wordt gekenmerkt door geleidelijke neurologische achteruitgang met daarbovenop periodes van snelle achteruitgang, vaak uitgelokt door infecties, koorts en lichte schedeltrauma's. De ziekte kan zich op alle leeftijden presenteren maar debuteert meestal op jonge kinderleeftijd. Bij aanvang voor 6 jaar wordt er snelle neurologische achteruitgang gezien met vooral motorische problemen zoals ataxie en spasticiteit, en vroeg overlijden. Bij latere aanvang is het verloop meer variabel en onvoorspelbaar. Bij presentatie op volwassen leeftijd staan vaak cognitieve problemen op de voorgrond en wordt ovarieel falen gezien. De afgelopen decennia is veel inzicht opgedaan over het onderliggende ziektemechanisme, wat heeft geleid tot aanbevelingen voor de klinische zorg en het identificeren van aangrijpingspunten voor therapie. Op dit moment lopen er twee klinische behandeltrials voor de ziekte.
Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën Lees meer over Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën Gentherapie en hematopoëtische stamceltransplantatie voor leukodystrofieën
Allogene hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) is een effectieve behandeling voor meerdere leukodystrofieën, met name de cerebrale vorm van adrenoleukodystrofie, metachromatische leukodystrofie en adult-onset leukodystrofie met axonale sferoïden en gepigmenteerde glia. Bij HSCT worden microglia grotendeels vervangen door van de donor stamcellen afkomstige macrofagen. HSCT werkt alleen indien vroeg in de ziekte toegepast, idealiter vóór het ontstaan van klinische verschijnselen. Zorgvuldige indicatiestelling en systematische follow-up in een expertisecentrum zijn essentieel voor een goede begeleiding van patiënten. Ex vivo-gentherapie (autologe HSCT met beenmerg van de patiënt dat in het laboratorium getransfecteerd is met een lentivirale vector) is in de EU alleen geregistreerd voor de vroege vormen van metachromatische leukodystrofie en bewezen effectief.
Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie Lees meer over Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie Alfa-methyl-acyl-CoA-racemase (AMACR)-deficiëntie
AMACR-deficiëntie is een zeldzame metabole aandoening die zich voornamelijk uit in langzaam progressieve neurologische klachten op de volwassen leeftijd. De meest frequente klinische syndromen zijn retinitis pigmentosa, polyneuropathie, ataxie en cognitieve stoornissen. Ook stroke-like episodes worden beschreven. Het karakteristieke patroon van afwijkingen op MRI-hersenen kan bijdragen aan een snelle herkenning van deze aandoening. Patiënten met AMACR-deficiëntie hebben een verhoogde kans op het ontwikkelen van levercirrose en een hepatocellulair carcinoom, waarvoor screening wordt aanbevolen.
Behandeling van multipele sclerose Lees meer over Behandeling van multipele sclerose Behandeling van multipele sclerose
De behandeling van multipele sclerose (MS) is continu in ontwikkeling, niet alleen door het beschikbaar komen van nieuwe ziektemodulerende therapieën maar ook door toenemende inzichten over de pathofysiologische mechanismen en hoe deze beïnvloed worden door de behandelingen. Het tijdig starten met adequate behandeling is van groot belang voor de prognose van de patiënt (‘time is brain’). Er is toenemend bewijs dat het vroeg inzetten van hoog effectieve therapie leidt tot een betere uitkomst op de lange termijn met minder invaliditeit. Er is daarom ook een trend waarin hoog effectieve therapieën als initiële behandeling worden ingezet en waarbij deze behandelkeuze wordt gebaseerd op bekende prognostische factoren. In dit nascholingsartikel bespreken wij hoe de behandeling van MS de prognose beïnvloedt, welke belangrijke rol hoog effectieve therapie hierin speelt en hoe bekende prognostische factoren de behandelkeuzes sturen. Tot slot belichten we de verschillende hoog effectieve therapieën zelf en hoe de behandeling gemonitord dient te worden.
Leukodystrofie bij volwassenen Lees meer over Leukodystrofie bij volwassenen Leukodystrofie bij volwassenen
Leukodystrofieën werden oorspronkelijk gedefinieerd als progressieve aandoeningen van de myeline van het centrale zenuwstelsel en over het algemeen beschouwd als ziekten van de kinderleeftijd. De afgelopen decennia is echter duidelijk geworden dat er van veel leukodystrofieën late-onset varianten bestaan en dat er ook leukodystrofieën zijn die alleen op volwassen leeftijd voorkomen (zoals adult-onset leukoencephalopathy with axonal spheroids and pigmented glia; ALSP). Hoewel het zeldzame aandoeningen betreft is de groep als geheel groot genoeg om te stellen dat vrijwel alle neurologen in het beloop van hun carrière af en toe een patiënt met een leukodystrofie zullen zien. Met een aantal handvatten is het goed mogelijk om deze patiënten in de praktijk te herkennen.
Alleen een tomaat in het keukenkastje Lees meer over Alleen een tomaat in het keukenkastje Alleen een tomaat in het keukenkastje
Ondervoeding is een veelvoorkomend en ernstig probleem, onder anderen voor kwetsbare ouderen. Het heeft aanzienlijke gevolgen voor hun gezondheid en de ervaren kwaliteit van leven (figuur 1). Ook in de ouderenzorg verschuift de aandacht steeds meer van ‘zorg en ziekte’ naar ‘gedrag en gezondheid’, wat de verpleegkundige rol als gezondheidsbevorderaar onderstreept. Aandacht voor (onder)voeding en daarbij klinisch redeneren is van essentieel belang om de situatie van een oudere gestructureerd en objectief in kaart te brengen, waarna de juiste, passende zorg kan worden ingezet. Dit is ook van belang om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Voor goed klinisch redeneren is kennis van anatomie, fysiologie en pathologie noodzakelijk. Door tijdsdruk en de vele andere taken van de (wijk)verpleegkundige, is er niet altijd tijd voor het verder ontwikkelen van deze belangrijke vaardigheid. Dit kan passende zorg in gevaar brengen. In dit artikel gaan we aan de hand van een casus in op het belang van klinisch redeneren en multidisciplinaire samenwerking bij ondervoeding.