Het tapiasyndroom na intubatie
Het tapiasyndroom is een zeldzame aandoening die wordt gekenmerkt door unilaterale uitval van de n. hypoglossus en de n. laryngeus recurrens. De uitval ontstaat meestal na intubatie of langdurige positionering van het hoofd en leidt tot heesheid, tongdeviatie en slikproblemen. Een nauwkeurige differentiële diagnose is essentieel om centrale oorzaken en andere schedelbasissyndromen uit te sluiten. De behandeling is conservatief, met logopedie als belangrijkste pijler; de rol van corticosteroïden is omstreden. Preventieve maatregelen zoals correcte intubatietechniek en cuffdrukcontrole zijn belangrijk om zenuwschade te vermijden. De prognose is variabel, maar herstel is bij milde laesies vaak gunstig. Gunstige prognostische factoren zijn een korte duur van intubatie, vroege herkenning, starten met logopedie, afwezigheid van onderliggend neurologisch lijden en een jongere leeftijd.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kent u de symptomen van verschillende foramenjugulare-syndromen met de betrokken zenuwen
- begrijpt u de pathofysiologie van het tapiasydroom
- bent u in staat om het tapiasyndroom te herkennen, diagnostiek in te zetten, een behandeling te starten en patiënten voorlichting te geven
- bent u in staat om preventieve maatregelen tegen het tapiasyndroom te nemen