Socares
Een onafhankelijk, praktijkgericht nascholingsconcept voor én door specialisten/artsen ouderengeneeskunde
Een combinatie van vaktijdschrift, toegang tot online artikelen en e-learning, geaccrediteerd door de ABC1, VSR en NAPA.
Alle collecties van Socares
Gesorteerd op nieuw - oud
Hartfalen is een snelgroeiend probleem voor de volksgezondheid met een geschatte prevalentie van > 37,7 miljoen personen wereldwijd. De prevalentie en incidentie van hartfalen zijn hoog, 20-30% van de bevolking krijgt gedurende het leven te maken met hartfalen. Hartfalen blijft een dodelijke ziekte: slechts 35% overleeft vijf jaar na de eerste diagnose. Medicatie is de hoeksteen van de behandeling van hartfalen. Inmiddels zijn er vier medicatiegroepen die de mortaliteit, het aantal ziekenhuisopnames verminderen en kwaliteit van leven verbeteren bij hartfalen met verminderde ejectiefractie (HFrEF): de fantastic four.
Dit artikel laat zien hoe intraprofessioneel samenwerken – samenwerken tussen artsen uit de eerste en tweede lijn – van cruciaal belang is voor goede ouderenzorg. Aan de hand van een praktijkcasus (meneer Van Vliet) en onderbouwd met leertheorieën zoals boundary crossing en gesuperviseerd werkplekleren, wordt duidelijk hoe samenwerking ook een leerproces is. Vier persoonlijke leerdrivers staan centraal: nieuwsgierigheid, motivatie, mindset en veerkracht. Leren samenwerken gebeurt vooral op de werkplek en vraagt om bewustwording, feedback en gezamenlijke reflectie. Het artikel benadrukt het belang van veilige dialogen tussen aios en supervisor en biedt tools zoals het leerkompas en voorbeelden uit de module Transmuraal intraprofessioneel leren samenwerken. Supervisiegesprekken, overdrachten en werkdocumenten zoals verwijsbrieven worden gezien als krachtige leermomenten. Door deze gericht te benutten, kunnen aiossen hun samenwerking verbeteren, de zorg effectiever maken en bijdragen aan een robuuste zorgketen voor kwetsbare ouderen.
Basisartsen hebben tegenwoordig meer dan ooit vragen over hun vervolgopleidingen, coschappen en anios-schappen. Ze vragen zich bijvoorbeeld af: kan ik met dit vak later de arts zijn die ik wil zijn en tegelijkertijd de mens, partner, ouder, enzovoort die ik wil zijn? Met andere woorden: is dit specialisme geschikt voor mij? Ook kunnen ervaringen tijdens de vervolgopleiding tot specialist ouderengeneeskunde bij aiossen twijfels en vragen oproepen als: ben ik wel geschikt voor dit vak?
Daarnaast, of in samenhang met deze vragen, kan het tijdens de opleiding voorkomen dat bepaalde competenties niet voldoende worden ontwikkeld. Dit kan extra aandacht en aansturing vereisen en in het uiterste geval zelfs leiden tot beëindiging van de opleiding van de aios.
Het doel van dit artikel is om bewustwording te creëren rond deze vragen en problemen. We belichten het perspectief van de aios en de instituutsdocent en de rol van de opleider als coach en facilitator van de opleiding, naast hun formele rol als beoordelaar.
Bij antibioticagebruik denk je al snel aan de arts of aan andere medische behandelaren, zoals de verpleegkundig specialist of de physician assistant. En terecht. Zij schrijven tenslotte de antibiotica voor. De besluitvorming begint echter vaak al eerder – én bij andere betrokkenen.
IMF: Vergrijzing als motor van economische groei | Armoede uitgelegd aan mensen met geld | AI in de zorg: beloftevol, maar (nog) niet zaligmakend
Een 91-jarige vrouw wordt in de nacht onderkoeld en met enkele kleine wonden aan de voeten en benen aangetroffen in de tuin van ons verpleeghuis. Er volgt een snelle achteruitgang met een wondinfectie. Enkele dagen later ontstaan plots kaak-, nek- en rugkrampen met benauwdheid, angst en pijn. Er is een sterk vermoeden op tetanus en er wordt een symptomatisch beleid ingesteld. De impact voor de patiënt en diens omgeving is groot. Deze casus benadrukt het belang van preventieve vaccinatie, en beschrijft daarnaast de prognose, behandelconsequenties en impact van dit zeldzame ziektebeeld bij kwetsbare ouderen.