Imago

Een onafhankelijke, ongesponsorde nascholingsformule over radiologie en nucleaire geneeskunde

Een multimediale combinatie van een vaktijdschrift, online kenniscentrum en geaccrediteerde e-learnings, geaccrediteerd door de NVvR en NVNG. 

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Imago?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van Imago

Gesorteerd op nieuw - oud
Medicatie-geïnduceerde longziekten Lees meer over Medicatie-geïnduceerde longziekten Medicatie-geïnduceerde longziekten
Medicatie-geïnduceerde longziekten zijn een steeds vaker voorkomende bijwerking van diverse geneesmiddelen. Ze worden vooral gezien bij gebruik van (nieuwere) oncologische middelen zoals immuuntherapie, maar ook van bijvoorbeeld klassieke chemotherapeutica, immunosuppressiva bij auto-immuunziekten, amiodaron bij hartritmestoornissen of nitrofurantoïne bij urineweginfecties. De radiologische presentatie varieert van diffuus matglas (niet-specifieke interstitiële pneumonie), consolidaties (organiserende pneumonie) tot fibrose of zeldzamere patronen zoals hypersensitiviteitspneumonitis. Het stellen van de klinische diagnose is uitdagend door aspecifieke symptomen en vereist uitsluiting van infectie, hartfalen en andere oorzaken. Beeldvorming is hierbij een essentieel instrument. De behandeling bestaat uit het (meestal tijdelijk) staken van de verdachte medicatie en eventueel corticosteroïden, te bepalen in multidisciplinaire besluitvorming. De ernst van het longbeeld bepaalt de prognose, die varieert van volledig herstel tot een hoge mortaliteit bij diffuse alveolaire schade. Alertheid bij nieuwe longafwijkingen is cruciaal, waarbij de radioloog een belangrijke signalerende rol heeft.
Beeldvorming bij hypofyseadenomen Lees meer over Beeldvorming bij hypofyseadenomen Beeldvorming bij hypofyseadenomen
Hypofyseadenomen zijn goedaardige tumoren die uitgaan van de hypofyse en worden onderverdeeld in functionele (hormoonproducerende) en niet-functionele adenomen. Diagnostiek wordt ingezet op basis van het klinisch beeld, waarbij zowel neurologische symptomen als klachten ten gevolge van hormoontekort of -overproductie aanwezig kunnen zijn. Een MRI-onderzoek is een onderdeel van de standaard work-up. Een nauwkeurige MRI-diagnose is essentieel, aangezien hypofysetumoren kunnen lijken op andere tumoren in de sella-regio, zoals een craniofaryngeoom of meningeoom. Radiologische diagnostiek is dan ook van cruciaal belang om hypofyseadenomen te differentiëren van andere aandoeningen. De behandeling varieert per type adenoom, en kan bestaan uit medicatie, chirurgie of radiotherapie. Wanneer een adenoom als toevalsbevinding wordt gevonden op een MRI-scan, kan vaak een ‘wait and scan’-beleid worden ingezet.
In gesprek met hoogleraar Orale radiologie, beeldvorming en digitale tandheelkunde Erwin Berkhout Lees meer over In gesprek met hoogleraar Orale radiologie, beeldvorming en digitale tandheelkunde Erwin Berkhout In gesprek met hoogleraar Orale radiologie, beeldvorming en digitale tandheelkunde Erwin Berkhout
Tandarts Erwin Berkhout werd vorig jaar aangesteld als hoogleraar Orale radiologie, beeldvorming en digitale tandheelkunde bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Hij is de enige hoogleraar in Nederland op het vlak van orale radiologie. Op 19 juni hield hij zijn oratie. Wat houdt zijn leerstoel in?
Korte berichten Lees meer over Korte berichten Korte berichten
Roel Bennink hoogleraar Radiologie LUMC | Vijf minuten MRI voldoende voor borstkankerscreening bij dicht borstweefsel | Twee nieuwe hoogleraren theranostics | CT-scans naar schatting verantwoordelijk voor 5% van nieuwe kankergevallen | NWO-subsidie voor minimaliseren MRI-contrastmiddel | PET/MRI en DECT tonen afwijkingen bij patiënten met postcovid
Een goed gevoel voor bottumoren Lees meer over Een goed gevoel voor bottumoren Een goed gevoel voor bottumoren
De diagnostiek van bottumoren kan complex zijn. Soms kom je een ossale laesie tegen als toevalsbevinding. Het is dan belangrijk de laesie adequaat te classificeren zodat de patiënt de juiste work-up krijgt of gerustgesteld kan worden. Voor deze karakterisatie en indeling zijn verschillende handvatten beschikbaar: Leeftijd, Locatie, en de Lodwick criteria. Afhankelijk van de leeftijd en locatie kan een waarschijnlijkheidsdiagnose worden opgesteld van mogelijke laesies. Tenslotte bieden de Lodwick criteria houvast voor het onderscheid tussen benigne, onzeker en maligne kenmerken. Het belangrijkste bij bottumoren is niet het labelen van de laesie met een specifieke diagnose, maar het duiden als benigne, lokaal agressief (deze groep kan benigne en maligne laesies betreffen) of maligne. Zo nodig kan worden verwezen naar een expertise centrum voor bottumoren voor een advies, de verdere diagnostische work-up en behandeling.
Nierarteriestenose Lees meer over Nierarteriestenose Nierarteriestenose
Een vernauwing van één of beide nierarteriën kan het gevolg zijn van fibromusculaire dysplasie, maar ontstaat meestal als uiting van gegeneraliseerde atherosclerose. Zolang de mate van stenosering beperkt blijft, zal de nier via aanpassing van de intrarenale hemodynamiek nog voor voldoende perfusie kunnen zorgen. Naarmate de stenose in ernst toeneemt, wordt het renine-angiotensinesysteem echter steeds meer geactiveerd en ontstaat er ischemische schade in de nier met uiteindelijk nierfunctieverlies. Een van de gevolgen van nierarteriestenose is hypertensie, waarschijnlijk door het verhoogde reninegehalte. Toch blijft nog een aanzienlijk percentage van de patiënten normotensief. Revascularisatie heeft bij patiënten met fibromusculaire dysplasie vaak wel een gunstig effect, maar het nut van deze therapie bij atherosclerotische afwijkingen wordt betwijfeld. In de diagnostiek heeft de radioloog een belangrijke rol.