Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Standaard (neuro)psychologisch onderzoek biedt vaak onvoldoende handvatten voor de re-integratie bij complexere casussen. Dergelijk onderzoek wordt vaak afgenomen in een testsituatie die onvoldoende gelijkenis vertoont met de werkplek, duurt vaak relatief kort en onderzoekt over het algemeen slechts enkele factoren die een rol spelen bij de belastbaarheid van een werknemer. Het mentalebelastbaarheidsonderzoek brengt het cognitief duurvermogen in kaart en belicht alle aspecten die een rol spelen bij de mentale arbeidsbelastbaarheid van een werknemer. Zo wordt er niet alleen gekeken naar het cognitief en psychologisch functioneren, maar worden ook persoonlijkheidsaspecten zoals coping en optimale werkomstandigheden in kaart gebracht. Met een mentaal belastbaarheidsonderzoek heeft u een uitgebreide analyse van de mentale arbeidsbelastbaarheid en de factoren die dit beïnvloeden in handen, waardoor u het re-integratieproces gerichter bij kunt sturen.
Het werken met classificatiesystemen in de verpleegkunde bestaat al lang, toch lijkt het actueler dan ooit. Door de hervormingen in de langdurige zorg wordt er van zorgverleners verwacht dat zij inzichtelijk maken welke zorg ze leveren en waarom. Classificatiesystemen zijn bedoeld om methodisch werken te ondersteunen. Het Omaha System is een classificatie die in Amerika is ontwikkeld en erkend is als zinvol systeem. Het Omaha System is
opgebouwd uit drie samenhangende componenten; een assessment op basis van aandachtsgebieden, acties en uitkomsten. Inmiddels wordt het ook in Nederland veelvuldig gebruikt, vooral door thuiszorgaanbieders.
Dit jaaroverzicht is geen volledig overzicht, maar is een selectie van opmerkelijke en veel geciteerde artikelen. Uiteraard komt de nieuwe definitie van sepsis aan de orde. Daarnaast worden de timing van starten met CVVH, de beste positie van de centrale lijn, hoge versus lage streefwaarden van bloeddruk bij shock en acetazolamide bij ernstig COPD besproken.
In de leermodule ‘Klinisch redeneren bij (kwetsbare) ouderen; van screening naar zorgplan’ is beschreven op welke manier verpleegkundigen het beloop van specifieke gezondheidsproblemen van kwetsbare ouderen kunnen beïnvloeden. Door het vroegtijdig signaleren van bedreigingen voor de gezondheid en het toepassen van preventieve interventies kunnen gezondheidsproblemen worden voorkomen. Met name stap 4, het diagnostisch assessment, is een proactieve cognitieve vaardigheid in het klinisch redeneren, waaraan hbo-opgeleide verpleegkundigen gestalte kunnen geven.
In deze leermodule wordt de methodiek ‘Van screening naar zorgplan’ aan de hand van de casus van mevrouw Hagten uitgewerkt.
Een mannelijke neonaat werd geboren bij een termijn van 32+2 weken. Er was sprake van een normale graviditeit met een onverwachte premature partus. Het jongetje had een matige start met APGAR-scores van 5, 6 en 9 na één, vijf en tien minuten. Wegens een insufficiënte ademhaling werden tweemaal vijf insufflatiebeademingen gegeven en werd aansluitend enkele minuten beademd. Hierbij was geen extra zuurstoftoediening nodig. Na circa zes minuten was er sprake van een adequate eigen ademdrive. Tijdens de opvang viel het huidbeeld op zoals te zien is in figuur 1.
Het ging hier om het tweede kind van deze ouders. Het eerste kind was à terme geboren en was gezond. In de familie komen geen huidaandoeningen, auto-immuunaandoeningen of andere ziekten voor. De ouders zijn niet consanguin.
Lokale anesthetica kennen een lange historie in de anesthesie: beschrijving van het anesthetisch effect van cocabladeren stamt uit de zeventiende eeuw. Cocaïne is voor het eerst in 1884 toegepast voor lokale verdoving van het oog waarna continue ontwikkelingen en aanpassingen gericht op verbetering van potentie en veiligheid hebben geleid tot de huidige praktijk met o.a. ropivacaïne (1996) en levobupivacaïne (1999). De lokale anesthetica behoren tot de groep van amino-esters en amino-amiden. Lokale anesthetica blokkeren de ‘voltage-gated’ Na-kanalen, waardoor initiële activatie en voortgeleiding van de zenuwimpuls wordt geblokkeerd. De pH-afhankelijke variabele binding van het H+-atoom aan de tertiaire aminegroep zorgt voor afname van lading in een basische omgeving en toename van lading bij neutrale of zure pH. De neutrale basische vormen zijn beter vetoplosbaar, de geladen vorm is meer wateroplosbaar.