Physios
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Diabesitas is het samengaan van obesitas en diabetes type 2. Obesitas verhoogt het risico op insulineresistentie en diabetes, terwijl diabetes op zijn beurt gewichtstoename kan bevorderen. De kern van het probleem ligt bij een teveel aan vetmassa in verhouding tot de vetvrije massa, vooral door toename van buikvet en een verminderde spierkwaliteit. Dit leidt tot laaggradige ontstekingsreacties en een verminderde insulinegevoeligheid. De diagnose diabesitas wordt gesteld op basis van de BMI (body mass index) en/of de buikomtrek. Er zijn ook meer geavanceerde methodes, zoals testen op insulineresistentie voor de component obesitas, en HbA1c-waarden voor de diagnose diabetes. Risicofactoren voor het ontwikkelen van diabesitas zijn onder meer overgewicht, leeftijd, genetische aanleg en leefstijl (voeding, fysieke activiteit, stressmanagement). De aandoening vergroot de kans op complicaties zoals hart- en vaatziekten en andere comorbiditeiten. Een effectieve aanpak vraagt om medische behandeling én leefstijlverandering, met veel aandacht voor beweging en revalidatie. In de tekst zijn twee casussen opgenomen met de focus op de inspanningsrevalidatie.
Bij mensen met neurologische en geriatrische aandoeningen is motorisch leren, dat wil zeggen bewegingen efficiënt aanleren en verbeteren, vaak een hele uitdaging. Motorisch leren kan op veel verschillende manieren plaatsvinden, waarbij altijd rekening gehouden moet worden met verschillende patiëntkenmerken zoals de medische oorzaak en voorkeuren. In verschillende projecten hebben docent-onderzoekers van het Lectoraat Maatwerk in Leefstijl en Beweegzorg van Zuyd Hogeschool, in samenwerking met (inter)nationale partners waaronder fysiotherapeuten, de grote hoeveelheid wetenschappelijke theoretische kennis en veelal standaard benaderingen vertaald naar een goed onderbouwde gepersonaliseerde aanpak voor de praktijk. Zo zijn er op basis van een raamwerk voor motorisch leren allerlei tools ontwikkeld, zoals een kaartenset met 33 praktische voorbeelden van de zeven meest beschreven motorische leerstrategieën en een website met verdiepende informatie (www.motorisch-leren.nl). Het doel van deze e-learningmodule is om de lezer uit te nodigen het eigen handelen met betrekking tot motorisch leren onder de loep te nemen en te inspireren om nieuwe opties uit te proberen.
Een tweeluik over functionele neurologische stoornissen (FNS) zet de feiten op een rij, verduidelijkt de behandelstrategie en onderstreept het belang van heldere uitleg bij deze diagnose. In het eerste deel zijn de theoretische achtergronden besproken. Dit tweede deel gaat over de behandeling, gedeeltelijk aan de hand van een casus. Fysiotherapie speelt in de behandeling van FNS een cruciale rol en meerdere wetenschappelijke studies tonen inmiddels het positieve effect aan van fysiotherapie bij FNS. Als het brein de de juiste prikkels krijgt, kan het leren betere voorspellingen te maken en daardoor kan het functioneren herstellen.
In deze e-learningmodule komen de ontwikkelingen op het gebied van de medicamenteuze behandeling van obesitas aan de orde. Er wordt toegelicht wat de plek is van deze strategie te midden van de huidige behandelopties, en wie ervoor in aanmerking komen. De meeste ervaring is inmiddels opgedaan met GLP-1-agonisten, ook bekend vanwege hun toepassing bij diabetes. In de komende jaren zal het aantal beschikbare middelen toenemen, met nog betere resultaten als het gaat om gewichtsafname. Het is van belang dat medici en paramedici goed op de hoogte zijn van deze ontwikkelingen en zich een visie vormen op de juiste toepassing. Daaraan wil deze e-learningmodule bijdragen.
Overgewicht en obesitas zijn predisponerend voor onder andere hart- en vaatziekten, prediabetes en diabetes type 2 (diabetes mellitus 2, DM2). Van de mensen met overgewicht ontwikkelt 70 procent op den duur DM2. Het is nu wel duidelijk dat leefstijl hieraan een belangrijke bijdrage levert. Vooral een gebrek aan lichaamsbeweging speelt hierbij een rol. Dit is niet verwonderlijk daar de skeletspieren ook gezien moeten worden als het grootste metabole orgaan in het menselijk lichaam. Bij overgewicht, obesitas en DM2 zijn zowel het glucose- als het vetmetabolisme in hart- en skeletspieren verstoord. Deze spieren zijn echter uiterst plastische organen die goed reageren op lichaamsbeweging en training. Traditioneel werd duurtraining gepropageerd, maar de combinatie van (hoogintensieve) interval-, duur- en krachttraining geeft de beste resultaten. Met deze combinatie van trainingsmodaliteiten wordt de vetoxidatie tijdens inspanning en in de uren daarna bevorderd, wat resulteert in een afname van de hoeveelheid lichaamsvet. Bovendien neemt de tijdsbelasting van de training voor de patiënt af. De verwachting is dat hierdoor meer patiënten bewegen voorgoed in hun leefpatroon zullen inbouwen.
In de gezondheidszorg worden klachten die niet medisch verklaarbaar zijn, soms onterecht psychologisch geduid. Dit heeft te maken met de manier waarop gezondheidsprofessionals naar het lichaam kijken. Een evolutionair perspectief biedt een aanvullend denkkader om misverstanden te voorkomen: zie de mens als een adaptief organisme, niet als defecte machine. Pijn en compensatiegedrag zijn geen fouten, maar logische reacties van een systeem, gericht op overleven. Deze benadering sluit beter aan bij de ervaring van patiënten en laat ruimte voor zowel biologische, psychologische als contextuele factoren. De wetenschappelijke methode blijft leidend, maar met bredere interpretatiekaders. Fysiotherapie kan hierin vooroplopen: werken aan het lijf, mét het hoofd erbij. Breinen hebben geen pijn, mensen wel.