Lokale anesthetica

01 september 2016

Lokale anesthetica kennen een lange historie in de anesthesie: beschrijving van het anesthetisch effect van cocabladeren stamt uit de zeventiende eeuw. Cocaïne is voor het eerst in 1884 toegepast voor lokale verdoving van het oog waarna continue ontwikkelingen en aanpassingen gericht op verbetering van potentie en veiligheid hebben geleid tot de huidige praktijk met o.a. ropivacaïne (1996) en levobupivacaïne (1999). De lokale anesthetica behoren tot de groep van amino-esters en amino-amiden. Lokale anesthetica blokkeren de ‘voltage-gated’ Na-kanalen, waardoor initiële activatie en voortgeleiding van de zenuwimpuls wordt geblokkeerd. De pH-afhankelijke variabele binding van het H+-atoom aan de tertiaire aminegroep zorgt voor afname van lading in een basische omgeving en toename van lading bij neutrale of zure pH. De neutrale basische vormen zijn beter vetoplosbaar, de geladen vorm is meer wateroplosbaar.

Informatie over deze collectie

Publicatiedatum 01 september 2016
Duur
30 min

Accreditatie

Status
Niet gestart

Aan de slag

Wil jij ook nascholen met A&I?

In deze collectie

Artikel

Lokale anesthetica

Auteur
dr. P. (Peter) Bruins
Niet gestart
30 min
Je hebt geen abonnement op A&I.
Bijlage

Literatuurlijst

Niet gestart
Je hebt geen abonnement op A&I.