Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Klinisch redeneren bij (kwetsbare) ouderen; van screening naar zorgplan Lees meer over Klinisch redeneren bij (kwetsbare) ouderen; van screening naar zorgplan Klinisch redeneren bij (kwetsbare) ouderen; van screening naar zorgplan
Een gezondheidsprobleem van ouderen staat nooit op zichzelf, maar wordt bepaald en is continu onderhevig aan allerlei lichamelijke, psychische en sociale factoren. Klinisch redeneren bij (kwetsbare) ouderen gaat vooral om het vroegtijdig signaleren van bedreigingen voor de gezondheid, het toepassen van preventieve interventies en in samenspraak met de cliënt komen tot besluitvorming over interventies. Verpleegkundigen maken gebruik van verschillende redeneerhulpen en redeneerschema’s om in alle fasen van het verpleegkundig proces verantwoorde besluiten te nemen. In het volgende artikel wordt de methodiek 'van screening naar zorgplan' toegelicht. In de rubriek casuïstiek (blz 34) wordt de methodiek toegepast op een casus.
Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson Lees meer over Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson Palliatieve zorg bij de ziekte van Parkinson
Palliatieve zorg voor mensen met de ziekte van Parkinson (ZvP) is een onontgonnen gebied. De ZvP is een veelvoorkomende aandoening die grote gevolgen heeft voor het dagelijks leven. Patiënten hebben te maken met een breed scala aan problemen op zowel lichamelijk (o.a. traagheid in bewegen, incontinentie en vallen), geestelijk (o.a. depressie en dementie) als psychosociaal (o.a. gedragsverandering en relatieproblematiek) gebied. De zorg voor parkinsonpatiënten wordt steeds complexer naarmate de ziekte vordert en in 20-40% van de gevallen is een verpleeghuisopname zelfs onvermijdelijk. In een late fase van de ziekte kampen patiënten met veel uiteenlopende symptomen zoals: immobiliteit, vermoeidheid, pijn, slaperigheid, cognitieve problemen en dementie. Genezing van de ziekte is (nog) niet mogelijk en patiënten sterven of aan de gevolgen van de ziekte of in ieder geval met de ziekte. Over het beloop en de behandeling in de vroege fase van de ZvP is al veel bekend. Over het beloop in de laatste levensfase, met name in de palliatief terminale fase (laatste weken vóór het overlijden), is weinig geschreven. Dit is de fase waarin het lichamelijke en cognitieve functioneren sterk zijn achteruitgegaan, de respons op medicatie zeer beperkt is en de therapeutische breedte van de dopaminerge medicatie minimaal is. In deze fase gaat het slikken vaak moeilijk, waardoor de kans op verslikken en aspiratiepneumonie een groot risico vormen. Een pneumonie is de meest voorkomende oorzaak van overlijden bij een parkinsonpatiënt.
Melatonine als sedativum bij het verrichten van een MRI bij kinderen Lees meer over Melatonine als sedativum bij het verrichten van een MRI bij kinderen Melatonine als sedativum bij het verrichten van een MRI bij kinderen
Melatonine is een hormoon dat het natuurlijke slaap-waakritme beïnvloedt. Het wordt steeds vaker toegepast als sedativum bij allerlei procedures waarbij het van belang is dat het kind rustig is of slaapt. Er ontbreken goed opgezette randomized controlled trials (RCT’s) om de effectiviteit van melatonine als sedativum voor het verrichten van een MRI bij kinderen te beoordelen. Aanvullend onderzoek hiernaar is nodig. De kans op succes is waarschijnlijk groter wanneer melatonine wordt ingezet in combinatie met slaapdeprivatie in een prikkelarme omgeving, waarbij de MRI in de avonduren wordt verricht.
Farmacologische behandeling van pijnlijke diabetische neuropathie Lees meer over Farmacologische behandeling van pijnlijke diabetische neuropathie Farmacologische behandeling van pijnlijke diabetische neuropathie
Als complicatie van diabetes is pijnlijke diabetische neuropathie een groeiend probleem in onze samenleving. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige behandelingsmogelijkheden van pijnlijke diabetische neuropathie. Er zijn vier groepen geneesmiddelen die een aantoonbaar pijnstillend effect hebben voor neuropathische pijn: antidepressiva, anti-epileptica, slow-release opioïden en lokale medicatie in de vorm van capsaïcinecrème. De behandeling met paracetamol en NSAID’s is niet zinvol voor deze doelgroep. Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van neuropathische pijn zijn het geneesmiddel tapentadol en de lokale behandeling met capsaïcine 8%. De effectiviteit van de behandeling van neuropathische pijn is relatief beperkt waarbij slechts 40-60% van de patiënten enige vorm van pijnreductie bereikt. Op dit moment berust de behandeling op een trial-and-error principe, waarbij de keuze van het middel wordt bepaald door de contra-indicaties, comorbiditeit en het bijwerkingenprofiel. Verwijzing naar een pijnpolikliniek kan zinvol zijn indien pijnreductie niet afdoende is.
Het diffuse glioom: kliniek, moderne classificatie en behandeling Lees meer over Het diffuse glioom: kliniek, moderne classificatie en behandeling Het diffuse glioom: kliniek, moderne classificatie en behandeling
Diffuse gliomen zijn progressieve primaire hersentumoren met een sterke impact op de kwaliteit van leven en levensverwachting van patiënten. Beschikbare behandelingen – operatieve resectie, radiotherapie en chemotherapie – zijn niet-curatief qua opzet. De classificatie van tumoren en het behandelbeleid zijn de laatste jaren sterk veranderd door de opkomst van moleculaire diagnostiek. Dit heeft tot een verbeterde prognose geleid voor verschillende groepen patiënten, zoals de patiënten met een glioom met 1p/19q-co-deletie en de oudere patiënten met een glioblastoom. Responsevaluatie na behandeling geschiedt met reguliere MRI en waar nodig met aanvullende technieken. Doelgerichte (‘targeted’) en immuungerichte behandelingen gaan in de komende jaren hopelijk de perspectieven verder verbeteren. De behandelstrategie hangt af van de vele prognostische factoren, vooral de klinische conditie van de patiënt, en van diens voorkeuren. Overleg in een multidisciplinaire neuro-oncologische werkgroep is daarom essentieel. De neuroloog heeft een grote rol in het begeleiden van patiënten bij het maken van individuele keuzes.