Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
In Nederland leven ruim 250.000 mensen met dementie, van wie 12.000 jonger zijn dan 65 jaar. Door de vergrijzing stijgt dit aantal naar verwachting tot meer dan een half miljoen in 2050. Dementie is niet alleen ingrijpend voor de patiënt en diens omgeving, maar ook voor de zorg: het is het duurste ziektebeeld in Nederland en verantwoordelijk voor meer dan 5% van de totale zorgkosten.
In deze nascholing leer je als doktersassistent hoe je signalen van dementie herkent en bespreekbaar maakt binnen het team. Je leert omgaan met geheugen- en denkproblemen die aan de balie tot uiting komen, en hoe je de vertrouwensrelatie met patiënten met dementie kunt behouden of versterken. Door tijdig te signaleren en passend te reageren, kun je een belangrijke bijdrage leveren aan vroegtijdige herkenning en goede begeleiding van deze kwetsbare patiëntengroep binnen de huisartsenpraktijk.
De diagnose ADHD bij volwassenen wordt in Nederland pas sinds 1996 gesteld. Inmiddels is duidelijk dat bij circa 60% van de kinderen met ADHD de symptomen blijven bestaan en dat 90% ook als volwassene disfunctioneert. Voor veel patiënten betekent de diagnose eindelijk erkenning, maar er is ook discussie over overdiagnosticering. De gevolgen van onbehandelde ADHD zijn echter aanzienlijk, zowel persoonlijk als maatschappelijk: van werkverzuim en onderpresteren tot verslaving en criminaliteit.
De POH-GGZ speelt een belangrijke rol in het signaleren van ADHD bij volwassenen. In deze nascholing wordt, op basis van recente literatuur en richtlijnen, ingegaan op herkenning, diagnostiek en behandeling van ADHD. De focus ligt op wat de POH-GGZ hierin kan betekenen. In BLOK A wordt ingegaan op het herkennen van ADHD en de rol van de POH-GGZ bij het in kaart brengen van symptomen. BLOK B behandelt diagnostiek en de behandelmogelijkheden. Hoewel een NHG-Standaard voor ADHD bij volwassenen ontbreekt, biedt deze nascholing praktische handvatten voor ondersteuning van deze patiëntengroep in de huisartsenpraktijk.
Patiënten weten dat voeding invloed heeft op gezondheid, maar laten zich vaak leiden door hardnekkige voedingsmythes en populaire gezondheidsclaims. Als huisarts wordt u regelmatig bevraagd over de betrouwbaarheid van supplementen, vitamines, kruiden en functionele voeding. In deze e-learning krijgt u de kennis aangereikt om gefundeerd advies te geven.
Deze nascholing bespreekt voedingsgerelateerde misvattingen, relevante deficiënties bij risicogroepen en de wetenschappelijke beoordeling van gezondheidsclaims. U leert over Europese regelgeving, waaronder de Verordening (EG) nr. 1924/2006 en de rol van de European Food Safety Authority (EFSA). Claims worden toegelicht aan de hand van vier categorieën: artikel 13.1 (algemeen wetenschappelijk onderbouwd), artikel 13.5 (nieuw bewijs of eigendomsrechten), artikel 14(1)a (risicovermindering) en 14(1)b (groei en ontwikkeling bij kinderen).
Ook komt de Novel Food Verordening (2018) aan bod en wordt uitgelegd wat termen als ‘suikervrij’ of ‘geen toegevoegde suikers’ wettelijk betekenen (onderdelen A1 t/m A4). Deze e-learning helpt u voedingsinformatie beter te duiden en patiënten kritisch en met vertrouwen te begeleiden.
Lithium is een geneesmiddel dat wordt toegepast bij bipolaire stoornissen. Aan het gebruik van lithium is een aantal nadelen verbonden, waaronder de bijwerkingen, interacties met andere geneesmiddelen en de kans op een overdosering. Lithium is een middel met een smalle therapeutische breedte, waardoor relatief snel een gevaarlijk hoge bloedspiegel, oftewel intoxicatie, kan ontstaan. Het herkennen van bijwerkingen en de symptomen van een intoxicatie en op de hoogte zijn van de risicofactoren voor het ontwikkelen van een intoxicatie zijn van belang voor een veilige behandeling met lithium.
Diverse literatuur levert ruim bewijs dat acceleromyografie sensitiever is om restverslapping aan te tonen dan visuele en tactiele beoordeling van de TOF-ratio of andere vaak gebruikte klinische testen. Vanaf een TOF-ratio van 0,7 is er herstel van normale respiratoire functie. Herstel van de faryngeale functie treedt pas op vanaf een TOF-ratio van meer dan 0,9. Dit betekent dat er, ook al is er een spontane ademhaling met adequate teugvolumes, nog altijd sprake kan zijn van onvoldoende herstel van de slik- en hoestreflexen, waardoor er nog altijd een verhoogd risico op aspiratie aanwezig is. In diverse onderzoeken is aangetoond dat restverslapping zorgt voor respiratoire complicaties op de PACU en een langere verkoevertijd en daarmee mogelijk een langere opnameduur, bijvoorbeeld doordat een dagbehandeling door aanhoudende zuurstofbehoefte toch een klinische opname wordt. In hun systematic review uit 20081 laten Claudius en Viby-Mogensen zien dat er ruim bewijs is dat acceleromyografie (AMG) sensitiever is om restverslapping uit te sluiten dan veelgebruikte klinische tests (grade A).
Postoperatieve pijn komt vaak voor en heeft negatieve gevolgen voor de patiënt. Dit artikel geeft u evidence-based handvatten om pijn multidimensioneel te meten en te monitoren na het inzetten van effectieve pijnbehandeling. Hiermee vermindert u de symptoomlast bij de patiënt en toont u verpleegkundig leiderschap ten aanzien van de kwaliteit en veiligheid van zorg aan patiënten na een operatie.