Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
De meeste patiënten met een solide tumor moeten voorafgaand aan chirurgische resectie een vorm van neoadjuvante therapie ondergaan: chemotherapie, radiotherapie of immunotherapie. Neoadjuvante therapie is toxisch; de behandeling richt zich namelijk ook op niet-oncologische cellen. De toxische effecten zijn zichtbaar in verschillende orgaansystemen en kunnen de orgaanfunctie en het herstel na chirurgie beïnvloeden. Het ondergaan van een anesthesie, de operatie en het herstel worden tevens beïnvloed door een verminderde voedingsstatus in combinatie met pre-existente comorbiditeit. De timing tussen neoadjuvante therapie en chirurgie is belangrijk. Een zorgvuldige preoperatieve beoordeling gevolgd door prehabilitatie is cruciaal voor het reduceren van postoperatieve complicaties en het bespoedigen van het herstel. Voor de anesthesioloog is het van belang om te weten wat het effect van de neoadjuvante therapie en prehabilitatie op de patiënt is geweest, zodat een gedegen anesthesieplan gemaakt kan worden voor de perioperatieve fase.

Allergisch beroepsastma is een type astma dat ontstaat door blootstelling aan allergenen op de werkplek. Het kenmerkt zich door chronische luchtwegontsteking en kan leiden tot blijvende luchtwegobstructie. Het vermijden van blootstelling aan het allergeen is cruciaal om blijvende schade te voorkomen. Deze casus benadrukt het belang van vroegtijdige herkenning van beroepsgerelateerde klachten, vooral bij arbeidsmigranten, die vaak een extra kwetsbare groep vormen. Samenwerking met expertisecentra is belang vanwege de multidisciplinaire aanpak met aandacht voor een juiste diagnosestelling, adviezen op de werkplek voor patiënt en diens collegae en vanwege de nieuwe regeling voor tegemoetkoming in beroepsziekten.

De hemostase wordt gereguleerd door een ingewikkeld systeem met stimulerende en remmende factoren van de bloedstolling en bestaat uit een primaire en secundaire hemostase. Zowel de aanwezigheid van een psychiatrische stoornis als het gebruik van psychofarmaca kan gepaard gaan met een verhoogd risico op trombose of bloedingen. Psychiatrische stoornissen zoals depressieve stoornissen en schizofrenie vergroten, mede vanwege leefstijlfactoren, in veel gevallen het risico op trombose. Dit geldt ook voor de antipsychotica. Vergroten van het risico op bloedingen is echter ook mogelijk bij het gebruik van serotonineheropnameremmers (SRI’s) bij angstklachten en depressie. Preventie van trombose kan vooral bestaan uit het aanpakken van relevante (metabole) risicofactoren. Preventie van (maag)bloedingen in geval van SRI-gebruik kan eventueel bestaan uit het toevoegen van een maagzuurremmer, vooral als er sprake is van andere risicomedicatie (m.n. NSAID’s).

Lagere dosering kankermedicijnen vermindert CO2-uitstoot | Vaker zeer antibioticaresistente bacteriën | Zenuwschade door voedingssupplementen met vitamine B6 | Meer medicijngebruik in lage SES-gebieden | Preventieve behandeling kan ontwikkeling RA vertragen of voorkomen | Afbouwen van bloeddrukverlagende middelen afgeraden bij ouderen met dementie in verpleeghuis | Koorts na gebruik van mebendazol | DroomSap kan bijwerkingen geven | Positief effect van semaglutide bij chronische nierschade | Stijging uitgaven middelen voor gewichtsvermindering

Het is een pijnlijk contrast: terwijl zorgverleners in sommige delen van de wereld met een schrijnend tekort aan medische
hulpmiddelen kampen, worden in rijke landen jaarlijks talloze ongebruikte en volledig functionele hulpmiddelen vernietigd. Deze verspilling, voortkomend uit strikte regelgeving en commerciële belangen, wordt vaak als onvermijdelijk beschouwd. Maar is dat ook echt zo?

Klassieke psychedelica, zoals LSD en psilocybine, zijn stoffen die momenteel illegaal zijn, maar door personen gebruikt worden vanwege hun bewustzijnsveranderende effecten of als zelfmedicatie voor bepaalde psychiatrische stoornissen zoals depressie. Jaren geleden vonden de eerste wetenschappelijke psychedelicastudies plaats en werd het potentieel in een therapeutische context al onderstreept. Door een samenloop van omstandigheden kwam het onderzoek tot stilstand, maar
sinds een jaar of tien is de draad weer opgepakt en blijken de eerste resultaten veelbelovend. Bestudeerde indicaties tot nu toe zijn middelengebruiksstoornis, primaire of secundaire angststoornis, posttraumatische stoornis, depressie en obsessief-compulsieve stoornis. In de komende jaren zal uit aanvullend bewijs het therapeutisch potentieel van deze middelen moeten
blijken en dan zullen ze wellicht ook toegevoegd worden aan het arsenaal van middelen die ingezet kunnen worden om de mentale gezondheid van patiënten te vergroten.