Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. De criteria, in 2011 aangepast, zijn uiterst belangrijk om de diagnose juist te kunnen stellen. Cognitief onderzoek kan goed door de neuroloog zelf worden gedaan, maar bij twijfel over de aard van de dementie, in een vroeg stadium of bij jonge patiënten is een neuropsychologisch onderzoek zinvol. Beeldvormend onderzoek wordt over het algemeen geadviseerd ter uitsluiting van andere oorzaken en ter ondersteuning van de diagnose op grond van specifieke kenmerken. In aanvulling hierop kan liquoronderzoek of eventueel amyloïde PET-scan bijdragen bij twijfel over de diagnose, indien MRI onvoldoende ondersteuning geeft, als patiënten jong zijn of in een vroeg stadium. Indien het vermoeden bestaat op de ziekte van Alzheimer bij patiënten met milde cognitieve stoornissen, kan biomarkeronderzoek de diagnose meer of minder waarschijnlijk maken.
Bij een acute astmaexacerbatie bij schoolkinderen en adolescenten zorgt een stootkuur prednison voor een korter verblijf in het ziekenhuis en minder snel een recidief binnen de eerste drie maanden. Bij jonge kinderen die zich met dyspneu op de SEH presenteren en bij lichamelijk onderzoek een piepend expirium hebben passend bij bronchusobstructie, wordt regelmatig, naast luchtwegverwijders, oraal prednison voorgeschreven. De vraag die we hier willen beantwoorden, is of er bewijs is voor effectiviteit van een stootkuur prednison bij kinderen jonger dan 4 jaar, aangezien hier waarschijnlijk sprake is van andere pathofysiologie. Analyse van de literatuur laat zien dat er onvoldoende bewijs is voor orale corticosteroïden bij peuterastma. We adviseren om geen prednison voor te schrijven aan jonge kinderen met acuut milde tot matig ernstige dyspneu bij viraal piepen, tenzij er sprake is van dreigende respiratoire insufficiëntie. Hierbij is het effect van prednison onvoldoende onderzocht en is dit mogelijk wel werkzaam, zonder ernstige bijwerkingen.
Dementie kan veroorzaakt worden door verscheidene ziekteprocessen in de hersenen die alle verval van hersenweefsel tot gevolg
Hoewel er op het eerste gezicht weinig lijkt veranderd op het gebied van anticonceptie, zien we een duidelijke verschuiving: steeds minder jonge vrouwen gebruiken de klassieke pil, terwijl het spiraaltje aan populariteit wint. Deze e-learning biedt een overzicht van de huidige stand van zaken in de hormonale en niet-hormonale anticonceptie.
In BLOK A bespreken we recente ontwikkelingen in orale anticonceptiva, waaronder nieuwe preparaten en het 24/4-innamepatroon. Daarnaast komt veelvoorkomende praktische problematiek aan bod, zoals doorbraakbloedingen, hoofdpijn in de pilpauze en vragen over risico’s op trombose of mammacarcinoom.
BLOK B behandelt noodanticonceptie. U leert welke rol u als apotheker speelt in het adviseren over en verstrekken van levonorgestrel en ulipristal, en wanneer het morning-afterspiraaltje een optie is.
Tot slot is er aandacht voor andere anticonceptiemethoden, zoals spiraaltjes, het pessarium, condooms, sterilisatie en de lactatieamenorroemethode.
Deze nascholing helpt u om patiënten goed te informeren over de vele beschikbare opties en hen te begeleiden bij een verantwoorde keuze voor anticonceptie.
Dit artikel is deel twee van een tweeluik over de rol van de context in revalidatie en sport. In het eerste deel is het belang van de context bij het aanleren van vaardigheden verduidelijkt. In dit tweede deel wordt besproken hoe het ontstaan van een specifiek geheugennetwerk binnen een bepaalde context een zogenoemde angstgegner kan opleveren. De ‘angstgegner’ is een term die ontleend is aan de sport en hiermee wordt een tegenstander of een situatie bedoeld die door eerdere ervaringen een zodanige angst oproept dat normaal functioneren niet mogelijk is. Ook in de revalidatie zijn er angstgegners, waardoor een patiënt stagneert in zijn revalidatieproces. Dit artikel gaat in op dit fenomeen en op exposuretherapie als behandelvorm.
Mensen met een classificatie borderlinepersoonlijkheidsstoornis ondervinden per definitie problemen die zich uiten op relationeel en beroepsmatig terrein. Het is echter niet alleen een heterogene aandoening, maar er zijn milde en (zeer) ernstige subgroepen. Dat vraagt dus om maatwerk. De interpersoonlijke kwetsbaarheid is ook aan de orde bij contacten met bedrijfs- en verzekeringsartsen en kan een adequate werkrelatie verstoren en leiden tot ‘emotionele’ interventies. Hiermee kunnen sommige patiënten worden overvraagd en worden bij anderen de kansen op re-integratie verkleind. In deze bijdrage worden twee kernthema’s besproken, hechting en autonomie, waaruit adviezen voor communicatie en bejegening voortvloeien. Adequaat relatiemanagement leidt tot een betere (werk)relatie en betere resultaten.