Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Adviseren over leefstijl, een taak voor de bedrijfsarts? Lees meer over Adviseren over leefstijl, een taak voor de bedrijfsarts? Adviseren over leefstijl, een taak voor de bedrijfsarts?
Een ongezonde leefstijl heeft een grote invloed op de ziektelast en de (gezonde) levensverwachting van de Nederlandse bevolking. Daarnaast hangt een ongezonde leefstijl samen met een grotere kans op arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ziekteverzuim en functioneren op het werk. De bijdrage hiervan wordt geschat op 7 tot 31%. Of een bedrijfsarts zich moet bezighouden met advisering op het gebied van leefstijl hangt af van belangrijke randvoorwaarden als relatie met inzetbaarheid van werkenden, effectiviteit van interventies, legitimiteit en vrijheid van deelname van werknemers. Via het werk aangeboden leefstijlinterventies hebben een positieve invloed op het bevorderen van een gezonde leefstijl, maar de effecten in de beste interventies zijn klein en bovendien is er beperkt bewijs dat leefstijlinterventies werkgerelateerde uitkomsten zoals arbeidsparticipatie of arbeidsproductiviteit verbeteren. Integratie van leefstijlinterventies in een op het werk gericht preventief medisch onderzoek biedt de beste voorwaarden voor een effectieve aanpak.
DOAC’s Lees meer over DOAC’s DOAC’s
De directwerkende orale anticoagulantia (DOAC’s) lijken de plaats in te gaan nemen van de vitamine-K-antagonisten (VKA’s). De indicaties voor een DOAC bestaan uit boezemfibrilleren en de preventie en behandeling van veneuze trombo-embolie. De DOAC’s zijn onder te verdelen in de directe trombineremmer dabigatran en de factor-Xa-remmers rivaroxaban, apixaban en edoxaban. Deze middelen worden in een vaste dosering voorgeschreven. De dosering hangt af van indicatie, nierfunctie en gewicht. Er is een voorspelbare farmacokinetiek en daarom is er geen laboratoriummonitoring nodig. In bepaalde situaties kan het meten van het effect op de bloedstolling overwogen worden. Denk dan bijvoorbeeld aan patiënten met een nierinsufficiëntie of aan patiënten bij wie het noodzakelijk is om de antistolling te couperen zoals bij een levensbedreigende bloeding of een acute chirurgische interventie.
Digitale begeleiding bij RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland Lees meer over Digitale begeleiding bij RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland Digitale begeleiding bij RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland
RIBW Zaanstreek Waterland West-Friesland (de RIBW, Regionale Instelling voor Beschermd Wonen) zet sinds 2013 digitale begeleiding in als aanvullende werkwijze op de traditionele huisbezoeken. Cliënten hebben een iPad in bruikleen van de organisatie. De applicatie FaceTime zorgt voor het digitaal beeldcontact tussen cliënt en begeleider. Digitale begeleiding leidt soms tot minder face-to-facecontact, maar dat is niet per definitie het uitgangspunt. De organisatie streeft naar een optimale begeleidingsmix van huisbezoeken en digitale ondersteuning voor de cliënt. Cliënten die gebruikmaken van deze vorm van ondersteuning ervaren veel voordelen, zoals meer flexibiliteit bij korte FaceTimecontacten en het vergroten van zelfredzaamheid met optie tot direct contact, indien nodig.
Dorst en polyurie Lees meer over Dorst en polyurie Dorst en polyurie
Er meldt zich een vrouw op de poli die dorstig is en klaagt over een droge mond. Ze drinkt tot vier liter water per dag. Wat is er aan de hand? Om tot de juiste diagnose te komen volgt een proces van klinisch redeneren. Wat is haar voorgeschiedenis? Welke medicatie gebruikt zij? Kan het aan de medicatie liggen? Wat zijn de oorzaken van dorst en veel drinken? Wat blijkt uit het lichamelijk onderzoek en welke aanvullende onderzoeken zijn nodig? Stap voor stap gaat u richting diagnose en behandeling.
EPA’s als bouwstenen voor een maatwerkopleiding tot medisch specialist Lees meer over EPA’s als bouwstenen voor een maatwerkopleiding tot medisch specialist EPA’s als bouwstenen voor een maatwerkopleiding tot medisch specialist
Ten behoeve van de individualisering van de (duur van de) opleiding worden medische vervolgopleidingen herzien van ‘timebased’ naar ‘activity-based’: niet een vaste tijd is bepalend voor de lengte van de opleiding, maar de snelheid waarmee een aios de benodigde beroepsactiviteiten en competenties verwerft. Ervaren opleiders en aios hebben in het opleidingsplan de beroepsactiviteiten en benodigde competenties vertaald naar Entrustable Professional Activities (EPA’s). EPA’s zijn de dagelijkse beroepsactiviteiten van de specialist die de bouwblokken van de opleiding vormen. De EPA’s en daarbij behorende bekwaamverklaringen helpen opleiders bij het vooraf en tussentijds vaststellen van wat een specialist in opleiding al kan en welke mate van supervisie nodig is. Door de opleiding zo op te delen in afzonderlijk te beoordelen eenheden, kunnen aios per EPA bekwaam verklaard worden. Als de aios bekwaamverklaringen heeft voor alle EPA’s én alle opleidingsonderdelen heeft gehaald, mag hij zich specialist noemen. Ook voor de opleiding anesthesiologie zijn EPA’s in ontwikkeling.
Anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeit; verleden en toekomst Lees meer over Anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeit; verleden en toekomst Anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeit; verleden en toekomst
Anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeit zijn sinds de eerste rapportages van patiënten die in de perioperatieve periode overleden sterk gedaald door de toename van veiligheidsprocedures in het perioperatieve proces. De incidentie van anesthesie-gerelateerde mortaliteit en morbiditeitis lastig te bepalen. Geschat wordt dat anesthesie-gerelateerde mortaliteit tussen 1970 en 1990-2000 met een factor 10 is afgenomen; de incidentie van ernstige anesthesie-gerelateerde morbiditeit ligt tussen de 15-1872 per miljoen anesthesiologische procedures. Anesthesie-gerelateerde mortaliteit wordt veroorzaakt door respiratoire complicaties, luchtwegproblematiek, hemodynamische instabiliteit, overdosering en bijwerkingen van anesthetica; menselijke fouten dragen voor 68% bij, waarbij communicatie en apparatuur een belangrijke rol spelen. Om de anesthesiologische zorg verder te verbeteren, dient de anesthesiologische ketenzorg geoptimaliseerd te worden door maatwerk en precision and personalized care. Om menselijk falen terug te dringen zijn crew resource management en simulatietrainingen van belang.