Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
De overgang – ook wel het climacterium – blijft een actueel onderwerp, zowel bij vrouwen zelf als in de media. Hoewel de commotie rond hormoontherapie is gaan liggen, blijven overgangsklachten veel vragen oproepen. In deze e-learning wordt besproken wat er is overgebleven van eerdere inzichten, en hoe je vrouwen in de apotheek goed kunt ondersteunen.
Blok A gaat in op de typische overgangsklachten zoals opvliegers, nachtelijk zweten en vaginale droogte, maar ook op menstruatieveranderingen en de mogelijke gevolgen daarvan, zoals anemie. Daarnaast wordt stilgestaan bij klachten die mogelijk samenhangen met de overgang, zoals stemmingsstoornissen en gewrichtspijn. Wat is feit, wat is gevoel?
Blok B bespreekt medicamenteuze en niet-medicamenteuze behandelopties. De risico’s van hormoontherapie komen aan bod, evenals de afwegingen rond het gebruik van oestrogenen al dan niet in combinatie met progestagenen. Ook alternatieve behandelvormen en recente inzichten over veiligheid en effectiviteit worden besproken.
Deze nascholing geeft jou als apothekersassistent actuele kennis en praktische handvatten om vrouwen met overgangsklachten professioneel en met vertrouwen te woord te staan.
Sinds enkele jaren zijn de niet-vitamine K-antagonisten orale anticoagulantia (NOAC’s), ook bekend als direct werkende orale anticoagulantia (DOAC’s), beschikbaar. In deze nascholing wordt consequent de term NOAC’s gebruikt.
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) concludeerde in 2016, op basis van literatuuronderzoek, dat NOAC’s bij atriumfibrilleren (AF), diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE) een effectief, veilig en gebruiksvriendelijk alternatief zijn voor vitamine K-antagonisten (VKA’s). De NHG-Standaard Atriumfibrilleren en NHG-Standaard Diepe veneuze trombose en longembolie zijn hierop aangepast. Sindsdien mogen ook huisartsen NOAC’s voorschrijven, mits een artsenverklaring wordt ingevuld via Zorgverzekeraars Nederland.
In deze e-learning komen VKA’s, NOAC’s en heparines uitgebreid aan bod. In Blok A frist u uw kennis over hemostase en de werkingsmechanismen van trombocytenaggregatieremmers (TAR’s) en anticoagulantia op. Blok B behandelt de toepassing van antistolling bij AF en DVT/LE en de indicaties voor combinatietherapie met TAR’s en NOAC’s.
Koorts is de belangrijkste reden waarom ouders met spoed contact opnemen met de huisartsenpraktijk. Meestal is de oorzaak een onschuldige virale infectie, maar het missen van een ernstige of levensbedreigende infectieziekte kan grote gevolgen hebben. Tijdige herkenning van een ernstige bacteriële infectie is daarom essentieel.
In deze nascholing leert u hoe u kinderen met koorts effectief triageert en welke alarmsignalen kunnen wijzen op een ernstige infectie. Daarbij wordt u getraind in het inschatten van de urgentie waarmee een kind door de huisarts gezien moet worden. De inhoud van deze e-learning is gebaseerd op de NHG-Standaard Kinderen met koorts en de NVK-richtlijn Koorts in de tweede lijn bij kinderen van 0-16 jaar. Met deze kennis kunt u een cruciale rol spelen in de veiligheid en tijdige zorg voor zieke kinderen.
De somatisch-symptoomstoornis is een relatief nieuwe classificatie binnen de DSM-5 en vervangt de eerdere begrippen SOLK en somatoforme stoornissen. Anders dan voorheen is het niet langer vereist dat lichamelijke klachten onverklaard zijn. Hierdoor komt een bredere groep patiënten in aanmerking voor deze diagnose, ook degenen met een aantoonbare lichamelijke aandoening. Dit verlaagt de drempel voor verwijzing naar de psychiater en maakt samenwerking met de patiënt beter mogelijk.
In deze e-learning verdiept u zich in de implicaties van deze verschuiving in denken.
BLOK A gaat in op de diagnostiek van somatisch-symptoomstoornissen volgens de DSM-5, inclusief de veranderingen ten opzichte van eerdere classificaties en de klinische relevantie daarvan.
BLOK B richt zich op de behandeling. U maakt kennis met actuele wetenschappelijke inzichten en leert hoe u samen met de patiënt kunt zoeken naar manieren om het lijden te verminderen, ook zonder strijd over de verklaring van de klachten.
Deze nascholing helpt u om deze veelvoorkomende problematiek vanuit een moderne en patiëntgerichte benadering effectief te diagnosticeren en behandelen.
De dwangstoornis – ook bekend als obsessieve-compulsieve stoornis (OCS of OCD) – is een veelvoorkomende maar vaak verborgen aandoening. Hoewel zij even vaak voorkomt als psychoses, wordt de stoornis in de praktijk minder vaak herkend. Dit komt deels doordat patiënten hun klachten goed weten te verbergen of zorg mijden. Bovendien wordt de onderliggende dwangstoornis regelmatig gemist wanneer comorbide angst of depressie op de voorgrond staat.
In deze e-learning wordt u meegenomen in het herkennen, diagnosticeren en behandelen van OCD.
BLOK A behandelt het klinisch beeld van de dwangstoornis. U leert hoe u obsessies en compulsies kunt onderscheiden en wat valkuilen zijn in de diagnostiek, zoals focus op de inhoud van obsessieve twijfels in plaats van de dwangmatigheid zelf.
BLOK B gaat in op de behandeling van OCD. Zowel cognitieve gedragstherapie als farmacotherapie met serotonineheropnameremmers komen aan bod, inclusief hun onderbouwing en toepassing.
Deze nascholing geeft u praktische handvatten om OCD tijdig te signaleren en effectief te behandelen binnen de ggz, met oog voor het volledige klinische beeld.
Steeds meer epidemiologisch onderzoek wijst op een verband tussen parodontitis en atherosclerotische hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of beroerte. Hoewel een direct causaal verband nog niet is aangetoond, laten studies zien dat succesvolle parodontale behandeling gunstige effecten heeft op de vaatgezondheid, waaronder verlaging van de bloeddruk en CRP-spiegels, en verbetering van de endotheel- en vaatfunctie.
In deze nascholing staat de relatie tussen parodontitis en atherosclerose centraal. U leert welke risicofactoren – genetische, leefstijlgerelateerde en systemische – een rol kunnen spelen, en hoe ontstekingsreacties vanuit het parodontium systemische effecten teweegbrengen. Ook wordt ingegaan op de biologische mechanismen die mogelijk bijdragen aan plaquevorming en vaatproblemen.
De e-learning benadrukt het belang van regelmatige screening op parodontitis en een zorgvuldige, levenslange parodontale nazorg. Zo draagt u niet alleen bij aan een betere mondgezondheid, maar ook aan het verlagen van het algemene gezondheidsrisico van uw patiënt.