Parodontitis in relatie met hart- en vaatziekten

Steeds meer epidemiologisch onderzoek wijst op een verband tussen parodontitis en atherosclerotische hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of beroerte. Hoewel een direct causaal verband nog niet is aangetoond, laten studies zien dat succesvolle parodontale behandeling gunstige effecten heeft op de vaatgezondheid, waaronder verlaging van de bloeddruk en CRP-spiegels, en verbetering van de endotheel- en vaatfunctie. In deze nascholing staat de relatie tussen parodontitis en atherosclerose centraal. U leert welke risicofactoren – genetische, leefstijlgerelateerde en systemische – een rol kunnen spelen, en hoe ontstekingsreacties vanuit het parodontium systemische effecten teweegbrengen. Ook wordt ingegaan op de biologische mechanismen die mogelijk bijdragen aan plaquevorming en vaatproblemen. De e-learning benadrukt het belang van regelmatige screening op parodontitis en een zorgvuldige, levenslange parodontale nazorg. Zo draagt u niet alleen bij aan een betere mondgezondheid, maar ook aan het verlagen van het algemene gezondheidsrisico van uw patiënt.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u het begrip comorbiditeit uitleggen
- kunt u ziekten en aandoeningen noemen die met parodontitis geassocieerd zijn
- kunt u het verschil aangeven tussen absolute en relatieve risico’s
- kunt u de ‘bekende’ risicofactoren voor hart- en vaatziekten opnoemen
- kunt u aangeven hoe groot de impact van parodontitis is op het plaatsvinden van een ischemische gebeurtenis
- kunt u een overzicht geven van de mechanismen die de rol van parodontitis bij hart- en vaatziekten biologisch verklaren
- kunt u de gevolgen aangeven van een bacteriëmie voor het immuunsysteem, de bloedstolling en de vethuishouding
- kunt u een beeld schetsen van de overlap in genetische aanleg voor (postadolescente) parodontitis en hart- en vaatziekten
- kunt u methoden noemen om de mate van endotheliale disfunctie te bepalen
- kunt u aangeven welk effecten de behandeling van parodontitis heeft op de conditie van het bloedvatenstelsel, op bepaalde levereiwitten en de vetstofwisseling