Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Bij een prematuur geboren jongen zonder afwijkingen bij lichamelijk onderzoek werden direct bij de geboorte een anemie en
Dit artikel beschrijft de toepassing van de leerstrategie ‘old way-new way’ bij therapeutische interventies in de revalidatie. De strategie is toe te passen wanneer blijkt dat de patiënt moeite heeft om nieuwe (deel)vaardigheden aan te leren vanwege de interferentie met de reeds bestaande manier van bewegen. Dit gebeurt vooral als nieuwe vaardig heden wel aangeleerd zijn, maar iemand door vermoeidheid, stress of dubbeltaken terugvalt in de oude manier van bewegen. Besproken worden welke neurale structuren betrokken zijn bij bekende, geautomatiseerde en nieuwe bewegingen in relatie tot aandacht en sensorische informatieverwerking. Bij deze leerstrategie is het belangrijk dat er niet alleen aandacht besteed wordt aan de nieuwe, maar ook aan de actuele, ‘oude’ manier van bewegen. De verschillende fasen die doorlopen moeten worden bij het toepassen van deze methode komen aan de orde. Deze fasen worden verder toegelicht aan de hand van twee voorbeelden van het toepassen van deze strategie in de dagelijkse fysiotherapiepraktijk: een patiënt met een cerebrovasculair accident (CVA) die sleept met een voet en een patiënte met een totale knieprothese die problemen heeft met symmetrisch belasten.
De DAWN-studie heeft een nieuwe groep ‘late’ patiënten geïdentificeerd die baat kunnen hebben van IAT. Omdat de
Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 1.250 kinderen geboren met een corvitium oftewel hartafwijking. In dit artikel worden de meest voorkomende congenitale hartafwijkingen en de eerste opvang daarbij besproken.
Cardiomyopathieën vormen een heterogene groep myocardiale ziekten die worden gekenmerkt door mechanische en/of elektrische disfunctie, vaak gepaard gaand met ventriculaire hypertrofie of dilatatie. Genetische aspecten zijn hierbij van belang. De diagnose kan worden gesteld met behulp van echocardiografie of MRI. Follow-up van patiënten (evaluatie van therapie) wordt voornamelijk gedaan met echocardiografie. De belangrijkste fenotypen zijn gedilateerde-, hypertrofische-, restrictieve-cardiomyopathie, aritmogene rechterventrikeldisfunctie en niet-geclassificeerde cardiomyopathie. Primaire cardiomyopathieën ontstaan op basis van een gendefect of kunnen verworven zijn. Er bestaan ook gemengde vormen. Secundaire cardiomyopathieën ontstaan door afwijkingen buiten het hart, zoals hypertensie, amyloïdose of hyperthyreoïdie. Bij cardiomyopathie in het algemeen is plotse hartdood het belangrijkste risico. De behandeling van zowel hypertrofische cardiomyopathie als gedilateerde cardiomyopathie is afhankelijk van de symptomen en de familiaire belasting.
Beroepsmatige blootstelling aan endotoxinen en het risico op longkanker | Is yoga effectief voor klachten van het bewegingsapparaat op de werkvloer? | Wees nog steeds alert op silicose