Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen Lees meer over Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken om het levenseinde te bespoedigen
Naar verwachting zullen we in de toekomst vaker te maken krijgen met patiënten die er bewust voor kiezen om af te zien van eten, drinken en kunstmatige voeding, om zo het levenseinde te bespoedigen. De handreiking, die in 2015 is afgerond, wil professionals zoals verpleegkundigen, verzorgenden en artsen helpen om de wilsbekwame patiënten goed voor te bereiden en te begeleiden om het lijden te verlichten. Daarnaast kan de handleiding ook door patiënten, hun naasten en vrijwilligers gebruikt worden. Ongeveer 2800 keer per jaar ziet een patiënt bewust af van vocht en voeding (2,1% van alle sterfgevallen in ons land).
Maak het verschil Lees meer over Maak het verschil Maak het verschil
Wanneer een kind plotseling en onverwacht een verandering laat zien in motoriek of gedrag, ontstaat ongerustheid bij de omgeving. Treden tevens contactverlies en bewustzijnsverandering op, dan is presentatie op de SEH of verwijzing naar kinderarts of kinderneuroloog het gevolg. Zijn er bij de eerste beoordeling nog verschijnselen aanwezig, dan kan het stellen van een diagnose relatief eenvoudig zijn. Meestal is er bij het eerste consult echter niets opmerkelijks meer aan de hand. Het kind is volledig hersteld. Paroxismale verschijnselen laten vaak geen sporen na, waardoor aanvullend onderzoek niet afwijkend is of slechts atypische bevindingen oplevert. Naarmate paroxismale gebeurtenissen zich vaker herhalen, is een meer gedetailleerde anamnese mogelijk. Er is een breed aanvalsspectrum dat bestaat uit vele verschillende epileptische aanvallen, aanvallen die niet-epileptisch zijn maar wel een pathofysiologisch substraat hebben, en aanvallen waarvoor geen lichamelijke oorzaak kan worden gevonden, de psychogene niet-epileptische aanvallen (PNEA’s). De behandeling per aanvalscategorie verschilt zo sterk dat bij twijfel de diagnose beter kan worden uitgesteld dan dat op basis van een onjuiste diagnose wordt behandeld.
ACE-remmers en ARB’s Lees meer over ACE-remmers en ARB’s ACE-remmers en ARB’s
In dit artikel wordt de werking van ACE-remmers en ARB’s besproken.
Schildklierhormonen Lees meer over Schildklierhormonen Schildklierhormonen
De schildklier (glandula thyroidea) is een vlindervormige klier, die aan de voorkant van de hals ligt, voor het strottenhoofd en tegen de luchtpijp aan. De schildklier weegt 15-25 gram en is een van de grootste endocriene klieren. Deze klier bestaat uit twee kwabben (lobi) die zijn opgebouwd uit follikels (blaasjes). Beide kwabben zijn bedekt met een bindweefselkapsel en worden door een brug van schildklierweefsel (de isthmus) met elkaar verbonden. De bloedvoorziening van de schildklier wordt verzorgd door vier slagaderen, waarmee de schildklier het meest doorbloede orgaan is van het menselijk lichaam.
Nefrotisch syndroom Lees meer over Nefrotisch syndroom Nefrotisch syndroom
Het nefrotisch syndroom is geen opzichzelfstaande ziekte. Wat is het dan wel? Nefrotisch syndroom is een combinatie van ziekteverschijnselen veroorzaakt door renaal eiwitverlies en kenmerkt zich door vocht- en natriumretentie. De oorsprong ligt in een aandoening van de glomeruli (filters) in de nieren. De oorzaken zijn divers en kunnen verschillen bij volwassenen en kinderen. In dit artikel wordt het nefrotisch syndroom bij volwassenen beschreven.
Auto-immuunhepatitis Lees meer over Auto-immuunhepatitis Auto-immuunhepatitis
Auto-immuunhepatitis (AIH) is een chronische ontstekingsziekte van de lever, die vaker bij vrouwen voorkomt dan bij mannen. Patiënten met deze ziekte presenteren zich met klachten als vermoeidheid, verminderde eetlust en pijn in de bovenbuik. Het is op dit moment (nog) onbekend hoe AIH ontstaat. De incidentie van AIH is 1,9 per 100.000 en de prevalentie is 16,9 per 100.000. In 80% van de gevallen gaat het om patiënten van het vrouwelijk geslacht, bij wie AIH vaak optreedt rond het begin van de menstruatie of rond de overgang. De behandeling is multidisciplinair en vindt voornamelijk in de tweede lijn plaats.