Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Chronische nierschade komt veel voor en treft 5% tot 10% van de bevolking. Het aantal patiënten neemt toe door vergrijzing, en aandoeningen zoals diabetes mellitus type 2, hypertensie en vaatlijden. Ook betere laboratoriumrapportages en toegenomen bewustwording dragen bij aan het vaker stellen van de diagnose.
In deze nascholing leer je over de achtergronden, risico’s en behandeling van chronische nierschade, met nadruk op het belang van vroegtijdige herkenning. Een gestoorde nierfunctie verhoogt namelijk het risico op hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling, zoals het verlagen van de bloeddruk en aanpak van risicofactoren, kan de prognose verbeteren en verdere nierschade vertragen.
Een belangrijk thema is medicatieveiligheid. Patiënten met chronische nierschade zijn kwetsbaar voor bijwerkingen: sommige middelen kunnen schadelijk zijn voor de nieren, andere stapelen zich op door verminderde uitscheiding, of werken juist minder goed bij verminderde nierfunctie.
De e-learning is opgebouwd rond deze kernthema’s en een begrippenlijst is toegevoegd waarin onbekende termen worden toegelicht.
Stridor is een hoorbaar symptoom dat voortkomt uit een snelle turbulente luchtstroom door een vernauwd segment van de luchtwegen. Verreweg de meest voorkomende verworven oorzaak van stridor bij kinderen is laryngitis subglottica. Het is belangrijk bij de eerste evaluatie systematisch te werk te gaan, gebruikmakend van een goede differentiële diagnose. In de differentiële diagnose van obstruerende bovensteluchtweginfecties staan nog twee andere ziektebeelden die minder vaak voorkomen dan laryngitis subglottica maar wel een ernstig beloop kunnen hebben: epiglottitis en bacteriële tracheïtis. De Sectie Kinderanesthesiologie heeft een protocol ‘Moeilijke luchtweg bij kinderen’ en bijbehorend stroomdiagram ontwikkeld, toegespitst op de Nederlandse situatie. Indien er geen tijd voor overleg of verwijzing naar een kindercentrum mogelijk is, wordt het algoritme ‘niet herkende moeilijke luchtweg’ gebruikt.
De meeste koortsconvulsies zijn onschuldig. Ze gaan echter vaak gepaard met ziekenhuisbezoek en kunnen leiden tot veel angst, vooral bij de ouders. Wij zochten antwoord op de vraag of behandeling met clobazam tijdens koortsperioden effectief is in het verlagen van de recidiefkans bij kinderen in de leeftijd van 6 maanden tot 5 jaar met een of meer doorgemaakte koortsconvulsies.
Wij vonden één valide studie, uitgevoerd in India. In deze studie nam bij behandeling met clobazam tijdens koortsperioden de herhalingskans op koortsconvulsies met 64% af. Het number needed to treat (NNT) is 2. Dit wil zeggen dat er twee patiënten behandeld moeten worden om één koortsconvulsie te voorkomen. De toepasbaarheid van deze studies voor de Nederlandse situatie is niet zeker.
Er is dus vooralsnog in Nederland onvoldoende wetenschappelijk bewijs dat clobazam tijdens een koortsperiode effectief en veilig het optreden van een koortsconvulsie kan voorkomen bij kinderen die in het verleden meerdere koortsconvulsies hebben doorgemaakt. Het summiere bewijs dat er is, laat wel een duidelijke afname van de recidiefkans zien. Daarom kan behandeling met clobazam tijdens koortsperioden bij bepaalde patiëntencategorieën worden overwogen om de recidiefkans te verlagen.
Blauwe plekken kunnen accidenteel of toegebracht zijn, of een uiting zijn van een ziekte zoals een stollingsstoornis. Kinderartsen kunnen met behulp van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek en met een aantal stelregels meestal een goed onderscheid maken tussen deze drie categorieën. Hematomen zijn soms het enige teken dat er sprake is van kindermishandeling en kunnen de enige waarschuwing zijn voorafgaand aan een ernstige of zelfs fatale afloop van fysieke kindermishandeling. Zo nodig moet forensisch medische expertise voor kinderen worden ingezet om toegebracht letsel uit te sluiten. Bij – vermoedens van – toegebrachte blauwe plekken is het waarborgen van de veiligheid van het kind essentieel om verdere schade te voorkomen.
Talrijke dierstudies en in-vitro-studies hebben aangetoond dat anesthetica nadelige effecten kunnen hebben op de ontwikkeling
Deze klinische casus beschrijft een werkneemster met een spinale musculaire atrofie type 3. Een aandoening met een veelal mild maar progressief verloop vanaf jonge leeftijd. Deelname aan het arbeidsproces is niet onmogelijk, maar uiteindelijk niet meer vanzelfsprekend. In deze casus wordt het verloop geschetst van ziekmelding tot beoordeling in het kader van de WIA-keuring en worden de diagnose en prognose van de aandoening beschreven.
Een progressieve spierziekte is een invaliderende aandoening waarvoor nog steeds geen goede behandeling bestaat. Indien gecompliceerd door comorbiditeit kan dit grote invloed hebben op de kwaliteit van leven. Opvallend is dat ondanks forse tegenslagen de werkneemster een copingstrategie heeft ontwikkeld waardoor zij met de belasting van haar aandoeningen heeft leren omgaan. Uiteindelijk kon zij haar werk niet behouden en werd een IVA-uitkering toegekend.