Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Bij een patiënt met een eetstoornis is er een verstoring in het eetgedrag en in het denken over eten. De DSM-5 beschrijft zeven verschillende eetstoornissen. In dit artikel gaan we uitgebreid in op de stoornis anorexia nervosa. Bij deze stoornis is er naast de psychiatrische problematiek vaak sprake van somatische complicaties. Deze patiënten hebben gedurende een lange periode restrictief gegeten met als gevolg ernstig ondergewicht. Om de eetstoornis te behandelen is het soms noodzakelijk eerst het ondergewicht (en de daarmee gepaard gaande somatische complicaties) te verbeteren. Dit hervoeden of ‘refeeden’ brengt ook risico op somatische complicaties met zich mee. Tijdens een refeedingopname wordt toegewerkt naar somatische stabilisatie en gewichtsherstel. De focus van dit artikel ligt op de verpleegkundige bejegening tijdens dit refeedingproces. De manier van communiceren met de patiënt over de eetstoornis kan ervoor zorgen dat de patiënt wat afstand neemt van de eetstoornis. Hierdoor wordt het mogelijk tijdens de behandeling gemeenschappelijke doelen na te streven.
De incidentie van sepsis neemt in de laatste decennia toe; door de toenemende vergrijzing is te verwachten dat deze trend zich zal voortzetten. Een deel van de patiënten met ernstige sepsis wordt op de IC opgenomen. Mede door verbetering van kennis en toegenomen bewustwording is de overleving na sepsis in de laatste jaren sterk verbeterd. Vroege herkenning en start van behandeling met daarnaast het naleven van de sepsisrichtlijnen blijkt hierbij essentieel te zijn.
Bewegen heeft een positieve invloed op zowel de fysieke als mentale gezondheid en verlengt de levensverwachting met één tot vier jaar. Bewegen kan preventief en curatief worden ingezet als interventie in de gezondheidszorg. Er is in toenemende mate evidentie voor de positieve gezondheidseffecten van bewegen en ook richtlijnen ten aanzien van duur en intensiteit zijn beschikbaar, zoals de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Om bewegen als interventie in te zetten liggen de uitdagingen in het adviseren, motiveren en uitdagen van de patiënt tot ander beweeggedrag. Dit gedrag bestaat uit verschillende determinanten en kan stapsgewijs beïnvloed worden.
Jaarlijks krijgen ongeveer 54.000 patiënten in Nederland een ‘transient ischaemic attack’ (TIA). Kenmerkend voor de TIA is het voorbijgaande karakter van de neurologische uitvalsverschijnselen, die veroorzaakt worden door een tijdelijke verstoring van de bloedvoorziening van de hersenen. Epidemiologische en demografische ontwikkelingen zorgen voor een stijging van de incidentie van de TIA. Het belang van het zorgproces is dus groot. Onbehandeld is het risico op een recidief of een herseninfarct hoog, voornamelijk in de eerste twee dagen na de attack. Urgente diagnostiek en het implementeren van interventies gericht op (secundaire) preventie zijn essentieel. Dit artikel beschrijft de diagnostiek die wordt verricht en de interventies die worden toegepast aan de hand van recente wetenschappelijke evidentie. Het doel is de lezers te informeren over de evidence-based werkwijzen in een TIA-service.
De richtlijn van de NVK voor jonge kinderen met een urineweginfectie (UWI) in Nederland heeft een goede basis gelegd voor diagnose en behandeling. Het doel is kinderen te identificeren die een risico hebben op recidiverende urineweginfecties, op vesico-ureterale reflux/blaas- en darmdisfunctie en op toekomstige nierschade. Discussie over de aard en timing van vervolgdiagnostiek en het wel of niet voorschrijven van antibiotische profylaxe is al jaren gaande. In dit artikel bespreken we de resultaten van twee grote recente studies (PRIVENT en RIVUR). In bepaalde patiëntengroepen heeft antibiotische profylaxe een gunstig effect op het voorkómen van een recidief-UWI. Herijking van het Nederlandse NVK-protocol wordt aanbevolen.
Deze casus beschrijft de ziektegeschiedenis en behandeling van een 63-jarige man na een CVA in de rechter hemisfeer met als gevolg voorbijgaand krachtsverlies, blijvende ernstige sensibiliteitsstoornissen, neglect, en een ‘raar’ gevoel in het linkerbeen (het been voelt geregeld langer en dikker aan dan normaal). De focus van deze casus ligt op de behandeling van de stoornissen in de lichaamsperceptie, ook wel ‘lichaamsschema’ genoemd.