Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Auditief functioneren op de werkplek Lees meer over Auditief functioneren op de werkplek Auditief functioneren op de werkplek
Auditieve waarneming is een samenspel van bottom-up- en top-downverwerking van geluid. Hierdoor kunnen we geluid waarnemen, herkennen, lokaliseren, spraak verstaan in stilte en spraak verstaan in achtergrondlawaai. De bottom-upinformatie ontstaat door codering van de geluidstrilling in het zintuig (binnenoor). Het middenoor zorgt ervoor dat geluidstrillingen efficiënt bij het binnenoor terechtkomen. Bij conductieve slechthorendheid kunnen we met adequate hoortoestelversterking de bottom-upinformatie volledig herstellen. Dit kan bij een perceptief gehoorverlies niet, vanwege de verminderde codering in het binnenoor. Een optimale hoortoestelaanpassing zal de bottom-upinformatie wel verrijken met de zachte geluiden, maar de informatie blijft minder scherp. Dit betekent dat iemand met een perceptief gehoorverlies bottom-up minder informatie beschikbaar heeft voor de top-downverwerking van geluid. Indien bij een mismatch tussen de ernst van het gehoorverlies en de mate van complexiteit van de werksituatie knelpunten ontstaan, is een verwijzing naar een audiologisch centrum geïndiceerd.
Behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen: MBT Lees meer over Behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen: MBT Behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen: MBT
Mentalisatiebevorderende therapie of Mentalization-Based Treatment (MBT), is een evidencebased behandelmethode ontwikkeld door Bateman en Fonagy voor patiënten met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS). Onderzoek toont aan dat een verbetering van het mentaliserend vermogen leidt tot een reductie van zelfdestructief gedrag en een verbetering van interpersoonlijke problematiek. MBT wordt gegeven door verschillende disciplines binnen de GGZ, onder wie verpleegkundigen.
Ethiek op de Intensive Care Lees meer over Ethiek op de Intensive Care Ethiek op de Intensive Care
Voorafgaand aan het levenseinde van een patiënt zijn er veel belangrijke keuzemomenten die verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Wordt van een behandeling afgezien, dan is de wens van de patiënt leidend; idealiter wordt deze vooraf onderzocht en besproken in een ‘advance care planning’-gesprek, bij voorkeur in de eerste lijn of poliklinisch. Bij acuut vitaal bedreigde patiënten is hun wens vaak niet op tijd te achterhalen en is het oordeel van de intensivist beslissend. Prognosticeren is zeer complex; bij twijfel wordt een patiënt op de IC opgenomen voor een behandeling met vooraf vastgestelde behandeldoelen. Om gepaste zorg te kunnen leveren moeten de vertegenwoordigers van een patiënt vroeg bij behandelbeslissingen worden betrokken. Om kokervisie en disproportionele zorg te voorkomen dienen gemeten parameters kritisch geanalyseerd te worden en moet multidisciplinair overleg plaatsvinden.
BRMO-bestrijding in de langdurige zorg Lees meer over BRMO-bestrijding in de langdurige zorg BRMO-bestrijding in de langdurige zorg
Bijzonder resistente micro-organismen, oftewel BRMO, zijn micro-organismen die resistent zijn tegen de eerstekeuze antibiotica of tegen meerdere groepen antibiotica. Antibioticaresistentie is een dreigend volksgezondheidsprobleem. De vanuit volksgezondheidsperspectief meest belangrijke BRMO zijn de carbapenemaseproducerende Enterobacteriaceae (CPE). Andere belangrijke BRMO zijn MRSA (meticillineresistente Staphylococcus aureus) en VRE (vancomycineresistente Enterococcus). De bestrijding van antibioticaresistentie bestaat uit rationeel antibioticabeleid en infectiepreventie. In de langdurige zorg wordt overdracht van bijzonder resistente micro-organismen voorkomen door goede infectiepreventie. De verpleegkundige en verpleegkundig specialist vervullen daarin een belangrijke rol door zelf goede hygiëne te betrachten, collega’s op de werkvloer aan te moedigen en actief deel te nemen aan het ontwikkelen van infectiepreventiebeleid van hun instelling. Dit kan onder andere door goed op de hoogte te zijn van de bestaande richtlijnen, het zorgnetwerk van de instelling en eventueel zitting te nemen in de infectiepreventiecommissie van een instelling of het initiatief te nemen deze commissie op te richten.
Fysiotherapeutische diagnostiek bij patiënten met schouderpijn Lees meer over Fysiotherapeutische diagnostiek bij patiënten met schouderpijn Fysiotherapeutische diagnostiek bij patiënten met schouderpijn
Het onderzoeken van een patiënt met schouderpijn blijft een uitdagende en complexe activiteit. Uitgaande van een overzichtsartikel uit 2008 wordt nieuwe kennis beschreven over de toepassing van orthopedische schoudertests (OST) in het fysiotherapeutisch onderzoek. Deze review focust op de betrouwbaarheid en validiteit van OST’s. Bij adequate toepassing is de betrouwbaarheid voldoende. De validiteit van ‘stand alone’ OST’s is beperkt en dient verbeterd te worden door OST’s te clusteren met gegevens uit anamnese, observatie, basisfunctieonderzoek en screening. Bovendien zijn OST’s noodzakelijk om door provocatie vast te stellen welk weefsel en/of orgaansysteem is aangedaan en dé schouderpijn van de patiënt bepaalt. Verder kunnen OST’s toegepast worden als reductietest en geven ze informatie over de voorkeursrichting van het oefenprogramma. Ook geven OST’s inzicht in de prognose en de evaluatie van de therapeutische aanpak. OST’s zijn dus een onmisbaar onderdeel in de diagnostiek, maar passend gebruik vergt goede onderzoekscompetenties van de fysiotherapeut.
Het beroepsgeheim in de praktijk Lees meer over Het beroepsgeheim in de praktijk Het beroepsgeheim in de praktijk
Het beroepsgeheim verplicht de hulpverlener te zwijgen over alles wat hij te weten komt in zijn hoedanigheid als hulpverlener. Er zijn vier situaties op grond waarvan een hulpverlener het beroepsgeheim mag en in sommige gevallen zelfs moet doorbreken: er is toestemming van de patiënt, er is sprake van een wettelijk voorschrift, bij een conflict van plichten of in geval van zwaarwegende belangen. Wil een zorgverlener zich beroepen op een conflict van plichten dan dient hij een zorgvuldige afweging te maken tussen enerzijds het belang van het niet-doorbreken van het beroepsgeheim en anderzijds het afwenden van (potentieel) gevaar. Doorbreking is gerechtvaardigd wanneer sprake is van een reële kans op ernstig gevaar. Daarnaast moet het aannemelijk zijn dat doorbreking de schade voorkomt of beperkt.