Fysiotherapeutische diagnostiek bij patiënten met schouderpijn
Het onderzoeken van een patiënt met schouderpijn blijft een uitdagende en complexe activiteit. Uitgaande van een overzichtsartikel uit 2008 wordt nieuwe kennis beschreven over de toepassing van orthopedische schoudertests (OST) in het fysiotherapeutisch onderzoek. Deze review focust op de betrouwbaarheid en validiteit van OST’s. Bij adequate toepassing is de betrouwbaarheid voldoende. De validiteit van ‘stand alone’ OST’s is beperkt en dient verbeterd te worden door OST’s te clusteren met gegevens uit anamnese, observatie, basisfunctieonderzoek en screening. Bovendien zijn OST’s noodzakelijk om door provocatie vast te stellen welk weefsel en/of orgaansysteem is aangedaan en dé schouderpijn van de patiënt bepaalt. Verder kunnen OST’s toegepast worden als reductietest en geven ze informatie over de voorkeursrichting van het oefenprogramma. Ook geven OST’s inzicht in de prognose en de evaluatie van de therapeutische aanpak. OST’s zijn dus een onmisbaar onderdeel in de diagnostiek, maar passend gebruik vergt goede onderzoekscompetenties van de fysiotherapeut.
Leerdoelen
Na het bestuderen van deze collectie:
- kunt u de vier klinimetrische kenmerken van meetinstrumenten benoemen en onderscheiden
- kunt u verschillende doelen voor OST’s aangeven
- kunt u voordelen aangeven van geclusterde OST’s boven ‘stand alone’ OST’s
- weet u dat over de betrouwbaarheid van OST’s wisselend wordt geoordeeld en welke aspecten bepalend zijn voor het realiseren van voldoende betrouwbaarheid
- kunt u passende OST’s kiezen om pathokinesiologische en kinesiopathologische aspecten bij patiënten met schouderpijn te onderscheiden
- beseft u dat het op goede wijze analyseren van het probleem van een patiënt met schouderpijn frequent specifieke competenties van een in de schouder gespecialiseerde fysiotherapeut vereist