Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Er zijn veel cardiale aandoeningen die cerebrale problemen kunnen veroorzaken, eigenlijk te veel om op te noemen. Denk onder andere aan embolieën of anoxie na een hartstilstand. Omgekeerd zijn er ook cerebrale aandoeningen met mogelijke cardiale gevolgen. Zie bijvoorbeeld de artikelen over de cardiale effecten van een subarachnoïdale bloeding of de cardiale bijwerkingen van anti-epileptica in dit nummer van Nervus.

Neurologische complicaties die voorkomen tijdens en na openhartoperaties dragen significant bij aan morbiditeit en mortaliteit. De complicaties die in dit artikel besproken worden zijn herseninfarct en encefalopathie. Perioperatieve herseninfarcten kunnen ontstaan door hypoperfusie of embolieën. De directe relatie tussen openhartoperaties en het ontstaan van cognitieve stoornissen is mogelijk minder groot dan gedacht. Zo kunnen patiënten met coronairlijden zónder een openhartoperatie een vergelijkbare cognitieve achteruitgang laten zien. Middels preoperatieve screening en intraoperatieve neuromonitoring kan getracht worden om het risico op neurologische complicaties te verlagen. Beschikbare methodes zijn duplex carotiden, transcraniële duplex, CT-A, en – tijdens de ingreep – transcraniële doppler, bispectrale index en ‘near-infrared’-spectroscopie. Voor de verschillende methoden van neuromonitoring ontbreekt vooralsnog echter goede wetenschappelijke onderbouwing, waardoor de uiteindelijk besluitvorming voor of tegen een chirurgische interventie en de gebruikte methode grotendeels gebaseerd is op expert opinion.

Een 11-jarig meisje met blanco voorgeschiedenis presenteert zich ’s avonds op de spoedeisende hulp vanwege misselijkheid, braken, duizeligheid en verward gedrag. Ze is hemodynamisch stabiel en heeft opvallend rode ogen. Ze spreekt wartaal en hallucineert. Ze heeft geen koorts. De tractusanamnese is verder niet bijdragend. Het meisje functioneert goed op school en sociaal zijn er geen bijzonderheden. De moeder blijkt vanavond kortdurend dezelfde klachten te hebben gehad. Samen hebben zij als enigen in het gezin een voorverpakte chocolate brownie gegeten.
Een 5-jarige jongen met blanco voorgeschiedenis presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege buikpijn. De buikpijn bestaat sinds enkele uren, waarvoor de jongen zich meerdere keren bij zijn ouders heeft gemeld. Er is geen misselijkheid, braken en/of diarree. De intake was matig vandaag, de patiënt heeft alleen snoepjes gegeten. In de tractusanamnese komt naar voren dat de patiënt sinds enkele uren slecht ziet. Hij omschrijft dat de wereld sneller beweegt. Er is geen koorts. Bij lichamelijk onderzoek worden een soepele buik en een normale visus en pupilreacties gevonden.

In tijden van een dreigend tekort aan zorgpersoneel, hoge werkdruk en een steeds grotere zorgvraag is het behoud van tevreden en bevlogen professionals binnen de kindergeneeskunde essentieel en urgent. Maar wat is bevlogenheid en wat heb je daarvoor nodig? Verlaging van de werkdruk, vergroting van de draagkracht en een positieve werksfeer dragen bij aan duurzame inzetbaarheid van artsen en andere zorgprofessionals. Vanuit de in 2022 verschenen handreiking ‘Behoud van bevlogenheid’ geven wij voorbeelden en werken wij adviezen uit die u kunt implementeren in uw eigen ziekenhuis.

Het aantal kinderen met type 2-diabetes (T2D) neemt toe. Adviezen over leefstijl en dieet vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling; energie-inname en energieverbruik kunnen daarmee in balans worden gebracht of gehouden. Daarnaast zijn er steeds meer medicamenteuze behandelmogelijkheden. Afhankelijk van het klinische beeld en de laboratoriumuitslagen wordt deze behandeling gestart met metformine, insuline, of beide. In de meeste gevallen kan de insuline geleidelijk worden afgebouwd. Wanneer met monotherapie metformine de behandeldoelen niet worden gehaald, kan een GLP-1-receptoragonist worden toegevoegd.

Het belang van multidisciplinaire zorg in de neuro-oncologie wordt in Nederland algemeen onderkend. De behandeling van patiënten met een hersentumor wordt complexer door betere diagnostiek en meer behandelopties. Om voor de individuele patiënt het beste behandelplan te bepalen, is expertise van verschillende specialismen nodig, en is optimale shared decision making met de patiënt over het definitieve behandelplan een vereiste. Behandelingen worden zoveel mogelijk vastgelegd in landelijke protocollen en richtlijnen. Zoals de drie beschreven ziektegeschiedenissen illustreren, vallen veel patiënten echter buiten de standaardrichtlijnen. Onzekerheid over een diagnose en over de verwachtingen ten aanzien van het effect van behandeling beïnvloedt de kwaliteit van leven negatief. Juist in deze situaties is intensieve samenwerking in een multidisciplinair team, ook buiten het eigen ziekenhuis, een voorwaarde voor goede zorg. De LWNO (Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie) en SONCOS (Stichting Oncologische Samenwerking) maken landelijk beleid om de multidisciplinaire zorg ook in regionale netwerken te waarborgen.