Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Maar liefst 96% van de bevolking geeft aan zich gezonder en rustiger te voelen na een bezoek aan de natuur. Volwassenen hebben minder risico op depressieve symptomen bij blootstelling aan natuur. Het initiatief ‘Groene GGZ’ vertaalt positieve effecten van natuur naar de praktijk. In dit artikel wordt besproken wat maakt dat natuur zo goed doet en worden praktische werkvormen aangereikt.

Cyclo-oxygenase-enzymen (COX-enzymen) zorgen voor de productie van prostanoïden. Deze prostanoïden spelen een rol in veel fysiologische en pathofysiologische processen. De twee belangrijkste vormen van de COX-enzymen zijn COX-1 en COX-2. Ze lijken structureel op elkaar en katalyseren dezelfde reactie maar zijn toch verschillend. COX-1 is aanwezig in veel weefsels en heeft vooral een ‘huishoudelijke’ rol in het lichaam. COX-2 wordt vooral geïnduceerd bij weefselinflammatie. Non-Steroidal Anti-Inflammatory Drugs (NSAID’s) en hiervan afgeleide selectieve COX-2-remmers remmen COX-1 en COX-2 in wisselende verhoudingen. In dit artikel gaan we in op de belangrijkste effecten en bijwerkingen van NSAID’s en selectieve COX-2-remmers die te verklaren zijn op basis van COX-remming.

De invloed van de psychoanalytische benadering is de afgelopen decennia dramatisch afgenomen, zowel in het onderwijs als in de klinische praktijk. Psychotherapeuten en therapeuten in opleiding hebben vaak wel degelijk interesse in deze traditie, maar vinden het begrippenapparaat abstract en missen concrete handvatten voor behandeling. Om deze kloof te dichten is toegankelijke taal een vereiste. Daarnaast moeten we praktische interventies bieden.
In de affectfobietherapie (AFT) is deze integratie al volop gaande. In dit artikel wordt getoond hoe het AFT-opleidingsprogramma psychoanalytische concepten in heldere taal ontsluit en ze koppelt aan concrete acties in de therapie. Het artikel sluit af met enkele adviezen voor het vertalen van complexe begrippen naar de hedendaagse behandelpraktijk.

Samen Beslissen met patiënten leidt tot zorg die beter aansluit bij de wensen van de patiënt. Ook bij een patiënt uit een selecte groep kwetsbare oudere patiënten in de laatste levensfase die een heup breekt, krijgt dit meer aandacht. Hoewel een operatie de standaardbehandeling is voor een gebroken heup, kan niet-operatief behandelen bij deze groep beter aansluiten bij hun voorkeuren en wensen.

Wij zien een drie dagen oude, aterme jongen vanwege een toenemende zwelling in de navelstomp. De neonaat doet het verder goed: hij drinkt goed, plast en poept en heeft geen ondertemperatuur of koorts gehad. Vanaf de geboorte is de navelstomp in omvang toegenomen en is er enig bloedverlies opgemerkt. De ouders hebben geen ander bloedverlies gezien, zoals bloed bij de ontlasting, en ook geen blauwe plekken waargenomen. Postpartum is vitamine K toegediend. De familieanamnese was negatief voor stollingsziekten.
Bij lichamelijk onderzoek wordt een heldere en alerte neonaat gezien die roze-icterisch is. Aan de navelstomp is een forse zwelling te zien, donker van kleur en 5×4 cm groot. De ventrale zijde van de zwelling is hard en ingedroogd, de dorsale zijde voelt zacht aan. De cord ring aan het uiteinde van de zwelling is nog in situ. Bij de overgang van de navel naar de navelstomp wordt een druppeltje bloed gezien. Wat is uw diagnose?

In dit artikel wordt, met behulp van een casus uit de praktijk van de verslavingszorg, uitleg gegeven over het belang van dimensionele en ontwikkelingsgerichte persoonlijkheidsdiagnostiek bij mensen die lijden aan een stoornis in het gebruik van middelen. Er wordt onder andere stilgestaan bij de prevalentiecijfers, de samenhang tussen persoonlijkheidsproblematiek en verslaving en de indicatie voor persoonlijkheidsdiagnostiek. Vervolgens wordt een model gepresenteerd van McAdams waarmee dergelijke persoonlijkheidsdiagnostiek kan worden vormgegeven. Dit model kenmerkt zich door drie interacterende lagen van persoonlijkheid: dispositionele persoonlijkheidstrekken, karakteristieke adaptaties en de narratieve identiteit. Ten slotte worden eventuele uitdagingen en beperkingen beschreven.