Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Inleiding | Prevalentie | Typen obstipatie | Anamnese | Oorzaken bij een oudere patiënt | Behandeling | Conclusie
Steeds vaker kloppen GHB-verslaafde patiënten aan bij de verslavingszorg. Een evidence-based behandeling ontbreekt vooralsnog. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) loopt nu een onderzoek naar de meest effectieve manier van ontgiften van GHB: met behulp van farmaceutische GHB of met benzodiazepinen.
Dit artikel is bedoeld om de lezer te informeren over het trainen in een virtuele omgeving (virtual reality) en hiermee samenhangende factoren zoals presence. De kern bij het gebruik van virtual reality in de revalidatie is een adequate virtuele therapeutische ervaring bieden die overdracht naar de dagelijkse praktijk mogelijk maakt. De ervaringen in het MRC met het CAREN-systeem laten zien dat de toepassing van virtual reality in een revalidatiecentrum nieuwe therapeutische mogelijkheden biedt. De informatie in dit artikel is belangrijk voor de professionals die met virtuele oefen- en trainingsmogelijkheden willen gaan werken in de dagelijkse eerste- en tweedelijns fysiotherapiepraktijk.
Gegevens vinden we overal om ons heen. Toetsscores van een groep studenten, een enquête, een evaluatie na een congres, patiëntendata, et cetera. Om iets zinnigs over een set gegevens te kunnen zeggen wordt statistiek toegepast. Statistiek is een hulpwetenschap die methoden verschaft voor het bewerken, presenteren, analyseren en interpreteren van waarnemingsuitkomsten.
Allereerst bekijken we hoe de verzameling gegevens is verdeeld over de populatie. Daarbij wordt een aantal basisberekeningen uitgevoerd om het centrum van de set gegevens te bepalen. Vervolgens zijn we geïnteresseerd in de afwijkingen rond het midden om te weten te komen op welke wijze de gegevens rond dat centrum zijn verspreid. Het artikel eindigt met het in beeld brengen van de gegevensset in de vorm van grafieken.
Aan de hand van praktijkvoorbeelden leert u hoe u met behulp van Microsoft Excel gegevens kunt bewerken en grafisch kunt weergeven.
Acute pijn en trauma zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Patiënten met een trauma ervaren pijn, maar de duur en intensiteit hoeven niet gelijk te zijn aan de ernst van de weefselbeschadiging. Bij binnenkomst op de Spoedeisende Hulp (SEH) heeft 91% van de patiënten pijn en 85% van de ongevalspatiënten verlaat de SEH met pijn, veelal met matige tot ernstige pijn. Er is een nieuwe richtlijn ontwikkeld voor pijnbehandeling in de keten van spoedzorg. Hierin staan aanbevelingen om de pijnbehandeling te verbeteren. Zo is het belangrijk pijn minstens driemaal gedurende het verblijf op de SEH te meten en hiervoor een gevalideerd meetinstrument te gebruiken, zoals de Numeric Rating Scale. Daarnaast zijn er verschillende interventies toepasbaar die de pijn effectief kunnen verminderen. Hierbij valt te denken aan niet-farmacologische behandelingen, zoals informatievoorziening en immobilisatie. Ook de effectiviteit van verschillende farmacologische interventies onder spoedeisende omstandigheden worden beschreven.
Endotracheale intubatie (ETI) is de gouden standaard voor het ‘zekeren’ van de luchtweg. De vraag of het toepassen van ETI in de prehospitale setting een gunstige invloed heeft op de prognose van vitaal bedreigde patiënten, is al geruime tijd onderwerp van discussie. Klinische studies geven hieromtrent geen uitsluitsel. Dit komt voornamelijk door beperkingen in de validiteit en in de mogelijkheid resultaten te extrapoleren. Wel blijkt dat ETI in de prehospitale setting lastiger is uit te voeren en met meer complicaties gepaard gaat dan ETI uitgevoerd in het ziekenhuis. Daarom dient prehospitale ETI alleen toegepast te worden door hulpverleners met een ruime ervaring met deze techniek, tenzij er geen andere mogelijkheden zijn om een vrije luchtweg te verkrijgen. Beademing door middel van masker en ballon, eventueel met behulp van een orofaryngeale luchtweg, kan altijd overwogen worden als alternatief. De toegevoegde waarde van de zogenaamde ‘supraglottische luchtwegen’ lijkt in de prehospitale setting vooralsnog beperkt.