Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Anti-emetica Lees meer over Anti-emetica Anti-emetica
PONV-profylaxe wordt in de dagelijkse praktijk veel toegepast, evenals de behandeling van reeds opgetreden PONV. De gebruikte middelen komen uit verschillende klassen, 5HT3-antagonisten, dopamineantagonisten en corticosteroïden. We zetten hier een aantal belangrijke representanten van deze middelen op een rij: granisetron, metoclopramide, droperidol en dexamethason.
Mensenrechten en de ouderenzorg Lees meer over Mensenrechten en de ouderenzorg Mensenrechten en de ouderenzorg
Aan de hand van de casus van een mevrouw met somatische en psychische problemen wordt in dit artikel het mensenrechtenperspectief in de ouderenzorg toegelicht. Zorg moet beschikbaar, aanvaardbaar, kwalitatief voldoende en toegankelijk zijn. Deze criteria worden toegepast op de casus. Tot slot wordt toegelicht wat zorgprofessionals kunnen doen om zorg te kunnen geven vanuit het mensenrechtenperspectief.
Multipele sclerose en blijven werken Lees meer over Multipele sclerose en blijven werken Multipele sclerose en blijven werken
MS is een neurodegeneratieve aandoening die veelal mensen in de arbeidzame leeftijd treft. Hoewel het beeld hardnekkig is dat werken met MS niet goed mogelijk zou zijn, blijkt steeds meer dat het met gerichte aandacht en goede samenwerking wel goed mogelijk is langdurig te blijven functioneren. Slechts bij een klein deel van de mensen met MS ontstaan vrij snel dusdanig forse beperkingen dat werken niet meer mogelijk is. De neuroloog en de revalidatiearts zijn de aangewezen medisch specialisten voor de behandeling en begeleiding van mensen met MS. Maar ook de ergotherapeut, fysiotherapeut en de psycholoog hebben een belangrijke rol in de behandeling. Voor de bedrijfsarts is het relevant met deze disciplines samen te werken bij de begeleiding van mensen met MS in het werk. In toenemende mate is er in de curatieve sector ook aandacht voor de relevantie van werk voor een goede kwaliteit van leven bij mensen met MS.
Moeilijk behandelbare pijn bij kanker Lees meer over Moeilijk behandelbare pijn bij kanker Moeilijk behandelbare pijn bij kanker
Moeilijk behandelbare pijn bij kanker kent vele oorzaken en reageert vaak onvoldoende op de standaardbehandeling met paracetamol, NSAID’s en opioïden. Door gebruik te maken van adjuvantia en invasieve technieken kan de pijn beter onder controle worden gebracht. Aan de hand van casuïstiek van moeilijk behandelbare pijn wordt de lezer gevraagd mee te denken over de mogelijke oplossingen.
Epilepsie en genetica Lees meer over Epilepsie en genetica Epilepsie en genetica
De genetische diagnostiek neemt in alle deelgebieden van de geneeskunde een hoge vlucht. Ook bij patiënten met epilepsie kan genetische diagnostiek waardevol zijn. Dit is met name zo bij familiair voorkomen van epilepsie, bloedverwantschap tussen ouders, of zogenaamde ‘epilepsie plus’-syndromen, dat wil zeggen epilepsie die bijvoorbeeld gepaard gaat met verstandelijke beperking, dysmorfieën, aangeboren afwijkingen of psychiatrische of gedragsmatige problemen. De huidige genetische diagnostiek start met een onderzoek naar chromosomale veranderingen (een test op kopienummerveranderingen), gevolgd door een whole exome sequencing, waarbij de gehele genetische code van alle genen wordt bepaald indien bij de eerste geen verklaring wordt aangetroffen. De huidige tests bieden zo bij steeds meer patiënten de mogelijkheid een etiologische diagnose te stellen, die soms ook gevolgen heeft voor de dagelijkse behandeling.
Wegrakingen Lees meer over Wegrakingen Wegrakingen
Syncope komt vaak voor. Er zijn verschillende vormen, elk met hun eigen kenmerken en frequentie van voorkomen, die een verschillende aanpak vereisen. Eén op de drie mensen krijgt ooit een vasovagale syncope (VVS). Syncope, tonisch-klonische insulten en psychogene niet epileptische aanvallen lijken op elkaar en vormen samen ‘wegrakingen’. De diagnose berust in het algemeen veel meer op de anamnese dan op aanvullend onderzoek. Reflexsyncope wordt gekenmerkt door een specifieke uitlokking (m.n. pijn, angst, lang staan) plus ‘autonome activatie’: zweten, misselijkheid en bleekheid. Orthostatische hypotensie (OH) wordt door staan opgewekt, maar hier gaan de klachten niet gepaard met autonome activatie; ze kunnen vaak in de spreekkamer geprovoceerd worden. De alarmverschijnselen van cardiale syncope zijn: optreden in liggende houding, tijdens inspanning, na hartkloppingen en verschillende ECG-afwijkingen. Voorts – en dat is niet minder belangrijk – is een verhoogde waakzaamheid geboden in geval van voorkomen van plotse dood bij familieleden jonger dan 40 jaar en een cardiale voorgeschiedenis van de betrokkene zelf. De behandeling van reflexsyncope en OH bestaat vooral uit leefstijladviezen en bloeddrukverhogende manoeuvres. Er zijn regionale centra waar men nader onderzoek (kantelproef) kan verrichten en moeilijker gevallen kan behandelen.