Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Een scoliose is een driedimensionale deformiteit van de wervelkolom. Naast de wervelkolomafwijking hebben de meeste scoliosepatiënten die in aanmerking komen voor een scoliose-corrigerende operatie belangrijke comorbiditeit. Zowel pre-, intra-, als postoperatief is het anesthesiologisch team betrokken bij de multidisciplinaire perioperatieve zorg. In dit artikel wordt besproken dat een scoliose-operatie een uitdaging kan zijn voor het anesthesiologisch team bij alle ABCDE-aspecten.
Fenytoïne was lange tijd het belangrijkste beschikbare anti-epilepticum voor focale vormen van epilepsie en wordt nog steeds gebruikt als eerstekeuzemiddel bij de behandeling van een status epilepticus. Door de frequent voorkomende bijwerkingen, de lastige kinetiek en het veelvuldig voorkomen van interacties met andere medicijnen is het een lastig te hanteren middel. Onderhoudsbehandeling met fenytoïne wordt dan ook afgeraden. Het is zelfs raadzaam om patiënten die (soms jarenlang) fenytoïne gebruiken actief over te zetten op een van de nieuwere anti-epileptica. In dit artikel wordt onder andere beschreven waarom, wanneer en hoe dit moet. Ook wordt uitgelegd hoe men patiënten moet begeleiden bij wie switchen geen optie is en de behandeling met fenytoïne gecontinueerd wordt.
In dit artikel beschrijven we hoe contacteczeem door de bedrijfsarts kan worden aangepakt en hoe de bedrijfsarts een diagnose kan stellen en interventies kan adviseren. Door de beschrijving van drie casussen krijgt de bedrijfsarts een indruk van mogelijke oorzaken van werkgerelateerde huidklachten, specifiek het contacteczeem. De casuïstiek laat zien welke oplossingen op de werkplek mogelijk zijn, zodat werk kan worden behouden. De casussen in dit artikel nemen toe in complexiteit. Bij complexe casus heeft de bedrijfsarts hulp van deskundigen nodig om een volledig beeld te krijgen, waarmee de bedrijfsarts zich op het effectief voorkomen van de huidaandoening kan richten. De eerste casus beschrijft een situatie die volgens de NVAB-richtlijn geheel door de bedrijfsarts kan worden begeleid. De andere casussen illustreren welke aanvullende diagnostische en interventiemogelijkheden er zijn.
Als zorgverlener kom je in contact met patiënten van verschillende achtergronden en met verschillende identiteiten. Taal heeft veel invloed op de patiëntrelatie. Door inclusieve taal te gebruiken kun je een veilige plek creëren voor genderdiverse patiënten. Dit artikel laat zien hoe je inclusieve communicatie kunt toepassen en hoe dit bijdraagt aan persoonsgerichte zorg, waardoor niet alleen transgender en non-binaire patiënten, maar alle patiënten zich erkend voelen.
Arbeidsdermatologie heeft zich vooral de laatste jaren ontwikkeld tot een levendig en interessant specialisme met een heel sterk interdisciplinair karakter. Het omvat meer dan alleen werkgerelateerd handeczeem. Onder andere de erkenning van werkgerelateerde huidkanker bij buitenwerkers, zoals basaalcelcarcinoom en plaveiselcelcarcinoom, laat de diversiteit van huidziekten zien die een sterk verband met het werk hebben. Ook de steeds verder toenemende prevalentie van atopische dermatitis geeft nieuwe arbeidsdermatologische uitdagingen. Zo stijgt het aantal mensen die op basis van een atopische aanleg problemen ondervinden van atopisch handeczeem, dat kan worden verergerd door factoren op het werk. Er moet ook rekening worden gehouden met cofactoren, zoals chronische infecties en psychische aandoeningen. Aan de andere kant konden recent nieuwe inzichten in pathogenese van werkgebonden huidklachten en individuele risicofactoren gewonnen worden, waaruit nog zeer potente nieuwe behandelmogelijkheden ter beschikking zijn gekomen. Deze nieuwere systeemtherapieën kunnen worden gebruikt om handeczeem en andere werkgerelateerde huidziekten aanzienlijk beter te kunnen behandelen. Zo omvat bijvoorbeeld de recente Europese richtlijn voor handeczeem een reeks verschillende nieuwe topische en systemische therapieën.
Wat houdt de vraag in of een postictale psychose bestaat? Dat er een klinisch beeld is met kenmerken die duidelijk vast te stellen zijn? Dat er een eenduidig pathofysiologisch substraat bekend is? ’Postictale psychose’ staat niet als zodanig gedefinieerd in de DSM-5 en er zijn, binnen de neurologie en psychiatrie, geen officieel erkende diagnostische criteria. Toch lijkt er wel een consensus te zijn over de klinische kenmerken. Met betrekking tot de pathofysiologie is dat in veel mindere mate het geval. De semiologie van de aanvallen en de risicofactoren voor het optreden van een postictale psychose lijken een bijdrage te leveren aan inzicht in de etiologie. Bij een ‘diagnose’ die vooralsnog slechts valt onder de rubriek ‘bestaat het?’ zal het niet verwonderen dat ook de behandeling berust op niet meer dan expert opinion.