Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Bij kinderen met chronische buikpijn wordt geadviseerd gezond te eten, met voldoende vezels en een ruime vochtinname. Vaak
In 2015 verscheen de herziene multidisciplinaire evidence-based richtlijn over pijn bij kanker. Deze geeft allereerst een actueel inzicht in de multidimensionele benadering van diagnostiek en behandeling van pijn. Naast de somatische dimensie dienen ook de psychologische, sociale en spirituele dimensies van pijn beoordeeld te worden om tot een effectieve behandeling te komen. Individuele aandacht voor de patiënt en zijn prioriteiten is essentieel voor optimale pijnbehandeling, evenals voorlichting en educatie, zelfmanagement en goede samenwerking. De WHO-pijnladder uit 1986 is nog steeds de basis voor de behandeling van nociceptieve pijn bij kanker. Belangrijk is de wijziging in de omrekenfactor voor oxycodon en hydromorfon bij opioïdrotatie. Een nieuwe ontwikkeling betreft de beschikbaarheid van ‘rapid onset opioids’. Bij de medicamenteuze behandeling van neuropathische pijn worden andere analgetica, zoals antidepressiva en anti-epileptica ingezet. Ook de rol van de NMDA-antagonisten methadon en esketamine wordt besproken.
Binnen de palliatieve zorg staat de kwaliteit van leven van patiënten en naasten centraal. Palliatieve zorg wordt toegepast wanneer genezing niet (meer) mogelijk is. Oorspronkelijk richtte palliatieve zorg zich vooral op patiënten met een oncologische aandoening. Gaandeweg is het belang onderkend om ook aan niet-oncologische patiënten in de laatste fase van hun leven integrale palliatieve zorg te verlenen; het gaat hierbij om ongeneeslijke aandoeningen zoals hartfalen, nier- en leverfalen, COPD en ALS. Het markeren van de palliatieve fase lijkt voor deze groep patiënten echter lastiger dan voor patiënten met een oncologische aandoening.
Naast kortwerkende bètamimetica, inhalatiecorticosteroïden (ICS) en leukotrieënantagonist (montelukast) worden bij de
Een mannelijke neonaat bij wie antenataal echografisch een verminderde schedelbotdichtheid en polyhydramnion werden gezien
Bronchiolitis is een veelvoorkomende oorzaak van ziekenhuisopname bij jonge kinderen gedurende de wintermaanden en wordt meestal veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus (RSV). Ondanks vele jaren onderzoek bestaat er nog geen effectieve behandeling voor bronchiolitis. Verschillende behandelingen zoals bronchusverwijders, hypertoon zout, glucocorticoïden, antibiotica en antivirale middelen blijken geen effect te hebben op het beloop van een bronchiolitis. Palivizumab vermindert het aantal ziekenhuisopnames vanwege bronchiolitis en verlaagt het risico op recidiverend piepen bij prematuur geboren kinderen en kinderen met een aangeboren hartafwijking. Vanwege de hoge kosten en het hoge number needed to treat wordt palivizumab echter alleen toegepast bij kinderen met een verhoogd risico op ernstige bronchiolitis.