Nascholing voor en door zorgprofessionals

Transculturele psychiatrie richt zich op het overbruggen van de culturele kloof tussen zorgverlener en patiënt wanneer zij niet dezelfde culturele achtergrond delen. In deze nascholing ligt de focus op de praktische toepassing binnen de Nederlandse GGZ en wordt het bredere domein van culturele psychiatrie, culturele psychologie en global mental health buiten beschouwing gelaten. Een cultureel perspectief helpt psychiaters om beter aan te sluiten bij patiënten met een migratieachtergrond, die zich regelmatig niet begrepen voelen binnen de reguliere, westerse psychiatrie. Inzicht in culturele denk- en gedragspatronen draagt bij aan het opbouwen van vertrouwen, het voorkomen van uitval en het verbeteren van behandelresultaten. Blok A behandelt diagnostische aspecten, zoals culturele formulering, het gebruik van tolken, meetinstrumenten en de rol van cultuur in de DSM-5. Blok B gaat in op de behandelrelatie, farmacologische verschillen en culturele aspecten binnen psychotherapie. Deze e-learning biedt concrete handvatten om cultuur-sensitieve zorg te leveren, wat de toegankelijkheid en effectiviteit van de geestelijke gezondheidszorg ten goede komt.

Antibioticaresistentie is wereldwijd een groeiend probleem. In Nederland is het resistentieniveau relatief laag, dankzij het terughoudend voorschrijven van antibiotica. Toch blijft waakzaamheid essentieel. Het jaarlijkse NethMap/MARAN-rapport van onder andere het RIVM laat zien dat monitoring van gebruik en resistentieontwikkeling onverminderd nodig blijft. Deze nascholing biedt u een actueel overzicht van het antibioticumgebruik en de resistentiepatronen in Nederland. U krijgt een opfrissing van de basale werking van antibiotica en leert hoe bacteriën resistentie ontwikkelen. Ook komt aan bod welke maatregelen bijdragen aan het beperken van verdere resistentieontwikkeling. In deze e-learning wordt daarnaast aandacht besteed aan relevante bijwerkingen van antibiotica. Tot slot komt de rol van probiotica bij antibiotica-geassocieerde diarree aan bod, evenals het belang van goede advisering vanuit de apotheek bij het gebruik van zowel pro- als antibiotica. Deze nascholing helpt u verantwoord om te gaan met antibiotica en patiënten adequaat te informeren over veilig gebruik, bijwerkingen en ondersteunende maatregelen.

Halitose, ook wel foetor ex ore, vieze mondgeur of stinkende adem genoemd, is een veelvoorkomend probleem dat gepaard gaat met gevoelens van schaamte en onzekerheid. Naar schatting kampt 32% van de (bijna) volwassen bevolking met halitose. In deze nascholing leer je de oorzaken van halitose herkennen, inclusief ochtendhalitose en niet-orale vormen, en krijg je inzicht in de psychosociale impact voor patiënten. De e-learning behandelt tevens diagnostiek, behandelopties en ervaringen met het halitosespreekuur. Hierbij wordt ingezoomd op de rol van de preventieassistent bij signalering, begeleiding en educatie. Je krijgt praktische handvatten om patiënten professioneel te helpen, ondersteund door recente wetenschappelijke inzichten. Deze nascholing biedt een overzichtelijk en toepasbaar kader om bij te dragen aan effectieve zorg en het verbeteren van de kwaliteit van leven van patiënten met halitose. Ter bevordering van de leesbaarheid wordt de vrouwelijke vorm gebruikt; hiermee wordt zowel zij/haar als hij/hem bedoeld.

In de mond kunnen uiteenlopende afwijkingen voorkomen, variërend van onschuldig tot zeldzaam levensbedreigend. Deze nascholing richt zich op het herkennen en diagnosticeren van de meest gangbare mondafwijkingen, waaronder witte, wit-rode en rode afwijkingen, pigmentaties, zwellingen en ulceraties. Ook wordt specifiek ingegaan op niet-plaquegerelateerde afwijkingen van het tandvlees. De e-learning is opgebouwd rond klinische presentaties, ondersteund met duidelijke afbeeldingen en een beknopte, praktijkgerichte tekst. Daarnaast komt de rol van medicatie bij het ontstaan van slijmvlies- en tandvleesafwijkingen aan bod. Door de indeling op basis van klinisch beeld, is de nascholing direct toepasbaar in de dagelijkse praktijk. Tot slot is er aandacht voor patiëntcommunicatie: hoe geef je mondeling en schriftelijk adequate informatie over een afwijking en het verdere beleid? Deze nascholing ondersteunt jou als zorgverlener in het stellen van een juiste diagnose én het begeleiden van je patiënt met duidelijke uitleg.

Deze nascholing biedt praktijkondersteuners GGZ een actueel en praktisch overzicht van e-health in de huisartsenpraktijk. E-health is een breed begrip dat alle digitale toepassingen omvat ter ondersteuning of verbetering van de gezondheidszorg. Van beeldbellen en e-consulten tot onlinebehandelingen en gezondheidsapps: de mogelijkheden nemen toe, net als het gebruik ervan binnen de GGZ. In BLOK A wordt ingegaan op algemene informatie over e-health: definities, achtergrond en de toepassingen die relevant zijn voor de eerstelijnszorg, zoals zelfmetingen, de persoonlijke gezondheidsomgeving en communicatie met patiënten. BLOK B behandelt meer specifieke toepassingen binnen de GGZ, waaronder onlinebehandeling en zelfmanagement bij insomnie, depressie en angst, alsook apps voor gedragsverandering op het gebied van leefstijl. Hoewel e-health veel potentie heeft, zijn er ook drempels in de dagelijkse praktijk, zoals het motiveren van patiënten en het integreren van digitale toepassingen met face-to-facecontact. Deze nascholing helpt jou als POH-GGZ om beter gebruik te maken van e-health, door inzicht te geven in de voor- en nadelen én door praktische handvatten te bieden voor het verantwoord inzetten van digitale zorgmiddelen binnen jouw spreekkamer. Zo blijf je toekomstbestendig werken in een steeds digitalere zorgomgeving.

Geneesmiddelenverslaving vormt een belangrijk ethisch dilemma binnen de openbare apotheek. Apotheekteams zien regelmatig patiënten die te snel herhaalrecepten aanvragen voor middelen als opioïden of benzodiazepinen. Dit brengt spanningen met zich mee tussen het signaleren van mogelijk verslavingsgedrag en het behoud van vertrouwen, pijnstilling of angstvermindering. De wereldwijde opioïdencrisis, vooral zichtbaar in de Verenigde Staten, heeft de urgentie van dit onderwerp versterkt. Ook in Nederland nam het gebruik van opioïden tot 2019 toe, waarna beleid gericht op gepast gebruik is ingezet. Als apothekersassistente hebt u een cruciale rol in het herkennen van verslaving en het voorkomen van schade. In deze nascholing leert u verslavingsgedrag herkennen en adequaat handelen binnen uw rol in de apotheek. BLOK A behandelt verslaving in brede zin, BLOK B richt zich specifiek op geneesmiddelenverslaving, met aandacht voor opioïden en benzodiazepinen. Er is aandacht voor samenwerking met huisartsen en voor uw rol in begeleiding en doorverwijzing. Deze e-learning helpt u verslaving tijdig te signaleren en patiënten verantwoord te ondersteunen binnen de grenzen van uw vak.