Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Veneuze trombo-embolie (VTE), waaronder diepveneuze trombose (DVT) en longembolie, is een ernstige en potentieel levensbedreigende aandoening met wereldwijd een aanzienlijke ziektelast. Met een jaarlijkse incidentie van 1 tot 2 per 1000 personen behoort VTE tot de drie meest voorkomende cardiovasculaire aandoeningen. De klinische presentatie varieert van subtiele symptomen tot acuut hemodynamische instabiliteit. Tijdige en adequate diagnostiek en behandeling zijn essentieel om ernstige complicaties te voorkomen.
Een tweeluik over functionele neurologische stoornissen (FNS) zet de feiten op een rij, verduidelijkt de behandelstrategie en onderstreept het belang van heldere uitleg bij deze diagnose. In het eerste deel zijn de theoretische achtergronden besproken. Dit tweede deel gaat over de behandeling, gedeeltelijk aan de hand van een casus. Fysiotherapie speelt in de behandeling van FNS een cruciale rol en meerdere wetenschappelijke studies tonen inmiddels het positieve effect aan van fysiotherapie bij FNS. Als het brein de de juiste prikkels krijgt, kan het leren betere voorspellingen te maken en daardoor kan het functioneren herstellen.
Prof. dr. Reinout Wiers is hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Hij studeerde in 1992 cum laude af in de psychonomie in Amsterdam. Zes jaar later promoveerde hij eveneens cum laude aan de UvA in de experimentele psychopathologie.
Wiers’ expertisegebied is verslaving, mentale gezondheid bij studenten en urban mental health. Samen met prof. dr. Claudi Bockting en dr. Harm Krugers leidt hij het Centrum voor Urban Mental Health, dat tot doel heeft nieuwe wegen te vinden om de stedelijke geestelijke gezondheid te verbeteren. Daarbij rekening houdend met de complexiteit en dynamiek van psychische problemen en psychische stoornissen in een stedelijke omgeving.
Chronisch oedeem wordt gedefinieerd als een langer dan drie maanden bestaand oedeem, ongeacht de oorzaak. Lymfoedeem is een symptoom van een disfunctionerend lymfestelsel en kan primair (aangeboren) of secundair (verworven) zijn. Nieuwe inzichten binnen de genetica dragen eraan bij dat steeds specifiekere diagnoses gesteld kunnen worden bij primair lymfoedeem. Het lymfestelsel draineert vocht via lymfecapillairen en -vaten naar de veneuze circulatie en heeft een essentiële rol in de homeostase, immuunfunctie en vetabsorptie. Lymfoedeem beïnvloedt de kwaliteit van leven aanzienlijk en patiënten met lymfoedeem hebben een verhoogd risico op infecties. Een adequate diagnose zorgt ervoor dat de patiënt zo goed mogelijk geïnformeerd is over de aard van het oedeem, de prognose en behandelingsmogelijkheden. De behandeling van lymfoedeem vereist een interdisciplinaire aanpak volgens het biopsychosociaal model en dient individueel te worden afgestemd. De behandeling is gericht op verbetering van leefstijl, compressietherapie, oefentherapie, en zelfmanagement. In individuele gevallen is ook chirurgische behandeling mogelijk.
Repetitieve transcraniële magnetische stimulatie (rTMS) is een relatief nieuwe vorm van non-invasieve hersenstimulatie, waarbij elektromagnetische pulsen worden gebruikt om neuropsychiatrische klachten te behandelen. Deze pulsen worden nauwkeurig toegediend via een elektromagnetische spoel die op het hoofd van de patiënt wordt geplaatst. Met rTMS kunnen we specifieke delen van de hersenen beïnvloeden die betrokken zijn bij gevoelens van neerslachtigheid of angst. rTMS is non-invasief, wat betekent dat er geen fysieke ingrepen plaatsvinden, anders dan bij andere vormen van hersenstimulatie. De veiligheid van rTMS is aanzienlijk, met minimale bijwerkingen in vergelijking met andere behandelingen.
Armoede heeft een diepgaande invloed op de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Dat kinderartsen armoede herkennen en bespreekbaar maken is essentieel, maar kan uitdagend zijn door het gevoelige en soms ongemakkelijke karakter van het onderwerp. Dit artikel biedt handvatten om signalen van armoede vroegtijdig te herkennen en bespreekt de rol van armoedestress bij kinderen en gezinnen. Daarnaast worden praktische tips gegeven voor respectvolle communicatie met ouders en kinderen, met oog voor stigma’s en schaamte. Tot slot wordt belicht hoe kinderartsen effectief kunnen samenwerken met andere disciplines en hulpverleners om gezinnen in armoede te ondersteunen. Door aandacht te besteden aan deze aspecten kunnen zorgverleners bijdragen aan het verminderen van de negatieve impact van armoede en een duurzame verbetering realiseren in het leven van kinderen en hun families.