Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Hyponatriëmie is de meest voorkomende elektrolytstoornis bij kinderen. Een daling in het plasmanatrium (pNa) kan resulteren in neurologische verschijnselen en kan, indien onbehandeld, leiden tot sterfte, vooral wanneer deze daling acuut optreedt. Ondanks de hoge prevalentie wordt hyponatriëmie in het algemeen als een lastig te doorgronden pathofysiologisch concept beschouwd. In dit artikel wordt de aanpak van hyponatriëmie inzichtelijker gemaakt door het aanreiken van een diagnostisch stappenplan. Er wordt ingegaan op de kliniek en de differentiaaldiagnose van hyponatriëmie. Tot slot wordt de klinische implicatie van dit stappenplan besproken evenals de gevaren die schuilen in het toedienen van hypotone vloeistoffen.
In dit artikel wordt aandacht geschonken aan de multidisciplinaire richtlijn Complex regionaal pijnsyndroom type I (CRPS-I). Aan de orde komen epidemiologie, pathofysiologie, predisponerende factoren, natuurlijk beloop en de belangrijkste conclusies en aanbevelingen ten aanzien van diagnostiek en therapie. Wat uitgebreider wordt stilgestaan bij het vaststellen van de belastbaarheid en begeleidingsadviezen zoals in de richtlijn in een apart hoofdstuk verwoord. Hoewel klinisch zeer relevant, komen de vele onderzoeken naar het nut van (aanvullende) diagnostiek en behandeling minder uitgebreid aan bod.
De standaard Verminderde arbeidsduur formuleerde in 2000 de eerste vakinhoudelijke richtlijn voor de beoordeling van beperking van de duur van inzetbaarheid in werk. Hij was bedoeld als ondersteuning van de rubriek Afwijkend arbeidspatroon in het toenmalige FIS-belastbaarheidsprofiel. De standaard was vrijwel geheel gebaseerd op expert opinion, bewijs bleek nauwelijks voorhanden. Nadien ontstond behoefte aan verduidelijking van de standaard. Uiteindelijk resulteerde dit in juli 2015 in de nieuwe standaard Arbeidsduurbelastbaarheid voor verzekeringsartsen werkzaam bij UWV. De verwachting dat daarbij meer evidencebased literatuur over dit onderwerp gebruikt zou kunnen worden, bleek maar zeer gedeeltelijk te realiseren. De nieuwe standaard beoogt meer handvatten te geven voor de oordeelsvorming door een scherpere omschrijving van de drie oorspronkelijk hoofdindicaties. Wij bespreken de standaard op hoofdlijnen, waarbij de historie van de beoordeling en de wijzigingen ten opzichte van de oude versie aan de orde komen. Ten slotte staan wij stil bij enkele ervaringen uit de praktijk en doen suggesties hoe bedrijfs- en verzekeringsartsen tot een eenduidiger beoordeling kunnen komen.
In februari 2016 zijn er nieuwe definities en criteria voor sepsis verschenen. Prof. dr. Tom van der Poll was lid van de Sepsis-3 Task Force. Voor dit nummer van A&I spraken we met hem in het Academisch Medisch Centrum over de totstandkoming en de consequenties van Sepsis-3.
Het carpaletunnelsyndroom (CTS) is de meest voorkomende compressieneuropathie van de bovenste extremiteit. Fysiotherapie is doorgaans niet de eerste keus bij CTS, alhoewel een toenemend aantal studies een positief effect van fysiotherapeutische interventies laat zien. Het is een pathologie waarover recentelijk veel literatuur is gepubliceerd en hierin zijn diverse theorieën over de pathofysiologie van CTS beschreven. Het uitgangspunt bij deze casus is dat bij de behandeling van CTS verder dient te worden gekeken dan alleen de compressie in de carpale tunnel. In deze casus wordt met behulp van neurodynamische technieken, manuele
therapie van de volledige kinetische keten en advies ingespeeld op de verschillende disfuncties en factoren die een rol kunnen spelen bij CTS.
Een abruptio placentae is het gedeeltelijk of geheel voortijdig loslaten van de placenta. Abruptio placentae wordt ook solutio placentae genoemd. In dit artikel wordt abruptio placentae aangehouden. Abruptio placentae, partieel dan wel totaal, is een zeldzame en ernstige complicatie in de zwangerschap met een hoge foetale morbiditeit en mortaliteit.
Een abruptio placentae is vaak moeilijk te herkennen, omdat de symptomen ook kunnen passen bij een normaal beloop van de zwangerschap. De incidentie onder de 28 weken zwangerschap is 45 keer hoger dan die bij een termijn van 40 weken. Bij een groot aantal vrouwen die een abruptio placentae hebben doorgemaakt worden er metabole of stollingsstoornissen gevonden. De klinische betekenis hiervan is echter niet bekend.