Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Er zijn veel risico’s verbonden aan (cardio)vasculaire operaties, zoals additionele myocardiale en cerebrale ischemie. Een
Zout wordt eerder gezien als een vergif dan als een essentieel mineraal. Dit komt voort uit associaties tussen zout en bloeddruk in bevolkingsstudies en het idee dat te veel zout een oorzaak voor hoge bloeddruk is bij daarvoor gevoelige personen. Hyperinsulinemie met secundaire zoutretentie speelt een grotere rol in de pathogenese van hypertensie. De meeste richtlijnen moedigen aan om patiënten met hypertensie een zoutbeperking te adviseren. De invloed hiervan op de bloeddruk is echter gering en sterk afhankelijk van de voedingscontext. Door verschillende factoren kunnen patiënten juist een tekort aan zout hebben met nadelige gevolgen. Zo heeft dit een sterke relatie met magnesiumdeficiëntie. Een voedingspatroon dat beperkt is aan geraffineerde producten en rijk aan diverse mineralen heeft de voorkeur bij patiënten met hypertensie.
Het is moeilijk te voorspellen welke infectieziekten (opnieuw) gaan opduiken of hoe snel deze zich gaan verspreiden. Voor vec
In een eerder artikel introduceerden we de Toolkit en bijbehorende training 'Proactieve palliatieve zorg in de GGZ' en de stappen 1 en 2 ervan. Doel is de palliatieve zorg te laten aansluiten bij de zorgbehoeften van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) en hun naaste(n). In dit artikel belichten we de stappen 3, 4 en 5 uit de Toolkit.
Slaapstoornissen komen regelmatig voor op oudere leeftijd. Vaak spelen somatische aandoeningen of omgevingsfactoren een rol. Psychische comorbiditeit komt veel voor. Ook medicatie- en middelengebruik kunnen slaapverstorend werken. Slaap-waakadviezen om de slaaphygiëne te verbeteren zijn de belangrijkste interventies. Slaapmedicatie heeft slechts een heel gering effect en gaat veelal gepaard met nadelige bijwerkingen, waardoor deze slechts bij uitzondering toegepast dient te worden.
In 60% van de niertransplantaties in Nederland is er sprake van een levende nierdonatie. De overweging om een nier af te staan is een keuze die niet voor iedereen eenvoudig te maken is. Voor de besluitvorming om in aanmerking te komen voor het donortraject is een belangrijke rol weggelegd voor het Transplantatieteam, waarvan de verpleegkundig specialist deel uitmaakt.