Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie Lees meer over Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie Het effect van helmredressietherapie bij positionele plagiocefalie
Een afgeplat achterhoofd door rugligging, ook wel positionele plagiocefalie genoemd, wordt bij 17% van de zuigelingen gezien. De incidentie van positionele plagiocefalie is toegenomen sinds rugligging wordt aanbevolen ter preventie van wiegendood. Positionele plagiocefalie is een cosmetisch probleem. Voor zover bekend zijn er geen gevolgen voor de ontwikkeling van het kind. Wanneer conservatieve therapie (houdings- en hanteringsadviezen) onvoldoende effect heeft, kan helmtherapie worden toegepast. Gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct’s) naar het effect van helmtherapie zijn niet verricht. In prospectieve niet-gerandomiseerde gecontroleerde studies lijkt het hoofd na helmtherapie ronder te zijn. Methodologisch valt op deze studies echter nogal wat aan te merken. Zo lang er geen goed opgezette rct is verricht, is onvoldoende duidelijk of helmtherapie effectief en veilig is. Gezien de (milde) aard van het probleem lijkt terughoudendheid geboden bij het aanbieden van helmtherapie buiten wetenschappelijke studies om.
Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen Lees meer over Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen Hielprik versus venapunctie voor bloedafname bij gezonde, voldragen pasgeborenen
De hielprik is de meest gebruikte methode om bij pasgeborenen bloed af te nemen, maar het is een pijnlijke ingreep. In een Cochrane review werd de hielprik vergeleken met de venapunctie wat betreft effectiviteit van bloedafname en pijnrespons bij gezonde voldragen pasgeborenen. Vijf gerandomiseerde studies met in totaal 317 gezonde pasgeborenen lieten een significant lagere pijnscore zien (op gevalideerde pijnscoreinstrumenten) bij pasgeborenen die een venapunctie hadden ondergaan dan bij pasgeborenen die een hielprik hadden gehad.
Een ulcus cruris: veneus of arterieel? Lees meer over Een ulcus cruris: veneus of arterieel? Een ulcus cruris: veneus of arterieel?
Oorzaken ulcera cruris | De risico’s van compressief verband en het belang van de enkel-armindex | Therapie bij ulcera cruris | Wondbehandeling | Verpleegkundige interventies | Referenties
Insulinetherapie in 2009 Lees meer over Insulinetherapie in 2009 Insulinetherapie in 2009
In dit artikel wordt insulinetherapie kort uiteengezet. De absolute indicatie bij DM1 en de meer relatieve indicaties bij DM2 komen aan bod. Ook de verschillende preparaten, de toedieningswijzen en de behandelingsstrategieën worden besproken.
Ouderen en visuele beperkingen Lees meer over Ouderen en visuele beperkingen Ouderen en visuele beperkingen
In het verpleeghuis zijn de bewoners meestal ondergebracht op verschillende afdelingen. Iedere afdeling huisvest twintig tot dertig bewoners. Soms zijn de afdelingen ingedeeld naar zorgzwaarte van de bewoners, maar meestal wonen er op een afdeling bewoners met verschillende zorgbehoeften bij elkaar. Wel wordt er vaak een onderscheid gemaakt in psychogeriatrische afdelingen, somatische afdelingen, revalidatie en dagbehandeling.
Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen Lees meer over Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen Licht schedelhersenletsel (LSH) bij kinderen
Schedelhersenletsel bij kinderen is een veelvoorkomende reden voor bezoek aan de spoedeisende hulp. Het gaat hierbij meestal om licht schedelhersenletsel (lsh). Met een ct-scan zijn complicaties doorgaans goed op te sporen. Gezien de kleine kans op ernstig intracranieel letsel en de nadelen van cerebrale ct-scans, ook op lange termijn, is in het routinematig gebruik van de ct-scan echter terughoudendheid gewenst. Het is dus van groot belang om op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek de kinderen te selecteren die het grootste risico hebben op ernstig intracranieel letsel, en het verrichten van beeldvormend onderzoek door ct-scan tot deze groep te beperken. In het afgelopen decennium zijn overzichtsartikelen over dit onderwerp verschenen en recent ook prospectieve studies die risicofactoren identificeren. Hieruit vloeien behandelrichtlijnen en beslisregels voort, bijvoorbeeld het Britse chalice-algoritme, en ook is de nieuwe richtlijn van het cbo in ontwikkeling. Validatie van de richtlijnen en beslisregels voor de Nederlandse situatie is de volgende stap. In dit artikel presenteren we de huidige evidence en richtlijnen en een voorbeeld van een stroomdiagram dat hierop is gebaseerd.