Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Met de Invoeringswet Participatiewet wijzigde de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong). De laatste heet nu 'Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten'. Wie een Wajong-uitkering aanvraagt, wordt beoordeeld door UWV. Om in aanmerking te komen dient de aanvrager duurzaam niet over arbeidsvermogen te beschikken. De Wajong-claimbeoordeling verloopt anders dan voor 2015. Er wordt nu gebruik gemaakt van SMBA, Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen. De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) staat centraal. De aanvrager wordt zuiver beschrijvend in beeld gebracht en er wordt geen gebruik meer gemaakt van een normerende scorelijst voor beperkingen. SMBA is wetsonafhankelijk en wordt niet alleen gebruikt voor de Wajong-claimbeoordeling. Het is ook de methodiek bij Indicatie banenafspraak, Advies indicatie beschut werk, participatie-advies en advies individuele studietoeslag.
In 1997 werd de Wet BIG van kracht en sindsdien is er voor verpleegkundigen tuchtrechtspraak. Tuchtrechtspraak is een bijzondere vorm van rechtspraak, bedoeld om de kwaliteit van de beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken. Het lijkt erop dat verpleegkundigen in de GGZ en het gevangeniswezen relatief meer kans hebben voor een tuchtcollege te moeten verschijnen, dan hun collega’s in de algemene gezondheidszorg. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.
In deze editie van A&I kijken we naar een selectie van tien recente publicaties op het gebied van urgentiegeneeskunde. Een aantal belangrijke stukken over de endovasculaire behandeling van het acuut herseninfarct is bewust buiten beschouwing gelaten, omdat deze al in dit nummer worden besproken.
Gedragsproblemen bij kinderen komen voor bij 11-17% van de Nederlandse kinderen. Deels horen deze bij het opgroeien naar volwassenheid. Wanneer er veel problemen zijn en het moeilijk is om met deze problemen om te gaan, kan er meer aan de hand zijn. Gedragsproblemen kunnen leiden tot de ontwikkeling van een oppositioneel-opstandige stoornis (ODD) of een gedragsstoornis (CD). Deze stoornissen beschrijven het probleemgedrag dat kan ontstaan wanneer kind- en omgevingsfactoren elkaar ongunstig beïnvloeden. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld genetische factoren, de invloed van het gezin en de sociale omgeving. Vroege interventies kunnen problemen op lange termijn voorkomen. Daarnaast kan de inzet van de best mogelijke begeleiding en behandeling voor kind en omgeving zorgen voor een reductie van ODD en CD, waardoor de diagnose op termijn zelfs niet meer relevant is. Dit artikel doorloopt aan de hand van casuïstiek de oorzaken, diagnostiek en passende interventies bij gedragsproblemen.
Rouwen is een natuurlijk en gezond proces van aanpassing en verandering van onze levenswijze. Het is een reactie op allerlei vormen van verlies en geen stoornis of ziekte die vlug genezen moeten worden. Het maakt deel uit van onze identiteit. De meerderheid van mensen kan ingrijpende verlieservaringen integreren vanuit eigen veerkracht. Toch kan rouw een desastreuze impact hebben op diverse levensgebieden, zoals het arbeidsdomein. Onderzoeken tonen aan dat rouwenden veel baat hebben bij behoud van werk tijdens hun rouwproces en dat de werkomgeving daarin een krachtige rol kan vervullen. Inzicht in hoe die rol in te vullen kan veel onnodig leed voorkomen.
Een cerebrovasculair accident (CVA) is een verzamelnaam voor ziektebeelden waarbij sprake is van een stoornis in de bloedvoorziening in de hersenen. In dit artikel wordt het klinisch redeneren bij een CVA-patiënt uitgewerkt met behulp van de Internationale Classificatie voor menselijk Functioneren (ICF). De ICF beschrijft het menselijk functioneren vanuit drie verschillende perspectieven. Stoornissen bij het CVA worden in kaart gebracht door middel van anamnese en observatie, interpretatie van gedrag, gebruik van meetinstrumenten of het verzamelen van gegevens en diagnostiek van andere (para)medische disciplines. De stoornissen na een CVA bevinden zich onder andere op motorisch, sensibiliteits-, en cognitief vlak. Deze gebieden worden in dit artikel uitgewerkt, waarna ingegaan wordt op mogelijke verpleegproblemen op basis van de PES-structuur (probleem, etiologie, symptomen).