Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
De technische ontwikkelingen op het gebied van opvangen van bloed, ontstollen van bloed, screenen op besmettelijke ziektes, scheiden in zijn componenten en de mogelijkheid om de verschillende bloedproducten voor een langere periode op te slaan dankzij de oprichting van instellingen zoals de bloedbank, hebben de hedendaagse clinicus in staat gesteld om daar waar nodig bloedverlies en stollingsstoornissen prompt op te vangen met transfusie van allogene bloedproducten. Toch is deze praktijk niet geheel zonder risico’s. Mogelijk wordt er door veel clinici gemakkelijk voorbijgegaan aan het feit dat elke transfusie met een allogeen bloedproduct beschouwd kan worden als een orgaantransplantatie met voor de ontvanger alle risico’s en blijvende, soms zelfs letale gevolgen, van dien. In dit artikel zult u een overzicht aantreffen van de risico’s en gevolgen die verbonden zijn aan de transfusie van allogene bloedproducten.

Het turner-syndroom (ts) gaat gepaard met een kleine lengte en ovariële dysgenesie. Andere uiterlijke kenmerken en orgaanspecifieke afwijkingen komen in wisselende mate voor. Daarnaast hebben meisjes met ts vaak een specifiek neurocognitief en psychosociaal profiel, met leerproblemen en problemen in de motoriek. De aandachtspunten in de screening, begeleiding en behandeling van meisjes met ts verschilt per levensfase waarbij een geïntegreerde multidisciplinaire aanpak noodzakelijk is. Ook op volwassen leeftijd blijft het van groot belang om vrouwen met ts multidisciplinair te vervolgen, gezien de verhoogde kans op cardiovasculaire problemen (waardoor het overlijdensrisico toegenomen is) en osteoporose.

De laatste jaren is het besef gegroeid dat juist bij de zorg voor kinderen met chronische aandoeningen veel winst te boeken is door concentratie van kennis en protocollering van zorg. In eerste instantie gold de aandacht de kinderhematologische aandoeningen, acute lymfatische leukemie voorop. Het succes van deze aanpak heeft geleid tot de concentratie van zorg voor andere levensbedreigende en invaliderende aandoeningen, zoals aangeboren hartafwijkingen, hemofilie en cystische fibrose. In vergelijking met de winst die deze aanpak voor de betreffende ziekten opleverde, steekt de evolutie in de zorg bij een andere chronische en invaliderende aandoening, diabetes mellitus, vrij mager af.
Diagnostiek (bloedglucosebepalingen, HbA1c) en behandeling (insulinetoediening) van diabetes zijn in principe simpel. Op het eerste gezicht zou elke kinderarts dat moeten kunnen en vaak gebeurt dat dan ook. De schijn bedriegt echter. Diabetes is een chronische ziekte zonder kans op genezing die vanaf tien tot vijftien jaar na aanvang, dus vaak (maar niet altijd) buiten de horizon van de kinderarts, een lange reeks van complicaties in meerdere orgaansystemen veroorzaakt. De levensverwachting ligt beduidend lager dan bij gezonden. Wat moet er gebeuren om langetermijncomplicaties te voorkomen en om de levensverwachting te verbeteren? Heeft de diabeteszorg voor kinderen baat bij concentratie? In deze bijdrage geven twee behandelaars hun visie op de toekomst van de diabeteszorg.

Inleiding | Patiëntveiligheid | Feiten en cijfers | Gevolgen | Risicofactoren | Valpreventie | Ontwikkelingen | Referenties

Acuut massaal bloedverlies is een klinische entiteit waarvan de ernst wordt vastgesteld aan de hand van de diepte van de hemorragische shock. Dit dient te worden onderscheiden van massaal bloedverlies onder normovolemische omstandigheden. Dreigende verbloeding is een behandelbare aandoening mits men snel de juiste behandeling instelt. Snel lokaliseren en efficiënt stoppen van alle bloedingen, onder andere door toepassing van damage control-chirurgie, heeft hoge prioriteit. Gelijktijdig dient het verloren volume acuut aangevuld te worden door agressieve resuscitatie met bloedproducten in een vaste verhouding. Een verhouding van 1:1:1 met betrekking tot PRBC:FFP:PLT vergroot mogelijk de overlevingskansen. Hiernaast dient de aanwezige traumatische coagulopathie actief gecorrigeerd te worden. Temeer door de spoedeisende en veelal hectische situatie is goede samenwerking tussen de betrokken disciplines van zeer groot belang. Ziekenhuisbrede afspraken in de vorm van geprotocolleerde behandelmethoden of werkwijzen en logistieke processen zijn noodzakelijk.

De bepaling van de nierfunctie (dat wil zeggen van de glomerulaire filtratiesnelheid) staat centraal in de diagnostiek van nierziekten. In recente richtlijnen voor de diagnostiek van nierfunctiestoornissen wordt het gebruik van de Schwartz-formule aanbevolen.1 Dit is een schatting van de glomerulaire filtratiesnelheid op basis van serumcreatinine en lichaamslengte met een variatie van ± 30%.
In twijfelgevallen kan de 24-uurs creatinineklaring uit verzamelurine worden bepaald. De variabiliteit is over het algemeen groter dan bij de Schwartz-formule. Daarom verdient de Schwartz-formule de voorkeur boven de 24-uurs creatinineklaring. Cystatine C is een betrouwbaarder serummarker voor schatting van de nierfunctie, die op dit moment echter maar in enkele, vooral academische centra beschikbaar is.