Nascholing voor en door zorgprofessionals

Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!

Hoe werkt deze Academy?

Nascholing voor zorgprofessionals

Gesorteerd op nieuw - oud
Lage rugklachten Lees meer over Lage rugklachten Lage rugklachten
Lage rugklachten zijn een van de meest voorkomende klachten in de huisartsenpraktijk. Tussen de 60 en 90 procent van de westerse bevolking krijgt er ooit mee te maken. Als doktersassistent zult u deze hulpvraag vrijwel dagelijks tegenkomen. In deze nascholing leert u het onderscheid maken tussen aspecifieke en specifieke lage rugklachten. In 90 tot 95 procent van de gevallen is er geen specifieke lichamelijke oorzaak aanwijsbaar. Toch is het cruciaal dat u tijdens de triage snel en zorgvuldig kunt inschatten of er sprake is van een ernstigere onderliggende aandoening. De e-learning richt zich daarom uitgebreid op triage: welke vragen stelt u en waarom? Daarnaast krijgt u handvatten voor het geven van adviezen en voorlichting, en wordt de behandeling van lage rugklachten besproken. Zo bent u beter toegerust om patiënten met rugklachten op een deskundige en veilige manier verder te helpen.
Dubbele diagnose Lees meer over Dubbele diagnose Dubbele diagnose
Het gelijktijdig voorkomen van psychiatrische stoornissen en verslavingsproblematiek – ook wel ‘dubbele diagnose’ genoemd – is complex en komt veel voor. Meestal is er sprake van wederzijdse beïnvloeding: verslaving kan ontstaan door onderliggende psychische klachten, psychiatrische symptomen kunnen verergeren door middelengebruik, of beide hebben een gedeelde biologische of biografische oorsprong. Toch worden deze problemen in de praktijk nog vaak afzonderlijk behandeld binnen de GGZ en verslavingszorg. In deze e-learning staat de geïntegreerde behandeling van dubbele diagnose centraal, ook bekend als Integrated Dual Diagnosis Treatment (IDDT). BLOK A behandelt de basisprincipes van IDDT, waaronder de noodzaak van gelijktijdige en samenhangende behandeling, en het belang van motiverende gespreksvoering en fasegericht behandelen. BLOK B gaat in op specifieke interventies voor dubbele problematiek, met als leidraad het Handboek dubbele diagnose. Er is aandacht voor het herkennen van bijkomende problematiek, die in de praktijk vaak over het hoofd wordt gezien. Deze nascholing helpt u om dubbele diagnose beter te herkennen en effectiever te behandelen met een geïntegreerde benadering, passend binnen de Nederlandse zorgcontext.
Halitose Lees meer over Halitose Halitose
Halitose is een veelvoorkomend probleem dat een aanzienlijke psychosociale impact kan hebben op de patiënt. Deze nascholing biedt een overzicht van de etiologie, diagnostiek en behandeling van halitose. Er wordt onderscheid gemaakt tussen intraorale en extraorale halitose. Intraorale halitose wordt in 85-90% van de gevallen veroorzaakt door tongbeslag, waarbij bacteriën vluchtige zwavelverbindingen produceren. Extraorale halitose kent een bloed- en een niet-bloedcirculatoir type, waarbij dimethylsulfide vaak de dominante component is. De e-learning gaat in op de sociaal-maatschappelijke aspecten van halitose en hoe de perceptie van mondgeur invloed heeft op het gedrag. Vervolgens worden de belangrijkste diagnostische methoden besproken, waaronder organoleptisch onderzoek, gaschromatografie en metingen van zwavelverbindingen. In het laatste deel worden de behandelmogelijkheden toegelicht, zoals het gebruik van maskerende middelen, mechanische en chemische bestrijding van bacteriën en het neutraliseren van vluchtige zwavelverbindingen. Praktijkervaringen vanuit een halitosespreekuur illustreren de toepassing van deze behandelingen. Deze nascholing stelt jou in staat om patiënten met halitose effectief te diagnosticeren, begeleiden en behandelen.
Spiritualiteit Lees meer over Spiritualiteit Spiritualiteit
Ziekte confronteert mensen met fundamentele vragen over het leven, zichzelf en hun toekomst. Deze existentiële of spirituele vragen zijn van grote invloed op het welbevinden van patiënten, naast biologische, psychische en sociale factoren. Voor huisartsen met een brede blik is het belangrijk kennis te hebben van deze betekenisdimensie, ook al roept het begrip ‘spiritualiteit’ verschillende associaties op bij artsen en patiënten. Goede communicatie begint met het vinden van passende taal. Deze nascholing biedt u handvatten om spirituele vragen te herkennen en bespreekbaar te maken. In BLOK A wordt een algemene inleiding gegeven in spiritualiteit en spirituele zorg, gebaseerd op de richtlijn Spirituele zorg (IKNL, 2010) en latere inzichten. BLOK B richt zich op spirituele zorg in de palliatieve fase, met uitleg van het ars moriendi- of diamantmodel. Achtergrond zijn de boeken Ruimte om te sterven en Van levenskunst tot stervenskunst. Omdat palliatieve zorg als een basisvaardigheid voor alle zorgverleners geldt, is deze e-learning relevant voor iedere huisarts die te maken krijgt met patiënten die ernstig ziek zijn of sterven. U leert signaleren, verkennen en aansluiten bij wat voor de patiënt van wezenlijk belang is. Beide blokken sluiten inhoudelijk op elkaar aan.
Hypertensie Lees meer over Hypertensie Hypertensie
Hypertensie komt voor bij ruim een kwart van alle volwassenen en vormt een belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten zoals een hartinfarct of beroerte (CVA). In de apotheek heb je als apothekersassistent dagelijks te maken met patiënten die bloeddrukverlagende medicatie gebruiken of daarmee starten. Ook krijg je vragen van mensen die bijvoorbeeld een bloeddrukmeter willen aanschaffen of een eerste recept ontvangen na ontslag uit het ziekenhuis. In deze nascholing leer je wat hypertensie inhoudt, welke behandelopties er zijn en hoe je patiënten kunt begeleiden. Daarbij komt zowel de niet-medicamenteuze als medicamenteuze behandeling aan bod. Aandacht is er ook voor het belang van therapietrouw, aangezien medicatie vaak levenslang nodig is. Als apothekersassistent speel je een essentiële rol bij de begeleiding van deze patiëntengroep. Jij voert het eerste-uitgiftegesprek en onderhoudt het contact bij vervolguitgiften. Je leert in deze e-learning signalen van therapieontrouw herkennen en krijgt handvatten om hier effectief op in te spelen. Tot slot is er weer een begrippenlijst opgenomen met termen die je mogelijk nog niet kent.
SWAB-richtlijn antimicrobiële therapie voor acute infectieuze diarree Lees meer over SWAB-richtlijn antimicrobiële therapie voor acute infectieuze diarree SWAB-richtlijn antimicrobiële therapie voor acute infectieuze diarree
In 2014 verscheen de richtlijn van de Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid (SWAB): Antimicrobiële therapie voor acute infectieuze diarree. Dit artikel bespreekt de meest relevante informatie voor de kinderarts uit deze richtlijn. Klinische symptomatologie, diagnostiek en therapeutische adviezen worden besproken voor de meest voorkomende micro-organismen. Achtereenvolgens komen aan bod de bacteriële verwekkers Campylobacter, Salmonella, Shigella, Yersinia en enterohemorragische Escherichia coli (EHEC), de parasitaire verwekkers Giardia lamblia en Dientamoeba fragilis en tevens de community-acquired infectieuze diarree en de reizigersdiarree.