Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Trombose en kanker lijken bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Trombose en longembolie worden als één aandoening gezien, te weten veneuze trombo-embolie (VTE). Ondanks dat we steeds beter weten hoe trombose voorkomen kan worden, blijft dit ziektebeeld een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De verpleegkundige of verpleegkundig specialist kan een belangrijke rol vervullen bij de diagnose, behandeling, begeleiding en nazorg van de patiënt die zowel met kanker als met een VTE geconfronteerd wordt. Belangrijk is dat de verpleegkundige of de verpleegkundig specialist zich bewust is van de risicofactoren van een VTE en weet hoe een diagnose te stellen in combinatie met kanker en wat de eventuele behandeling daarvan is, zodat adequate behandeling gestart en gecontinueerd kan worden in samenspraak met de eventuele hoofdbehandelaar.

Via de spoedeisende hulp en de OK komt er een patiënte met hersenletsel op de afdeling. Zorgvuldige bewaking van de gesedeerde patiënte vergt veel rekenwerk.

Ocrelizumab versus interferon bèta-1a bij relapsing multipele sclerose | Tijdelijke ‘smartphone’-blindheid

Met de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning stimuleert de overheid de inzet van mantelzorgers en vrijwilligers in situaties waarin ouderen hulpbehoevend worden. Casemanagers kunnen mantelzorgers en vrijwilligers ondersteunen bij het inrichten van een mantelzorgnetwerk. Ongemerkt kan een zorgsituatie complexer worden, waardoor de grenzen die verbonden zijn aan de inzet van vrijwilligers in zicht komen. In dit artikel wordt aan de hand van de werkelijke situatie van Mevrouw Vermeulen (gefi ngeerde naam) beschreven op welke manier de samenwerking in een (mantel) zorgnetwerk gestalte kan krijgen. Dit artikel is gebaseerd op een interview met Wilbert, een van de vrijwilligers en een bezoek aan mevrouw Vermeulen. De rol van de verpleegkundig specialist, Madelief, is in deze casus verzonnen.

Psychiatrische stoornissen en gebruik van psychofarmaca kunnen van invloed zijn op de rijgeschiktheid. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) gebruikt wettelijk vastgelegde criteria om te bepalen of patiënten met een psychiatrische stoornis hun rijbewijs mogen krijgen of behouden. Dezelfde criteria kunnen door behandelaars gebruikt worden voor een advies aan hun patiënt. De criteria ten aanzien van stemmingsstoornissen en psychotische stoornissen zijn afgelopen jaar flink versoepeld.
Voor medicatiegebruik en autorijden gelden er per medicijn specifieke bepalingen, die gemakkelijk op internet terug te vinden zijn.
De behandelaar dient de patiënt te informeren over de geldende regels en adviezen. Bij grote gevaren kan de behandelaar ervoor kiezen zijn beroepsgeheim te doorbreken, waarna het CBR het rijbewijs kan invorderen.

Chronische buikpijn is een van de meest voorkomende redenen voor een consult bij de kinderarts. Bij 80 tot 90% van de