Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Veroudering, veelal in combinatie met (chronische) aandoeningen en de behandeling daarvan, beïnvloedt de kwaliteit van leven op verschillende manieren, waaronder de beleving van intimiteit en seksualiteit. De verpleegkundige en de verpleegkundig specialist hebben een belangrijke rol in het signaleren en bespreken van veranderingen en problemen in intimiteit en seksualiteit. Het BLISSS-communicatiemodel biedt hier concrete handvatten, waarbij een persoonsgerichte benadering van patiënt en partner centraal staat. In dit artikel wordt het BLISSS-communicatiemodel verder uitgewerkt en toegepast op een casus.

Ruim 1,2 miljoen Nederlanders hebben diabetes. Ieder jaar horen bijna 1200 Nederlanders, 169 per dag, dat zij diabetes hebben.1 Om gezond, gemotiveerd en productief aan het werk te kunnen blijven, moet ook tijdens werktijd goed met de diabetes worden omgegaan. Ook complicaties moeten worden voorkomen. Maar hoe? Er zijn verschillende diabetes-apps waarmee werknemers met diabetes meer grip kunnen krijgen op hun diabetes

Patiënten met acuut respiratoir falen in een spoedeisende situatie hebben een hoge ziekenhuismortaliteit. Deze patiënten zijn in principe nooit nuchter en hebben dus een verhoogd aspiratierisico. Bij een verhoogd aspiratierisico is een Rapid Sequence Induction (RSI) de gebruikelijke inductiemethode. Er is geen bewijs voor een verlaagde incidentie van aspiratie na een RSI. Hoewel er geen bewezen voordeel is van de RSI zijn er mogelijk wel nadelen. In dit artikel zetten we de overwegingen voor verschillende inductie methoden op de IC op een rij.

Zelfmanagement is het vermogen van mensen om hun ziekte of beperking zo goed mogelijk in hun leven in te passen. De beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) ziet zelfmanagementondersteuning als een belangrijke kerntaak van de verpleegkundige. Het is belangrijk te weten hoe iemand zijn eigen vermogen tot zelfmanagement inschat om zorg op maat te kunnen bieden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een meetinstrument. Dit artikel beschrijft allereerst hoe u als verpleegkundige een onderbouwde keuze kunt maken voor een instrument. Er wordt aan de hand van de COSMIN-checklist ingegaan op de psychometrische eigenschappen van beschikbare meetinstrumenten. Er wordt een recente review naar bestaande meetinstrumenten voor zelfmanagement bij patiënten met schizofrenie gepresenteerd. Tot slot worden enkele aandachtspunten aangereikt hoe te komen tot de juiste keuze van een meetinstrument in de verpleegkundige praktijk.

Sinds 2012 wordt de Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie gebruikt om de behandeling voor mensen met een psychotische stoornis vorm te geven. Inmiddels is er meer wetenschappelijke evidentie en praktijkkennis rondom deze doelgroep, waarbij in Australië klinische stadiëring is ontwikkeld. Volgens klinische stadiëring heeft de patiënt, afhankelijk van de fase waarin hij zit in zijn ziekteproces, behoefte aan bepaalde typen en een bepaalde intensiteit van interventies. De zorgstandaard Psychotische stoornissen, gebaseerd op de Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie en de module Vroege Psychose, die ook in 2017 uitkomt, beschrijft welke diagnostiek en behandeling in welke fase standaard en welke optioneel dient te worden ingezet. Daarnaast beschrijft de zorgstandaard op welke manier de zorg rond de individuele patiënt vormgegeven kan worden, gericht op alle domeinen van herstel, waarbij de patiënt en zijn naasten een belangrijke rol hebben bij het kiezen van vorm en inhoud van het behandelproces. Dit artikel beschrijft de belangrijkste thema’s in de zorgstandaard Psychotische stoornissen, die in de loop van 2017 uitkomt.

In Nederland is ongeveer 20% van alle zwangere vrouwen draagster van groep B-streptokokken (GBS) ook wel Streptococcus agalactiae genoemd. De helft van alle kinderen van wie de moeder draagster is van GBS, is gekoloniseerd. Ongeveer 1% van die kinderen ontwikkelt een infectie tijdens of kort na de geboorte. GBS kan bij 15 tot 20 pasgeborenen per jaar leiden tot ernstige neonatale morbiditeit en mortaliteit. In 10% van de gevallen is er sprake van een sepsis/meningitis en 5% van deze pasgeborenen houdt restverschijnselen. Ongeveer 5% van de geïnfecteerde kinderen komt te overlijden.