Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
De presentatie van rectaal bloedverlies is sterk wisselend, van een paar druppels bloed na de defecatie tot massaal bloedverlies met verschijnselen van shock. Ook de oorzaken zijn divers, de differentiaaldiagnose wordt vooral bepaald door de leeftijd van het kind. Vaak geven anamnese en lichamelijk onderzoek al aanwijzingen over de locatie van het bloedverlies en de onderliggende aandoening. Dit artikel bespreekt naast de aandachtspunten bij de anamnese en het lichamelijk onderzoek de differentiaaldiagnose naar leeftijd, de diagnostische mogelijkheden en de behandeling bij rectaal bloedverlies.

De differentiële diagnose van slikstoornissen is zeer uitgebreid en moet in samenwerking tussen neuroloog en KNO-arts worden uitgewerkt. Het is zinvol om onderscheid te maken tussen vier slikfasen om tot een diagnose en een behandelbeleid te komen. Voor de neuroloog zijn de mogelijkheden myogeen, neuromusculaire overgangsstoornis, perifeer neurogeen en centrale sturingsstoornis. In dit artikel worden fysiologie van het slikken, centrale sturing, oorzaken en behandeling besproken. Enkele veelvoorkomende neurologische ziektebeelden worden uitgelicht. Belangrijk is om slikstoornissen, al worden ze niet door iedereen spontaan gemeld, vroegtijdig te onderkennen.

In dit artikel worden anti-emetica beschreven in de context van misselijkheid en braken. Deze symptomen komen veelvuldig voor in de meest uiteenlopende praktijken van alledag. Om structuur aan te brengen in deze diversiteit is de Richtlijn misselijkheid en braken van Pallialine (www.pallialine.nl) gebruikt. Deze richtlijn is multidisciplinair samengesteld en biedt inzicht in symptoommanagement.

Er is de afgelopen jaren steeds meer aandacht gekomen voor verwarde personen. Dit is een begrip waarover weinig consensus is en waaronder een grote diversiteit aan mensen kan worden geschaard. In één op de vijf gevallen is er sprake van psychiatrische problematiek. Vaak zijn er dan meerdere problemen, zoals psychiatrische symptomen, verslavingsproblematiek en (licht) verstandelijke beperking, veelal gecombineerd met problemen op verschillende levensgebieden zoals schulden en dak- en thuisloosheid. In 2015 werd het Aanjaagteam Verwarde Personen in het leven geroepen dat zes verdiepingsregio’s heeft ingericht die werken aan een plan van aanpak op basis van negen bouwstenen. In dit artikel wordt deze werkwijze uitgelegd aan de hand van een casus.

Cholesterol en triglyceriden zijn vetachtige stoffen die noodzakelijk zijn voor het goed functioneren van het lichaam op celniveau. Bij te hoge bloedserumwaarden spreekt men van een hyperlipidemie en dit is schadelijk voor hart en bloedvaten. Er kunnen levensbedreigende atherosclerotische plaques ontstaan, die een hartinfarct of embolie kunnen veroorzaken. Hart- en vaatziekten(HVZ) zijn in Nederland de belangrijkste oorzaak van sterfte bij vrouwen en de tweede oorzaak (na kanker) van sterfte bij mannen. Tien procent van de Nederlandse bevolking heeft een verhoogd cholesterolgehalte (≥ 6,5 mmol/l). Het aanpassen van de leefstijl is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Statine is het sterkst lipideverlagende medicament en wordt door veel mensen gebruikt. Dit geneesmiddel kent ook bijwerkingen zoals spierproblematiek. Door de komst van de PCSK-9-remmers kan ook bij mensen die statinen niet kunnen verdragen een verdere reductie van het LDL-gehalte worden bereikt.

Bij acute lymfatische leukemie (ALL) verdringen maligne cellen het gezonde beenmerg. Dit kan leiden tot diverse symptomen zoals bleekheid, botpijn, hematomen en perioden met koorts. ALL is de meest voorkomende oncologische aandoening bij kinderen, 120 kinderen per jaar in Nederland. De diagnostiek en de hoogcomplexe zorg vinden plaats in een kinderoncologisch centrum en de laagcomplexe zorg in een shared carecentrum in de woonomgeving van het kind. Alle kinderen in Nederland worden behandeld volgens het ALL-11-protocol van Stichting Kinderoncologie Nederland. De intensieve behandeling duurt twee tot drie jaar met een gemiddelde genezingskans van 85%. Er zijn complicaties op korte en lange termijn. Op basis van de resultaten van diverse onderzoeken wordt gezocht naar een goede genezingskans met zo min mogelijk bijwerkingen. De verpleegkundig specialist (VS) is binnen het multidisciplinaire team de spin in het web en eerste aanspreekpunt voor kind en ouders.