Nascholing voor en door zorgprofessionals
Een wereld vol praktijkgerichte (geaccrediteerde) leeroplossingen en vakinformatie. Samen voor goede zorg!
Hoe werkt deze Academy?
Nascholing voor zorgprofessionals
Gesorteerd op nieuw - oud
Een 11-jarig meisje met blanco voorgeschiedenis presenteert zich ’s avonds op de spoedeisende hulp vanwege misselijkheid, braken, duizeligheid en verward gedrag. Ze is hemodynamisch stabiel en heeft opvallend rode ogen. Ze spreekt wartaal en hallucineert. Ze heeft geen koorts. De tractusanamnese is verder niet bijdragend. Het meisje functioneert goed op school en sociaal zijn er geen bijzonderheden. De moeder blijkt vanavond kortdurend dezelfde klachten te hebben gehad. Samen hebben zij als enigen in het gezin een voorverpakte chocolate brownie gegeten.
Een 5-jarige jongen met blanco voorgeschiedenis presenteert zich op de spoedeisende hulp vanwege buikpijn. De buikpijn bestaat sinds enkele uren, waarvoor de jongen zich meerdere keren bij zijn ouders heeft gemeld. Er is geen misselijkheid, braken en/of diarree. De intake was matig vandaag, de patiënt heeft alleen snoepjes gegeten. In de tractusanamnese komt naar voren dat de patiënt sinds enkele uren slecht ziet. Hij omschrijft dat de wereld sneller beweegt. Er is geen koorts. Bij lichamelijk onderzoek worden een soepele buik en een normale visus en pupilreacties gevonden.

In tijden van een dreigend tekort aan zorgpersoneel, hoge werkdruk en een steeds grotere zorgvraag is het behoud van tevreden en bevlogen professionals binnen de kindergeneeskunde essentieel en urgent. Maar wat is bevlogenheid en wat heb je daarvoor nodig? Verlaging van de werkdruk, vergroting van de draagkracht en een positieve werksfeer dragen bij aan duurzame inzetbaarheid van artsen en andere zorgprofessionals. Vanuit de in 2022 verschenen handreiking ‘Behoud van bevlogenheid’ geven wij voorbeelden en werken wij adviezen uit die u kunt implementeren in uw eigen ziekenhuis.

Het aantal kinderen met type 2-diabetes (T2D) neemt toe. Adviezen over leefstijl en dieet vormen een belangrijk onderdeel van de behandeling; energie-inname en energieverbruik kunnen daarmee in balans worden gebracht of gehouden. Daarnaast zijn er steeds meer medicamenteuze behandelmogelijkheden. Afhankelijk van het klinische beeld en de laboratoriumuitslagen wordt deze behandeling gestart met metformine, insuline, of beide. In de meeste gevallen kan de insuline geleidelijk worden afgebouwd. Wanneer met monotherapie metformine de behandeldoelen niet worden gehaald, kan een GLP-1-receptoragonist worden toegevoegd.

Het belang van multidisciplinaire zorg in de neuro-oncologie wordt in Nederland algemeen onderkend. De behandeling van patiënten met een hersentumor wordt complexer door betere diagnostiek en meer behandelopties. Om voor de individuele patiënt het beste behandelplan te bepalen, is expertise van verschillende specialismen nodig, en is optimale shared decision making met de patiënt over het definitieve behandelplan een vereiste. Behandelingen worden zoveel mogelijk vastgelegd in landelijke protocollen en richtlijnen. Zoals de drie beschreven ziektegeschiedenissen illustreren, vallen veel patiënten echter buiten de standaardrichtlijnen. Onzekerheid over een diagnose en over de verwachtingen ten aanzien van het effect van behandeling beïnvloedt de kwaliteit van leven negatief. Juist in deze situaties is intensieve samenwerking in een multidisciplinair team, ook buiten het eigen ziekenhuis, een voorwaarde voor goede zorg. De LWNO (Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie) en SONCOS (Stichting Oncologische Samenwerking) maken landelijk beleid om de multidisciplinaire zorg ook in regionale netwerken te waarborgen.

Radiologen Antwerpen geschorst | Radioactieve stoffen in rioolwater | Groot tekort radiologen VK | ChatGPT-4 toont mogelijkheden | Onderzoek MWI bij MS | AI wint van radiologen op gebied prostaatkanker

Het gebruik van anti-aanvalsmedicatie voor de behandeling van epilepsie kan leiden tot verschillende soorten cardiovasculaire complicaties. Natriumkanaalblokkers kunnen ritme- of geleidingstoornissen veroorzaken of doen toenemen. ECG-diagnostiek vóór en na het starten met deze medicijnen is in specifieke gevallen geïndiceerd. Het gebruik van bloedverdunners vereist extra aandacht bij het behandelen van patiënten met epilepsie vanwege mogelijke interacties met anti-aanvalsmedicatie. Enzyminducerende anti-aanvalsmedicatie kan op de langere termijn leiden tot een ongunstige cholesterol- en lipidenhuidhouding. Ook kan anti-aanvalsmedicatie, in het bijzonder valproaat, bijdragen aan gewichtstoename wat leidt tot een ongunstiger cardiovasculair profiel. Het advies is om anti-aanvalsmedicatie met enzyminducerende en -inhiberende eigenschappen alleen in te zetten als gebruik van medicatie zonder deze eigenschappen niet mogelijk is en te overleggen met de (behandelend) cardioloog bij zorgen over interacties en/of ritme- of geleidingstoornissen.