Physios

Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?

Abonneer nu!

Alle collecties van Physios

Gesorteerd op nieuw - oud
Preventie van knieblessures bij meisjes van 12 tot 18 jaar Lees meer over Preventie van knieblessures bij meisjes van 12 tot 18 jaar Preventie van knieblessures bij meisjes van 12 tot 18 jaar
Het is in ons land een vrijwel onbekend gegeven, maar daarom niet minder schokkend: meisjes tussen de 12 en 18 jaar die een balsport beoefenen, hebben zes- tot achtmaal zoveel risico op een voorstekruisbandblessure of daarmee vergelijkbare knieklachten. Voorstekruisbandletsel is een van de meest ingrijpende blessures die je op een sportveld kunt oplopen. Revalidatie vergt onder normale omstandigheden negen tot twaalf maanden, maar bijkomende negatieve consequentie is dat deze groep tien jaar later met gewrichtsproblemen te kampen krijgt. Zo is bekend dat veel eerder dan gewoonlijk artrose van de knie optreedt met alle mogelijke sportieve en maatschappelijke gevolgen van dien. Kortom, er is sprake van een ernstig probleem dat dringend aandacht verdient. Dit artikel beschrijft in grote lijnen de achtergronden van een preventief trainingsprogramma voor knieletsels.
Toepassing van trainingsprincipes bij krachttraining in de revalidatie Lees meer over Toepassing van trainingsprincipes bij krachttraining in de revalidatie Toepassing van trainingsprincipes bij krachttraining in de revalidatie
Elk boek over trainingsleer schrijft over trainingsprincipes, maar er zijn veel verschillen in deze principes tussen de bronnen. In dit artikel worden de volgende trainingsprincipes besproken: specificiteit, overload, supercompensatie, individualiteit, reversibiliteit, variatie, verminderde meeropbrengst, periodisering en continuïteit. Deze principes worden besproken aan de hand van een trainingsstudie waarin de haalbaarheid en de effecten van intensieve krachttraining voorafgaand aan het plaatsen van een totale knieprothese zijn onderzocht. Ook de resultaten van de studie worden in het kader van de trainingsprincipes besproken.
Elleboogklachten bij de bovenhandse sporter deel 2: return to play Lees meer over Elleboogklachten bij de bovenhandse sporter deel 2: return to play Elleboogklachten bij de bovenhandse sporter deel 2: return to play
Het toegenomen aantal deelnemers aan bovenhandse sporten heeft ertoe geleid dat er de laatste jaren een grote stijging van de incidentie van elleboogklachten is. De analyse van de werpbeweging kan een theoretisch construct vormen om de fysiotherapeutische revalidatie van elleboogklachten bij de bovenhandse sporter te benaderen. Vanuit deze analyse kunnen de behandelbare grootheden worden geëxploreerd. Dit artikel gaat in op de invloed van de kinetische keten op de elleboogklachten en de verbetering van de mobiliteit van de elleboog door middel van manuele technieken. Het artikel sluit af met een beschrijving van de ‘return to play’-fase van de revalidatie.
Overtraining, een niet te verwaarlozen probleem in de sport Lees meer over Overtraining, een niet te verwaarlozen probleem in de sport Overtraining, een niet te verwaarlozen probleem in de sport
Succesvolle training bestaat uit periodes van toenemende trainingsbelasting (overloadfase), afgewisseld met herstelfases van actieve rust. De herstelfase moet afgestemd worden op de overloadfase, anders begint de atleet de volgende overloadfase met een rest vermoeidheid. Hierdoor is er stagnatie of achteruitgang in prestatievermogen. De duur van de benodigde herstelperiode is bepalend voor de classificatie van overtraining. Er bestaat functionele en niet-functionele overreaching (FOR en NFOR). Bij FOR is de atleet binnen twee weken hersteld, terwijl dit bij NFOR enkele weken tot zes maanden vergt. Bij het overtrainingssyndroom (OTS) kan dat zelfs tot een jaar duren. NFOR en OTS komen vaak voor bij topsporters, meer bij duursporters dan bij andere sporters. Behalve bloedlactaat en hartfrequentie na inspanning zijn er weinig methoden om overbelasting op te sporen. Psychomotorische testen lijken wel een goed alternatief. De fysiotherapeut kan het herstel versnellen met massage en hydrotherapie.
Lymftaping als complementaire behandelmethode bij oedeem na weefselschade Lees meer over Lymftaping als complementaire behandelmethode bij oedeem na weefselschade Lymftaping als complementaire behandelmethode bij oedeem na weefselschade
Wanneer er door een operatie of trauma weefselschade is, wordt vrijwel onmiddellijk een uitgebreid scala van reacties in gang gezet om de oorspronkelijke situatie zo goed mogelijk te herstellen. Een ontsteking is een complex van fysiologische processen dat onontbeerlijk is voor weefselherstel en littekenvorming. Oedeem, een van de tekenen van een ontsteking, kan in meer en mindere mate aanwezig zijn. Door deze tijdelijke overload van vocht in het weefsel kan het herstelproces worden geremd. Lymftaping kan dan worden ingezet om oedeem sneller te reduceren. Door de lagere druk onder de tape kunnen de initiële lymfevaten beter oedeem absorberen, het reabsorptiegebied wordt vergroot en drukverschillen tussen tape en de ruimte ertussen stimuleren het transport. In dit artikel worden verschillende mogelijkheden voor lymftaping beschreven om oedeem en littekenvorming te verminderen.
Illusies van het lichaam Lees meer over Illusies van het lichaam Illusies van het lichaam
Het gevoel een lichaam te bezitten en het gevoel dat jouw lichaam zich ergens in de ruimte bevindt, zijn belangrijke aspecten van het lichaamsschema, leidend tot enige mate van zelfbewustzijn. Meestal zijn het onbewuste processen, maar bij gezondheidsproblemen kan het lichaamsschema verstoord raken. Zo komt het in de revalidatie van een CVA-patiënt wel eens voor dat de paretische arm niet meer als van de persoon zelf beschouwd wordt. (‘Wie heeft dat dode hondje in mijn bed gelegd?’) Of het lichaamsschema wordt ontregeld door langdurige immobilisatie of chronische pijn. Belangrijk bij zelfbewustzijn en lichaamsschema zijn de fenomenen ‘self-location’ (waar in de ruimte bevindt mijn lichaam zich) en ‘body ownership’ (van wie is dit lichaam). Onderzoekers van het Zweedse Karolinska Instituut bestudeerden de rol van het brein in relatie tot het lichaamsschema en zelfbewustzijn in een serie experimenten.