A&I

Een onafhankelijke, geaccrediteerde nascholing over perioperatieve geneeskunde

Een combinatie van vaktijdschrift, e-learning en congressen, geaccrediteerd door de ABIC. Aanvragen die door ABIC worden geaccrediteerd krijgen de categorie ‘Nascholing Intensive Care’. De nascholingen met deze categorie tellen mee voor zowel het basisspecialisme (NVA, NIV, NVVC, NVvH, NVN en NVALT) als het aandachtsgebied Intensive Care.  

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van A&I?

Abonneer nu! Meer informatie

Alle collecties van A&I

Gesorteerd op nieuw - oud
In gesprek met anesthesioloog-pijnspecialist Lennart Wasmoeth Lees meer over In gesprek met anesthesioloog-pijnspecialist Lennart Wasmoeth In gesprek met anesthesioloog-pijnspecialist Lennart Wasmoeth
Lennart Wasmoeth houdt van de combinatie van anesthesie en pijngeneeskunde. Hij is opgeleid in het Amsterdam UMC, waarna een fellowship pijngeneeskunde volgde. Momenteel is Wasmoeth werkzaam als anesthesioloog-pijnspecialist in het St. Antonius in Nieuwegein, waar hij oncologische pijnbestrijding en palliatieve zorg als aandachtsgebieden heeft. Wasmoeth is actief lid van het nationaal multidisciplinair PENG-consortium dat veel onderzoek doet naar de werking en implementatie van PENG-blokkades bij kwetsbare ouderen die een heupfractuur hebben, maar waarbij een operatie niet gewenst is. A&I ging met hem in gesprek over het vak pijngeneeskunde.
Het risico op postoperatieve pijn Lees meer over Het risico op postoperatieve pijn Het risico op postoperatieve pijn
Acute postoperatieve pijn is een veelvoorkomend multifactorieel probleem dat een negatieve invloed kan hebben op patiëntcomfort en postoperatief herstel. Postoperatieve pijn kan de kans op complicaties vergroten, opnameduur verlengen en zorgkosten verhogen. Preoperatieve risicostratificatie kan patiënten met een verhoogd risico op acute postoperatieve pijn identificeren. Extra aandacht voor perioperatieve pijnzorg begint bij de juiste selectie van patiënten met een verhoogd risico op pijnproblematiek tijdens de preoperatieve anesthesiologische evaluatie. Ieder ziekenhuis zou een stappenplan moeten hebben met aanvullende pre-, intra- en postoperatieve pijnzorg om het voor deze patiënten mogelijk te maken de kans op acute en chronische pijn en langdurig opioïdgebruik te voorkomen. Een transitionele pijnservice kan een onderdeel zijn van dit beleid.
Dexmedetomidine op de Intensive Care Lees meer over Dexmedetomidine op de Intensive Care Dexmedetomidine op de Intensive Care
Dexmedetomidine wordt op de IC gebruikt voor sedatie, vooral bij patiënten waarbij behoud van spontane ademhaling gewenst is of als therapie bij delier. Het middel kent verschillende voordelen, maar bradycardie en hypotensie zijn veelvoorkomende bijwerkingen. Na publicatie van een vervolganalyse van de SPICE III-trial waarschuwde het CBG in 2022 voor een verhoogde mortaliteit bij IC-patiënten van 65 jaar en jonger. Nieuwe literatuur bevestigt het verhoogde risico op bradycardie, vooral bij jongere patiënten, terwijl het effect op mortaliteit onduidelijk blijft. Aan de hand van een fictieve casus wordt de klinische relevantie van deze bevindingen besproken.
Chirurgie bij oudere patiënten met kanker Lees meer over Chirurgie bij oudere patiënten met kanker Chirurgie bij oudere patiënten met kanker
Van de patiënten die gediagnosticeerd worden met kanker is meer dan de helft 70 jaar en ouder. Ongeveer 30% van de oudere chirurgische patiënten is kwetsbaar en kwetsbaarheid is een risicofactor voor ongunstige postoperatieve uitkomsten. Essentieel in deze populatie zijn preoperatieve screening op kwetsbaarheid, inventarisatie van de verschillende behandelopties en hun implicaties, inschatting van het risico op postoperatieve complicaties en herkenning van domeinen die door interventies misschien geoptimaliseerd kunnen worden om postoperatieve uitkomsten te verbeteren; dit alles vindt laagdrempelig plaats in een multidisciplinaire setting. Samen met patiënt en diens naasten worden de behandeldoelen geïnventariseerd en (aan de hand van bovengenoemde factoren) op haalbaarheid beoordeeld. Dit proces van gedeelde besluitvorming zorgt voor een behandelplan op maat voor de individuele patiënt. Zorg op maat is een belangrijk aspect van waardegedreven en toekomstbestendige zorg.
Impact van medicatie op het oppervlaktewater Lees meer over Impact van medicatie op het oppervlaktewater Impact van medicatie op het oppervlaktewater
Restanten van pijnstillers en andere geneesmiddelen komen na gebruik in het milieu terecht. In oppervlaktewater worden concentraties diclofenac, ibuprofen en naproxen gemeten waarbij schadelijke effecten kunnen optreden bij dieren en planten. Door het terugdringen van de hoeveelheid pijnstillers in het milieu kunnen we deze milieurisico’s verminderen. Zorgverleners en patiënten kunnen hieraan een belangrijke bijdrage leveren door bewustere keuzes te maken bij het voorschrijven en gebruiken van pijnstillers. Voor oraal gebruik heeft paracetamol vanuit milieuoogpunt de voorkeur: dit levert de minste milieurisico’s op. Uitwisselen van diclofenac, naproxen en ibuprofen levert geen milieuwinst op, maar voorkomen van onnodig en onjuist gebruik van NSAID-gels levert juist wel een essentiële bijdrage. Naast bewust voorschrijven van pijnstillers en zorgvuldig gebruik zijn educatie, ketensamenwerking en gedragsverandering van belang.
Het tapiasyndroom na intubatie Lees meer over Het tapiasyndroom na intubatie Het tapiasyndroom na intubatie
Het tapiasyndroom is een zeldzame aandoening die wordt gekenmerkt door unilaterale uitval van de n. hypoglossus en de n. laryngeus recurrens. De uitval ontstaat meestal na intubatie of langdurige positionering van het hoofd en leidt tot heesheid, tongdeviatie en slikproblemen. Een nauwkeurige differentiële diagnose is essentieel om centrale oorzaken en andere schedelbasissyndromen uit te sluiten. De behandeling is conservatief, met logopedie als belangrijkste pijler; de rol van corticosteroïden is omstreden. Preventieve maatregelen zoals correcte intubatietechniek en cuffdrukcontrole zijn belangrijk om zenuwschade te vermijden. De prognose is variabel, maar herstel is bij milde laesies vaak gunstig. Gunstige prognostische factoren zijn een korte duur van intubatie, vroege herkenning, starten met logopedie, afwezigheid van onderliggend neurologisch lijden en een jongere leeftijd.