Physios

Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?

Abonneer nu!

Alle collecties van Physios

Gesorteerd op nieuw - oud
Ouderen en visuele beperkingen Lees meer over Ouderen en visuele beperkingen Ouderen en visuele beperkingen
Geschat wordt dat ruim een derde van de bewoners in verzorgingsen verpleeghuizen lijdt aan visuele beperkingen als gevolg van een oogaandoening. In de Nederlandse bevolking is dat 5 procent. Het aandeel bewoners dat onnodig slechtziend is in verzorgings- en verpleeghuizen wordt op zeker twee derde geschat. De meest voorkomende oogaandoeningen zijn cataract of staar, glaucoom, maculadegeneratie en diabetische retinopathie. Deze oogaandoeningen kunnen uiteenlopende visuele beperkingen veroorzaken die niet altijd door de zorgprofessional als zodanig worden herkend. Cataract is behandelbaar, maar de andere drie oogaandoeningen zijn slechts af te remmen met behulp van medicatie. De oudere is veelal afhankelijk van ondersteuning door de zorgprofessional voor voldoende verlichting, juist kleurgebruik en het voorkómen van schittering. Om te weten welke mensen deze ondersteuning nodig hebben, is onderzoek naar visuele beperkingen van belang. De optometrist kan hierin een rol vervullen.
Doe eens gek! Lees meer over Doe eens gek! Doe eens gek!
Provocatief coachen is een bijzondere vorm van communiceren: je daagt de patiënt met warmte en humor uit om verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen gedrag en manier van denken. Grondlegger is psychotherapeut Frank Farrelly. Hij ontdekte dat zijn patiënten heel goed reageerden op zijn humor en ‘botte’ opmerkingen. Ze toonden gezonder gedrag, ze hadden meer zelfvertrouwen en een realistischer zelfbeeld. Zijn aanpak is omgezet in een methode voor hulpverleners en coaches. Provocatieve vaardigheden zijn bijvoorbeeld overdrijven, advocaat van de duivel spelen en anekdotes vertellen. Goed toegepast levert het plezier en resultaat op voor zowel de fysiotherapeut als de patiënt.
Evidence-based fysiotherapie: een drieluik over mythe en werkelijkheid Lees meer over Evidence-based fysiotherapie: een drieluik over mythe en werkelijkheid Evidence-based fysiotherapie: een drieluik over mythe en werkelijkheid
Tegenwoordig gaat het bij evidence-based medicine om het toepassen van epidemiologische gegevens met inachtneming van wat professionals zelf aan betekenisvolle overwegingen inbrengen, zoals pathofysiologische kennis, klinische ervaring en voorkeuren van patiënten. Richtlijnen zijn vooral pragmatisch bedoeld, gebaseerd op de gedachte dat er individuele verschillen mogelijk zijn. Om de voordelen volledig te kunnen benutten moet de fysiotherapeut zelf het heft in handen houden bij het toepassen van richtlijnen, en dat vooral in de communicatie met zorgverzekeraars, beleidsmakers en wetenschappers die de kliniek met name kennen van achter het bureau. Het gaat uiteindelijk om passend bewijs van interventies beschikbaar te maken in richtlijnen en standaarden, waarbij monitoren en gedoseerd meten een rol spelen.
Fysiotherapie voor patiënten met het chronische vermoeidheidssyndroom Lees meer over Fysiotherapie voor patiënten met het chronische vermoeidheidssyndroom Fysiotherapie voor patiënten met het chronische vermoeidheidssyndroom
Overmatige fysieke inspanning maakt patiënten met het chronische vermoeidheidssyndroom (cvs) zieker. Dit is een typisch kenmerk van deze onderschatte aandoening. De kennis over de oorzaak van de slechte reactie van cvs-patiënten op lichamelijke inspanning raakt beetje bij beetje ontrafeld. Deze nieuwe inzichten vormen de theoretische basis voor een fysiotherapeutische behandeling op maat van iedere patiënt met cvs. Dit wordt praktisch geïllustreerd in deze casusbespreking. We doorlopen het klinisch redeneringsproces vanaf de aanmelding, via de definiëring van de behandeldoelstellingen tot het implementeren van de behandeling. De fysiotherapeutische behandeling wordt daarbij opgedeeld in twee fasen: een stabilisatiefase en een opbouwfase. Deze vorm van fysiotherapie kan cvs niet genezen, maar kan wel de functionaliteit van de patiënt verbeteren en de medische behandeling ondersteunen en aanvullen.
Methodisch handelen bij lage-rugpijn Lees meer over Methodisch handelen bij lage-rugpijn Methodisch handelen bij lage-rugpijn
In 2001 heeft het kngf de richtlijn Lage-rugpijn uitgegeven en in 2003 de richtlijn Manuele therapie bij lage-rugpijn. De laatste richtlijn is op te vatten als een verdieping van de richtlijn Lage-rugpijn en sluit ook meer aan op de in 2003 gepubliceerde multidisciplinaire richtlijn. Naar verwachting zal in 2010 een update verschijnen van beide kngf-richtlijnen. Dit artikel beschrijft op basis van de verschenen richtlijnen en actuele ontwikkelingen een aantal belangrijke aspecten van het methodisch handelen bij lagerugpijn. De focus ligt hierbij vooral op de gehanteerde indeling in aspecifieke en specifieke lage-rugpijn.
Inspanningsfysiologie in de praktijk deel 1 Lees meer over Inspanningsfysiologie in de praktijk deel 1 Inspanningsfysiologie in de praktijk deel 1
Het maximale zuurstofopnamevermogen (VO2max) is een belangrijke maat voor de toestand van iemands cardiovasculaire en ventilatoire systeem en het spiermetabolisme. In dit artikel wordt ingegaan op de verschillende energiesystemen van de skeletspier, de relatie van het zuurstofopnamevermogen met de hartprestatie en de meting van het maximale zuurstofopnamevermogen door middel van maximale en submaximale tests.