Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
NSAID’s (non-steroidal anti-inflammatory drugs) zijn probate ontstekingsremmende pijnstillers met veel verschillende vertegenwoordigers. Sommige middelen zijn zowel bij de apotheek als de drogist te verkrijgen, andere NSAID’s worden uitsluitend op recept verstrekt. NSAID’s staan samen met paracetamol op de onderste trede van de zogeheten pijnladder van de WHO. Hierin worden pijnstillers gerangschikt in verschillende fasen, naar toenemende sterkte van hun werkzaamheid. De pijnstillers uit de pijnladder zijn vooral effectief bij nociceptieve pijn. Voor bestrijding van neuropathische pijn zijn andere middelen aangewezen, zoals anti-epileptica of sommige antidepressiva. Het gebruik van NSAID’s brengt voor sommige mensen (grote) gezondheidsrisico’s mee. Vandaar dat men er bij zelfzorg goed aan doet om arts of apotheker te raadplegen. De belangrijkste bijwerkingen zijn gastro-intestinaal of cardiovasculair van aard. Naproxen lijkt het meest veilig te zijn voor hart en bloedvaten, maar is mogelijk weer iets minder veilig voor de maag. Hoewel er ook nieuwere middelen zijn, geeft de huisartsenrichtlijn Pijnbestrijding de voorkeur aan de ‘oudere middelen’ diclofenac, ibuprofen en naproxen.
Acute knieletsel komen vaak voor en als gevolg van de directe toegankelijkheid van de fysiotherapie (DTF) zien veel fysiotherapeuten deze letsels. Het juist analyseren en diagnosticeren van knieletsels blijkt echter lastig en moeilijk. Dit komt onder andere doordat richtlijnen ontbreken, waardoor de juiste diagnose vaak laat wordt gesteld. In de literatuur zijn veel klinische tests voor (acute) knieletsels beschreven, maar welke zijn het meest evidence-based? Dit artikel beschrijft de huidige evidence-based inzichten in de diagnostiek van acute knieletsels. Allereerst komt de anatomie van de posteromediale en de posterolaterale hoek aan bod. Vervolgens worden de meest voorkomende ontstaansmomenten en de daarbij behorende mogelijke letsels besproken. Voor de belangrijkste structuren van de knie worden de klinische tests beschreven, met sensitiviteit en specificiteit. Met de informatie in dit artikel kan de fysiotherapeut beter een adequate fysiotherapeutische diagnose stellen en tevens beoordelen wanneer een verwijzing naar de arts of orthopeed geïndiceerd is.
Hamstringsblessures vormen een groot onderdeel van het jaarlijkse aantal sportblessures. Het feit dat deze blessures vaak meerdere malen terugkomen in de carrière van een sporter zorgt ervoor dat deze blessure vaak onderwerp van discussie is. In dit artikel wordt ingegaan op de oorzaken, revalidatie maar ook de preventie van hamstringsblessures.
Arbeidsgerelateerde klachten aan de arm, nek en schouder komen veel voor bij beeldschermwerkers. Dat komt enerzijds door het relatief grote aantal beeldschermwerkers, en anderzijds doordat beeldschermwerkers langdurig werken in statische houdingen. De algemeen fysiotherapeut heeft over het algemeen niet de mogelijkheid om op de werkplek te gaan kijken en daar de werkwijze te beoordelen. Dit artikel is daarom gericht op het aanspreken en stimuleren van het zelfmanagement van de patiënt. Allereerst wordt ingegaan op het zogenaamde 5W-model waarin arbeidsgerelateerde factoren worden verdeeld in werkplek, werkwijze, werktijden, werkdruk en werktaken. Vervolgens wordt ingezoomd op de beeldschermwerkplek en de typische aspecten van de werkwijze bij beeldschermwerkers. Ten slotte wordt het onderzoek en mogelijke interventies beknopt beschreven. Verschillende checklisten en een vragenlijst zijn in de bijlagen te vinden.
Dit artikel geeft een overzicht van het metamodel, een van de meest gebruikte taalonderdelen van nlp. In nlp wordt ervan uitgegaan dat er een verschil is tussen dat wat er diep van binnen bij ons leeft (onze binnenwereld) en dat wat we van onze binnenwereld naar buiten brengen (onze buitenwereld). In het naar buiten brengen van onze innerlijke ervaring, vervormen en generaliseren wij in onze taal en we laten informatie weg. Dit normale proces leidt vaak tot beperkend taalgebruik en we verliezen hiermee soms het contact met de binnenwereld. Dit kan gemakkelijk voor verwarring en miscommunicatie zorgen in de relatie tussen therapeut en patiënt. Het metamodel is een verzameling taalpatronen met bijbehorende vragen waarmee je belangrijke ontbrekende specifieke informatie achterhaalt en de patiënt weer in contact brengt met zijn concrete ervaring. Kennis van het metamodel kan de therapeut helpen om meer inzicht te krijgen in wat er diep van binnen bij de patiënt speelt en wat hij daadwerkelijk met zijn uitspraken bedoelt. Dit zal bijdragen aan een beter contact tussen therapeut en patiënt.
Al surfend op het internet viel mijn oog op een review over hamstringblessures van Prior en collega’s. Met de gedachte aan een voetballer (A.R.) die veel geplaagd wordt door hamstringblessures leek het mij wel aardig dit artikel door te nemen, te meer daar ik nieuwsgierig was hoe de hamstringblessures behandeld zouden worden. Uit deze review blijkt dat het nog ontbreekt aan gerandomiseerde, gecontroleerde experimenten en goed ontworpen cohortstudies. Een aantal interventies wil ik eruit lichten.