Physios

Het grote aantal (75%) gerapporteerde herrupturen na een chirurgische hechting van de rotator cuff was voor Long en collega’s aanleiding voor nader onderzoek. Een veelvoorkomende postoperatieve oefening is het laten slingeren van de arm in voorovergebogen positie (de zgn. Codman’s excersises). De onderzoekers veronderstellen dat deze oefening op gemakkelijke wijze verkeerd uitgevoerd kan worden. Het niet-correct uitvoeren van de oefening (de schoudermusculatuur brengt de arm in beweging) vraagt meer activiteit van de spieren van de rotator cuff dan het correct uitvoeren van de oefeningen (de rompbeweging initieert de armbeweging).

In dit artikel worden allereerst een aantal begrippen toegelicht, zoals vrijheidsgraden, motorische leerfasen volgens Bernstein, redundantiemanagement, exploitatie van de biomechanica van het bewegingsapparaat en het amplitude-frequentieparadigma. Vervolgens wordt aan de hand van twee experimenten inzicht gegeven in de neuromotorische strategieën die mensen hanteren om de vele vrijheidsgraden van het bewegingssysteem te benutten bij het uitvoeren van repeterende, doelgerichte bewegingstaken. Hierna worden de resultaten van beide onderzoeken besproken, aan de hand van een aantal informatiemanagementprincipes waarop het neuromotorisch systeem aangestuurd kan worden. Ten slotte is beschreven hoe de vermelde inzichten vanuit de cognitieve neurowetenschappen te vertalen zijn naar een fysiotherapeutische bijdrage aan het herstel na een totale knievervanging.

Pijn op de borst kan veel oorzaken hebben, variërend van een levensbedreigende tot een simpele oorzaak. Wanneer iemand klaagt over pijn op de borst, wordt vaak een relatie gelegd met hartklachten of een dreigend hartinfarct. Bij de patiënt bestaat ook meestal de angst dat het iets met het hart te maken heeft. Het is dan ook van groot belang dat duidelijk wordt of de pijnklachten worden veroorzaakt door ischemie van het myocard of niet. De anamnese wordt in het algemeen beschouwd als belangrijke bron van gegevens om tot een differentiële diagnose te komen. Gebaseerd op de anamnese wordt in logische volgorde de aanvullende diagnostiek bepaald. Dit artikel zoomt in op de meest voorkomende oorzaken van pijn op de borst.

Bij KANS en RSI denken wij als fysiotherapeuten al snel aan beeldschermwerk of productiewerk met veel repeterende bewegingen. Maar hoe zit het eigenlijk met ons eigen beroep? In Pubmed zijn over dit onderwerp al redelijk wat publicaties te vinden. Hieruit blijkt dat werkgerelateerde klachten kunnen resulteren in het veranderen van de werkwijze, minder patiëntgebonden uren, ziektewet of zelfs veranderen van werkkring. Een recente publicatie over dit onderwerp is die van Campo en collega’s.

In mei 2010 is de KNGF-richtlijn Klachten aan de nek, arm en/of schouder (kans) verspreid onder fysiotherapeuten. Voorheen werden deze klachten aangeduid als rsi. In consensus is in het cans-model besloten de term rsi te vervangen door cans. Dit model maakt een onderverdeling in specifieke en aspecifieke klachtenbeelden, die in de KNGF-richtlijn niet (strikt) wordt gehanteerd. Dit artikel gaat in op de problemen rondom de definities van kans, cans en rsi, de afbakening van deze klachtengroep en de indeling in specifieke en aspecifieke aandoeningen. Verder geeft het een overzicht van de risico- en prognostische factoren, de interventies en hypotheses over ontstaansmechanismen.

Diagnostiek bij klachten aan de arm is in de regel niet eenvoudig omdat deze klachten vaak niet volledig verklaard kunnen worden door schade of afwijkingen van bepaalde structuren. Deze aspecificiteit leidt dan ook vaak tot een (terechte) niet-specifieke aanpak. Kennis en vaardigheden met betrekking tot armklachten die wel in voldoende mate kunnen worden verklaard door schade of afwijking kunnen helpen om op de juiste momenten een specifieke aanpak in de behandeling een plaats te geven. Ook kan de fysiotherapeut daarmee beter bewegen in het spanningsveld tussen specifieke en aspecifieke klachten van de arm; het is immers zelden óf specifiek óf aspecifiek maar eerder iets ertussenin. In dit artikel wordt een overzicht geboden van aandoeningen, syndromen en patronen die u kunnen helpen uw diagnostisch en therapeutisch kader te verbreden.