Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Cliënten die zich in de praktijk melden, moeten vaak iets aan hun gedrag veranderen. Soms slechts weinig, maar veel vaker moeten ze veranderen op verschillende terreinen, waaronder leefstijl. De praktijk leert dat dit vrijwel niet gebeurt. De fysiotherapeut dient dan ook niet alleen maar expert te zijn op het gebied van, bijvoorbeeld de knie, maar ook op het gebied van gedragsverandering. In dit artikel over leefstijlcoaching wordt een model geïntroduceerd dat een overzicht biedt van de belangrijkste thema's en instrumenten die de fysiotherapeut tot zijn beschikking heeft om cliënten te begeleiden bij het veranderen van hun leefstijl.
Revalidatie na kanker is een groeiend nieuw aandachtsgebied in de fysiotherapeutische beroepsgroep. Deze revalidatie wordt ook aangeboden aan patiënten met (al bekende) metastasering naar ossale structuren. Omdat steeds meer fysiotherapeuten betrokken zijn bij oefenprogramma’s voor kankerpatiënten, is het belangrijk dat zij symptomen die kunnen duiden op botmetastasen herkennen, en kennis hebben van de pathofysiologie en de medische behandeling van botmetastasen. Daarnaast is het belangrijk dat fysiotherapeuten de risico’s en de voordelen van gedoseerde training en botbelasting adequaat tegen elkaar af kunnen wegen bij patiënten met een verminderd belastbaar skelet.
Rondom de oefentherapeutische behandeling van patellofemorale pijnklachten wordt een belangrijke rol toegedicht aan de 'vastus medialis', omdat deze een belangrijke functie zou vervullen bij de sturing van de patella in de patellofemorale groeve. Er doet zich echter een nogal hardnekkige mythe de ronde over de functie van deze spier, waarbij men aannam dat contractie van de vastus medialis met name verantwoordelijk is voor de laatste 10-15 graden extensie van de knie. Recent experimenteel onderzoek schijnt hier echter een geheel ander licht op.
Dans is een kunstvorm, maar ook een (top)sport. Voor professionals is een blessure of een trauma een belemmering om het beroep uit te oefenen. De meeste aandoeningen zijn aan de benen en onderrug, met de enkel als meest aangedane gewricht, gevolgd door knie, voet en rug. De belangrijkste blessures zijn terug te voeren op oververmoeidheid of overbelasting door ongebruikelijke bewegingen, of zijn een gevolg van (over)compensatie voor onvoldoende stabiliteit van de romp en/of extremiteiten. Dansers dienen hun eigen lichaam grondig te kennen om blessures te voorkomen. Ze moeten functioneel trainen en weten wanneer er ongewenste compensaties optreden bij een beweging, om het lichaam gezond te houden. Als er dan toch blessures zijn, stellen dansers hoge eisen aan de behandeling. Die vindt bij voorkeur plaats in een team van deskundigen zodat van ieders kennis gebruik gemaakt kan worden. Dit artikel biedt aanknopingspunten voor fysiotherapeutische begeleiding bij dansgerelateerde blessures.
In dit artikel komen de drie belangrijkste aspecten van het inspanningsvermogen (aerobe capaciteit, anaerobe capaciteit en spierkracht) aan de orde en wordt besproken wat het effect is van training op deze aspecten tijdens de groei. Vanwege de lichamelijke groei, de specifieke ontwikkeling en rijping van het bewegingsapparaat en de sterk veranderende fysiologie mogen jeugdigen niet zomaar als 'kleine volwassenen' beschouwd worden. Daarom gaan trainingsprincipes die voor volwassen gelden, vaak niet op voor kinderen en adolescenten. Dit artikel heeft tot doel de fysiotherapeut meer inzicht te geven in de pediatrische inspanningsfysiologie en handvatten aan te reiken voor het opstellen van adequate trainingsprogramma's voor kinderen en adolescenten.
Groei is een zeer dynamisch proces, waarbij fysiologie en pathofysiologie dicht bij elkaar liggen. Het steun- en bewegingsapparaat is tijdens de groei gevoelig voor stoornissen, onder andere als gevolg van de manier waarop het gebruikt wordt. Kennis van de normale fysiologische groei en ook van de pathofysiologie is daarom noodzakelijk om orthopedische aandoeningen te herkennen en adequaat te behandelen. Om het fysiotherapeutisch onderzoek, klinisch redeneren en handelen voldoende houvast te geven belicht dit artikel de normale skeletgroei, met speciale aandacht voor de groeischijf en apofysaire groei. Verder gaan de auteurs in op de verschillende factoren die de skeletgroei kunnen beïnvloeden, en op de gebruikelijke kinderorthopedische behandelmogelijkheden.