Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Klinische neurodynamica is een relatief nieuw aspect van de fysiotherapie en kan een waardevolle aanvulling worden in de neuromusculoskeletale gereedschapskist van de moderne fysiotherapeut en/of manueel therapeut. Neurodynamica beschrijft en onderzoekt de interactie tussen de mechanische en de fysiologische eigenschappen en gedragingen van zenuwweefsel. Het doel van neurodynamica is een indruk krijgen van de mechanische belastbaarheid en gevoeligheid van neurale structuren, gerelateerde interfaces (raakvlakken) en geïnnerveerde weefsels. Hiervoor kunnen neurodynamische tests gebruikt worden, voor de diagnostiek van specifieke nek- en rugklachten, maar ook om bij veel aspecifieke nek- en rugpijn met uitstralende klachten te beoordelen of verhoogde neuromechanosensitiviteit een van de mogelijke oorzaken is van de klacht van de patiënt. Dit artikel geeft een eerste inleiding in dit concept.
Door het gebruik van pijnregistratiemethoden kan een therapeut kennis en inzicht krijgen in de verschillende dimensies van pijn van een persoon. Pas op het moment dat een therapeut zich een duidelijk beeld heeft gevormd van de klachten, kan hij besluiten welke behandelstrategie de juiste is. Een onderdeel van de registratie van pijn is een uitgebreide (pijn)anamnese met onder meer vragen naar de lokalisatie, ernst en provocerende momenten. Verder is het belangrijk om ook pijngedrag, de gevolgen van pijn en copingstrategieën in kaart te brengen. Dit artikel beschrijft onder meer een voor de praktijk ontwikkelde pijnvragenlijst waarin zes aandachtsgebieden van pijn worden bevraagd. De therapeut kan deze aandachtsgebieden gebruiken als leidraad om tot een verantwoorde behandeling te komen.
Roeien is een unieke sport: er wordt relatief symmetrisch bewogen in een gesloten keten en er zijn geen onverwachte bewegingen of contactmomenten met tegenstanders. Roeiblessures ontstaan dan ook voornamelijk door overbelasting en worden veroorzaakt door de krachten die worden uitgeoefend op het lichaam als gevolg van de roeibeweging. Traumatische blessures komen niet tot nauwelijks voor. Dit artikel bespreekt de oorzaken en de fysiotherapeutische behandeling van de meest voorkomende roeiblessures: lage rugklachten, stressfracturen van de ribben en overbelasting van pezen in de pols, de elleboog en de knie. Voor elke regio wordt een verband gelegd tussen het ontstaan van de blessure en de biomechanica van de roeibeweging.
De totale schouderprothese wordt steeds vaker geplaatst bij een pijnlijke artrotische schouder of bij cuffartropathie. De totale schouderprothese heeft niet zozeer als doel om de functie te verbeteren, het primaire doel is pijnvermindering. De fysiotherapeut heeft een belangrijke ondersteunende rol in de postoperatieve behandeling. Tot op heden zijn er nog geen richtlijnen met betrekking tot de postoperatieve fysiotherapeutische behandeling. De verschillende protocollen zijn op dit moment nog consensus-based. Dit artikel beschrijft voor de totale schouderprothese de indicatiestelling, operatie en fysiotherapeutische nabehandeling.
In het fysiotherapeutisch domein zijn veel vragenlijsten voorhanden die pijn en/of beperkingen in kaart brengen bij patiënten met nekklachten. Dit artikel bespreekt een systematische review waarin acht verschillende vragenlijsten onderworpen zijn aan een uitgebreid onderzoek naar hun meeteigenschappen. De conclusie is dat er over de Neck Disability Index (NDI) het meest bekend is en dat dit instrument in het algemeen goed scoort op de geselecteerde meeteigenschappen. De andere vragenlijsten tonen ook positieve resultaten, maar de evidentie veelal beperkt van niveau en niet alle meeteigenschappen zijn daarvan onderzocht.
De laatste jaren ligt het accent in de fysiotherapeutische revalidatie steeds meer op het goed afstemmen van fysieke activiteit op de individuele patiënt. Hiervoor moeten de fysieke parameters die een rol kunnen spelen zo goed mogelijk worden gemeten en in kaart worden gebracht. Dit artikel geeft een overzicht van de parameters die kunnen worden gemeten en van de patiëntengroepen waarbij deze relevant zijn. Aan bod komen onder andere het meten van de middelomtrek, het vetpercentage, de bloeddruk en de cardiorespiratoire fitheid.