Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Een belangrijk onderdeel van fysiotherapie is het actief oefenen van vaardigheden en activiteiten. Voldoende kracht is hiervoor een basisvoorwaarde en dus onlosmakelijk verbonden met fysiotherapie. Fysiotherapie kent echter geen eigen methodiek voor het uitvoeren van krachttraining. Het KrachtRevalidatieSysteem (KRS) is een methode voor krachttraining die wel toepasbaar is voor de fysiotherapeut. Het is een geprotocolleerde aanpak met duidelijke richtlijnen voor de dosering en opbouw van krachttraining. Behalve het aantal herhalingen speelt hierin de kwalitatieve uitvoering een belangrijke rol. In dit artikel komen allereerst de algemene uitgangspunten van KRS aan bod. Vervolgens geeft het handvatten voor de toepassing in de dagelijkse praktijk, en tot slot geeft het een voorbeeld uit de praktijk.
Veel chronische pijnsyndromen krijgen het etiket ‘aspecifieke pijn’. Het is moeilijk om bij een aspecifieke diagnose een specifiek fysiotherapeutisch behandelplan op te stellen. Dit artikel belicht de rol van perifere nociceptie bij chronische pijn en gaat nader in op hoe de fascia daaraan is gerelateerd. Hieruit blijkt dat aspecifieke chronische pijn bij nadere beschouwing helemaal niet zo aspecifiek is. In de praktijk zijn er namelijk vaak bronnen van perifere nociceptie aan te wijzen. Dit opent de weg naar verschillende specifieke fysiotherapeutische behandeltechnieken. Belangrijk is dat daarbij niet het totale plaatje van de vaak complexe chronische pijnproblematiek uit het oog wordt verloren. Dit artikel is dan ook een pleidooi voor een combinatie van bottom-up- en top-downbenaderingen bij de chronische pijnbehandeling.
Patiënten verschillen in de manier waarop ze omgaan met hun pijnklachten. De emoties van de patiënt en van belangrijke personen in zijn omgeving spelen een belangrijke rol. Emoties rond de klachten en de wijze van aandacht geven aan de klachten kunnen helend maar ook ziekmakend zijn. Inzicht in de effecten van emoties en weten hoe daarmee om te gaan kan leiden tot meer maatwerk in de behandeling van pijnklachten en dat kan een belangrijke factor voor therapiesucces zijn. Belangrijk is dat in samenspraak met de patiënt niet alleen een medische, maar ook een psychologische diagnose gesteld wordt waarbij emotionele distress, een inadequate copingstijl en een disfunctionele sociale respons in kaart worden gebracht. Met het SCEGS-model is het mogelijk om op gestructureerde wijze op te sporen hoe de ‘pijnpoort’ open is komen te staan en wat er nodig is om deze poort weer te sluiten.
In de huidige medische en therapeutische praktijk wordt in het geval van chronische pijn nog steeds vaak uitgegaan van een perifeer verklaringsmodel: er is ergens een lokale afwijking en die moet bestreden worden. Werkt de behandeling niet, dan worden zwaardere middelen ingezet, zoals centraal werkende pijnstillers, blokkades en operaties. Als dat ook niet werkt, is het psychisch; de pijn zit tussen de oren. Eigenlijk zitten we nog steeds gevangen in een ‘simplistisch dualisme’: pijn is of somatisch of psychisch. Bij deze benadering wordt het zenuwstelsel helemaal vergeten, want er is een neuraal pijnsysteem dat plastisch is. Door talrijke en zeer uiteenlopende invloeden kunnen eigenschappen van het neurale pijnsysteem veranderen en dan doen concepten zoals sensitisatie en neurale reorganisatie hun intrede. Neurogene pijn is pijn die het gevolg is van een veranderd neuraal pijnsysteem (al of niet door pathologie). Dit artikel geeft een beschouwing over dit nieuwe concept, geeft nieuwe verklaringen voor chronische pijnsyndromen en bespreekt enkele nieuwe, praktisch hanteerbare methoden voor de aanpak van chronische pijn.
Centrale sensitisatie is vastgesteld bij tal van chronische pijnproblemen die relevant zijn voor de fysiotherapeut, zoals whiplash, temporomandibulaire aandoeningen, chronische lage rugpijn, artrose, fibromyalgie, hoofdpijn, tenniselleboog, schouderimpingementsyndroom en kanker. Alhoewel we steeds meer begrijpen over het mechanisme van centrale sensitisatiepijn, blijft de fysiotherapeutische behandeling een hele uitdaging. De fysiotherapeutische behandelmogelijkheden voor centrale sensitisatiepijn omvatten bottom-upstrategieën om eventuele perifere pijnbronnen te behandelen (bijv. myofasciale therapie), maar vooral top-downbehandelmethodes waarmee de hypersensitiviteit van het centraal zenuwstelsel direct of indirect wordt aangepakt. De wetenschappelijke bewijsvoering voor geïsoleerde behandeleffecten van fysiotherapeutische interventies zoals pijneducatie, (cognitief-gedragsmatige) oefentherapie en stressmanagement zoals ‘desensitiserende’ therapie groeit gestaag. Actuele inzichten suggereren dat een combinatie van top-down- en bottom-upbehandelstrategieën vanuit fysiotherapeutisch perspectief aangewezen is, ook al is daarvoor nog niet veel wetenschappelijke evidentie. Wat opvalt is dat de fysiotherapeut (inter)nationaal een voortrekkersrol speelt in het vertalen van de moderne neurowetenschappelijke inzichten in de klinische praktijk.
Uit onderzoek blijkt dat ten minste 10% van de Nederlandse bevolking voetklachten heeft. In het proefschrift FEET4FEET: plantar pressure and kinematics of the healthy and painful foot is de belasting (plantaire drukverdeling) en de vorm (kinematica) van de voet tijdens lopen bij mensen met en zonder voetklachten onderzocht. Dit artikel beschrijft beknopt twee onderzoeken van dit proefschrift: een onderzoek naar de plantaire drukverdeling en kinematica bij langeafstandwandelaars, en een onderzoek naar het effect van steunzolen.