Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Voor het menselijk bewegen is mobiliteit essentieel. Het bindweefsel in ons lichaam is niet alleen bedoeld om weefsels met elkaar te verbinden, maar ook om mobiliteit ertussen mogelijk te maken. Om aan beide eisen te kunnen voldoen zijn er verschillende verschijningsvormen van het bindweefsel. Dit artikel beperkt zich tot het dicht collagene en losmazige bindweefsel. Deze bindweefselvormen bevinden zich in een continu proces van vervanging en problemen tijdens de ombouw of bij het herstel na schade kunnen leiden tot een bewegingsbeperking. Een voor de hand liggende therapie is het rekken en dus verlengen van de aangedane structuren. De bedoeling is dan het bindweefsel plastisch, dus blijvend, te verlengen. Zomaar aan dit bindweefsel trekken kan echter wel eens een averechts effect hebben. In dit artikel beschrijven de auteurs recent wetenschappelijk onderzoek in de bindweefselfysiologie en geven ze onderbouwde adviezen voor het behandelen van bewegingsbeperkingen in de dagelijkse fysiotherapeutische praktijk.
Het trainen van stabiliteit is een veelvoorkomende behandeldoelstelling van de fysiotherapeut. Voor de praktiserende fysiotherapeut blijft het een uitdaging op de hoogte te zijn van de belangrijkste inzichten over het behandelen van stabiliteit. Met het doornemen van dit artikel krijgt u allereerst inzicht in de betekenis en kenmerken van veelvoorkomende begrippen rondom stabiliteit. Vervolgens komen de regelmechanismen van stabiliteit in het menselijk bewegen aan de orde. Deze basiskennis wordt specifiek uitgewerkt voor instabiliteitsproblematiek van het schoudergewricht. Het artikel sluit af met algemene oefenprincipes en praktische aandachtspunten voor de fysiotherapeutische behandeling van de instabiele schouder. In algemene zin zijn deze ook van toepassing voor andere lichaamsregio’s.
In dit artikel krijgt de fysiotherapeut een handvat bij het opstellen van een adequaat trainingsprogramma voor zowel het onderhouden als het verbeteren van het algemene lichamelijke uithoudingsvermogen. Een trainings- of oefenprogramma is erop gericht een patiënt zo goed mogelijk (zowel preventief als curatief) voor te bereiden op de unieke combinatie van fysieke ‘stress’ en metabole vraag voor ADL, sport en vrijetijdsbesteding, en heeft als tweede doel het voorkomen van deconditionering. Om aan deze twee voorwaarden te kunnen voldoen gaan we in dit artikel in op (1) de verschillende doelstellingen van een trainingsprogramma, (2) de componenten van een trainingsprogramma en (3) de algemene trainingsprincipes.
Evidence-based medicine (EBM), in de paramedische en verpleegkundige beroepen doorgaans evidence-based practice (EBP) genoemd, is een paradigma dat clinici, beleidsmakers en zorgverzekeraars vaak als uitgangspunt gebruiken voor het leveren van verantwoorde en kwalitatief goede zorg. Veel professionals in de gezondheidszorg ondervinden evenwel barrières voor het succesvol toepassen van EBP in de klinische praktijk. In dit artikel worden de uitgangspunten van evidence-based practice toegelicht. De verschillende stappen waarvan EBP zich bedient om klinische vragen te beantwoorden bij het nemen van beslissingen ten aanzien van individuele patiënten worden concreet besproken. Daarbij wordt expliciet onderscheid aangebracht tussen statistische significantie en klinische relevantie. Tenslotte worden de mogelijkheden van een aantal zoekmachines voor evidence-based bronnen beknopt toegelicht.
Een patiënt vertellen dat het verstandig is om te voldoen aan de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) is niet voldoende. Een patiënt moet meer dan alleen begrijpen dat het belangrijk is om zich nieuw beweeggedrag eigen te maken, hij moet gemotiveerd zijn. De zelfdeterminatietheorie gaat ervan uit dat de motivatie verhoogd kan worden als er wordt voldaan aan drie psychologische basisbehoeften: sociale verbondenheid, competentie en autonomie. Motivational interviewing, een vorm van gespreksvoering, biedt de fysiotherapeut handvatten om aan deze basisbehoeften te voldoen. Handvatten zijn bijvoorbeeld de gesprekstechnieken: open vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen en samenvatten. En verder hulpmiddelen zoals de voor- en nadelenmatrix, waarmee ambivalentie geëxploreerd wordt, en de liniaal van belangrijkheid en vertrouwen, waarmee de motivatie inzichtelijk te maken is. Op die manier kan de fysiotherapeut zijn patiënt nog beter begeleiden bij een gedragsverandering naar nieuw of ander beweeggedrag.
Oefentherapie is een belangrijk onderdeel van de fysiotherapeutische interventie. Hierbij wordt gepoogd door middel van mechanische prikkels een bepaalde adaptatie in het bewegingsapparaat te bewerkstelligen. Om dat doel te bereiken is niet alleen de keuze voor een oefening van belang, maar zeker ook de keuze in de wijze van uitvoeren. Hiervoor heeft de fysiotherapeut een gedegen kennis van biomechanische principes nodig. Dit artikel bevat een algemene inleiding op een belangrijk onderdeel van de biomechanica, namelijk de biostatica. Verder wordt besproken op welke wijze biostatica van belang is voor veelvoorkomende oefensituaties.