Physios
Praktijkgerichte nascholing voor de fysiotherapeuten
Wil je toegang tot alle artikelen, video's en nascholing van Physios?
Abonneer nu!
Alle collecties van Physios
Gesorteerd op nieuw - oud
Niet-overdraagbare aandoeningen (‘non-communicable diseases’, NCD’s) zijn verantwoordelijk voor 71 procent van de sterfgevallen wereldwijd. Fysieke activiteit is een belangrijke factor voor de preventie en de behandeling van NCD’s, aangezien trainen onder andere bewezen effect heeft op functieherstel en het verminderen van negatieve gevolgen en complicaties. Voor een optimaal effect van preventie en behandeling moet voldoende fysieke activiteit hand in hand gaan met gezond gedrag. Beweeg- en leefstijltherapie onder supervisie van een hiervoor opgeleide fysiotherapeut in de woonomgeving van de patiënt zal de komende jaren een sleutelrol spelen in de strijd tegen NCD’s. Het is dus van belang dat fysiotherapeuten worden geschoold in beweeg- en leefstijlaspecten, maar ook vindbaar zijn voor verwijzers en patiënten.
Nederland telt naar schatting ongeveer een miljoen mensen met osteoporose. Osteoporose komt meestal pas aan het licht na een fractuur, maar lang niet bij iedereen vindt na een fractuur verder onderzoek plaats. Om fracturen te voorkomen is behalve een adequate analyse van de botstatus en risicofactoren vooral individuele begeleiding op maat noodzakelijk. Bewegen en spier- en botversterkende oefeningen zijn hiervan essentiële
onderdelen. Zo nodig kunnen ook gevalideerde valpreventieprogramma’s worden ingezet. Gelet op de hiervoor benodigde kennis van het bewegingsapparaat en de plaats van de fysiotherapeut in onze gezondheidszorg is deze professional bij uitstek geschikt deze zorg dicht bij huis te leveren. Hij mag zich gesteund voelen door beschikbare richtlijnen en programma’s die mede door de KNGF en de Osteoporose Vereniging zijn ontwikkeld. Daarmee kan de fysiotherapeut een wezenlijke bijdrage leveren aan het verlichten van veel individueel leed, aan het ontlasten van de eerste- en tweedelijns zorg en aan het beheersbaar houden van de directe en indirecte zorgkosten.
Binnenkort verschijnt de nieuwe richtlijn voor het lumbosacraal radiculair syndroom (LSRS). De meest voorkomende oorzaak is een hernia nuclei pulposi (HNP). In de anamnese en het neurologisch onderzoek is het belangrijk aandacht te hebben voor mogelijke andere oorzaken van het LSRS middels de ‘rode vlaggen’, maar ook via de ‘gele’ en ‘blauwe vlaggen’ die voor een belangrijk deel de ziektelast van de patiënt bepalen. Een typisch in het been uitstralende pijn en door drukverhogende momenten verergerende pijn zijn het meest voorspellend voor een HNP. Een positieve ‘straight-leg raising’-test is erg sensitief en een gekruiste straight-leg raisingtest kan de specificiteit verhogen. Een diagnostische wortelblokkade blijkt niet effectief als voorspeller voor het succes van een operatie. De behandeling in de acute fase bestaat uit voorlichting, pijnmedicatie, eventueel aangevuld met fysiotherapie en epidurale corticosteroïdinjecties. Patiënten met neurologische uitval (caudasyndroom en/of ernstig krachtsverlies) of lang bestaande klachten (meer dan 3 maanden) hebben een indicatie voor chirurgisch ingrijpen.
Osteochondritis dissecans (OCD) is een zeldzame aandoening waarbij er een bot-kraakbeendefect optreedt. OCD komt met name bij jonge sportieve jongens voor. De voorkeurslocatie is de laterale zijde van de mediale femurcondyl. De etiologie is niet geheel bekend, maar (micro)trauma’s en verminderde vascularisatie zijn waarschijnlijk de oorzaak. Zolang de OCDlaesie vastzit, wat aan de hand van een MRI wordt vastgesteld, is een afwachtend beleid geïndiceerd. Hierbij moet de belasting van de knie worden aangepast. Als de OCD-laesie losligt, dan wordt dit bij voorkeur door middel van compressieschroeven gerefixeerd. Deze schroeven worden na acht weken verwijderd. Gedurende die periode mogen patiënten niet belasten. Na het verwijderen van de schroeven mogen de patiënten de belasting geleidelijk opbouwen.
Een tenniselleboog (tendinopathie van de polsextensoren) is een veelvoorkomende oorzaak van pijn aan de laterale zijde van de elleboog. Er zijn veel behandelingen beschikbaar die mogelijk bijdragen aan het reduceren van de duur van deze klachten, zoals fysiotherapie, orale medicatie, verschillende injectietherapieën, chirurgische ingrepen en het gebruik van een brace. Het gebruik van een brace lijkt een effectieve, niet-invasieve en goedkope manier om de klachten van een tenniselleboog te verminderen. Dit artikel beschrijft aan de hand van een casus en vier door te lopen stappen de evidentie van deze klachtenreductie.
Magnetic resonance imaging (MRI) binnen de huisartsenzorg kan mogelijk waardevol zijn bij patiënten met traumatische knieklachten, omdat het een preciezere diagnose eerder in het traject mogelijk maakt. In dit artikel wordt het nut van een MRI-scan op aanvraag van de huisarts bij patiënten met traumatische knieklachten geëvalueerd, door de invloed van de afname van een MRI-scan te beschrijven op de door de patiënt gerapporteerde uitkomstmaten en op medische en niet-medische kosten. Hiertoe is een grootschalig gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek (RCT) opgezet waarin MRI vergeleken werd met de gebruikelijke huisartsenzorg, bestaande uit informatie en advies en verwijzing naar een orthopedisch chirurg bij aanhoudende klachten. Het onderzoek toont aan dat het aanvragen van MRI door de huisarts bij patiënten met traumatische knieklachten geen verbetering oplevert in de door de patiënt gerapporteerde uitkomsten en ook niet de kosten vermindert. Het verwijzen voor MRI wordt dan ook in de NHG-standaard Traumatische knieklachten afgeraden.